Je hebt tussen twee videocalls door wat boodschappen gedaan voor je vader wanneer plots je dochter belt. Ze staat vast in een hopeloos lange file. Of jij deze middag de kinderen kan oppikken en hen naar de sportles wil brengen. Tuurlijk. Maar ook verdorie. Daar gaat je deadline. En je middagdutje. En je rustige kop koffie. Uiteraard begrijp je het. Zo gaat dat als je in de sandwichgeneratie zit. Maar pittig is het wel. Hoe verlies je met al dat zorgen voor anderen jezelf niet uit het oog? Hoe kan je je grenzen bewaken in de sandwichgeneratie om het gezond en gezellig te houden? Erna Claes deelt met plezier haar bijzondere inzichten.
De Expert
Erna Claes is psycholoog, keynotespeaker, trainer en begeleider. Ze heeft zich gespecialiseerd in mantelzorg en de sandwichgeneratie.
Langer thuis
De term ‘sandwichgeneratie’ bestaat intussen al veertig jaar. Is er in die tijd veel veranderd?
Erna Claes: ‘Statistisch gezien gaat het nog altijd over mensen tussen 45 en 65. Ze zorgen voor een jongere én een oudere generatie; zowel voor kinderen en kleinkinderen als voor hun ouders die wat ouder worden en hulp nodig hebben. Het zijn mantelzorgers zonder dat ze het zelf beseffen.
Het grote verschil met dertig à veertig jaar geleden: toen waren het vooral huismoeders die de zorg opnamen voor de generaties boven en onder hen. Vandaag zitten we met een sandwichgeneratie waar koppels allebei een betaalde job hebben. Dus ze moeten niet alleen die combinatie van zorg bolwerken, maar ook nog de combinatie met hun werk – in veel gevallen een voltijdse job die ze tot hun 67 gaan doen. Het stereotype dat dit alleen voor vrouwen zou gelden, klopt trouwens niet.
Daarnaast wordt onze bevolking ook ouder, waardoor we heel wat jaren moeten – of zeg maar: mogen – zorgen voor onze ouders. Vroeger gebeurde het dat een 85-jarige die nog niet zoveel medische zorgen nodig had maar zich wat eenzaam voelde, zelf besliste om in een woon-zorgcentrum te gaan wonen. Dan had die tenminste een beetje gezelschap. Aangezien de toegankelijkheid van onze wzc’s sterk afgenomen is, blijven mensen vandaag veel langer thuis of verhuizen ze naar assistentiewoningen. Maar in beide gevallen moeten ze dan wel een beroep kunnen doen op hun mantelzorgers.’
LEES OOK > Langer thuis wonen: hoe organiseer je thuiszorg?
De sandwich en de piloot
Wat zijn de grootste worstelingen van de sandwichgeneratie?
‘Rond grootouderschap en mantelzorg leven vandaag in onze maatschappij best hoge verwachtingen, en ik merk dat veel mensen het moeilijk vinden om daarmee om te gaan. Daarnaast worstelen ze ook met de normen en waarden op familiaal vlak; de dingen die je hoort te doen als je een lieve grootouder of een goeie zoon of dochter wil zijn.
Stel dat je als sandwicher aan de vooravond van je pensioen staat en gehoopt had om eindelijk wat tijd en ruimte te krijgen voor jezelf. Om grote reizen te maken, bijvoorbeeld. Want vandaag zit je als 65-jarige in een heel andere fase dan veertig geleden; je hebt nog een gemiddelde levensverwachting van 25 jaar! En misschien wil je eigenlijk voluit kiezen voor jezelf en voor die grote reizen, maar valt dat onmogelijk te combineren met het gevoel dat je er wil zijn voor je ouders, kinderen en kleinkinderen. Die botsing van waarden zorgt vaak voor emotionele stress.’
Lijkt me niet makkelijk aan te pakken of op te lossen…
‘We staan er vooral te weinig bij stil. Tenzij iemand in je omgeving plots ziek wordt of een ongeval krijgt, is mantelzorg iets waar je inrolt. Het komt gewoon stapsgewijs op je pad: je kleinkind wordt geboren, je moeder is wat moeilijker ter been en jij hebt er onbewust een aantal zorgtaken bijgenomen.
Ik raad altijd aan om af en toe een stap achteruit te doen en naar het bredere plaatje te kijken: “Hoe sta ik ervoor? Hoeveel rollen en verantwoordelijkheden heb ik? Lukt dat allemaal nog of begint het toch wat te veel te worden?” Want misschien ben jij zo iemand die al een leven lang de dingen liever zelf aanpakt dan ze uit handen te geven. En in je eigen gezin werkte dat perfect, maar als je dat ook voor die andere generaties wil doen, zit je met een probleem.
Het heeft alweer te maken met die waarden en normen, al die moetens die je niet in vraag stelt. Zo sprak ik een tijd terug met een vrouw die een vierdaagse trip cadeau gekregen had van haar schoonfamilie. De bedoeling was haar even te laten ontsnappen aan de zorg die ze al jaren aan het geven was. “Maar dat kan ik toch niet maken? Ik moet er zijn voor mijn ouders!” Ik vroeg haar: “Ga jij ineens iemand anders worden omdat je een paar dagen weg bent? Nee toch? Jouw waarde van voor je ouders te willen zorgen zal er nog altijd zijn. Maar het komt erop aan om die automatische piloot die nu heel hard nee roept, uit te zetten en over te schakelen naar een systeem van zelfsturing.”’
De dooddoener en de emotie
Een simpele vraag misschien, maar hoe kan je als mantelzorger je gezondheid wat bewaken en voorkomen dat je verzuipt in verwachtingen en to do’s?
‘Ik adviseer mantelzorgers in de eerste plaats om bewustere keuzes te maken op het vlak van tijd en er niet automatisch alles bij te pakken wat op hun pad komt. Ja zeggen tegen de juiste dingen, noem ik dat.
Op de tweede plaats, en dat vind ik heel belangrijk, zouden mantelzorgers sneller kunnen denken aan het inschakelen van professionele zorg. Ik besef dat dit ingaat tegen de recente beleidsplannen, waar het vooral draait om een vermaatschappelijking van de zorg en men pas professionals gaat inschakelen wanneer de mantelzorg ontoereikend is. Maar vandaag is de zorg in ons land niet meer van die aard dat je na één telefoontje iemand gevonden hebt die vanaf morgen kan inspringen. Het komt er dus op aan om de zorg al iets sneller te delen, zodat je een netwerk opbouwt van mensen die op mekaar kunnen terugvallen wanneer het nodig is.
En voor de rest: denk aan je eigen gezondheid, doe aan zelfzorg. Ik weet het, het is een dooddoener dat je maar goed voor iemand anders kan zorgen als je ook goed voor jezelf zorgt, maar het klopt helemaal. Komt daar nog bij dat het voor een mantelzorger om veel meer gaat dan om het uitvoeren van een aantal taken, er zijn emoties mee gemoeid. Wanneer je zoon hulp nodig heeft omdat zijn kind zwaar ziek is, betekent dat iets heel anders voor jou dan voor een professional. Die laatste kan het pakje van hulpverlener ’s avonds uittrekken, jij blijft altijd in die rol zitten.’
… en dan wordt het sowieso lastig om alles rond te krijgen.
‘Ja maar, daar zeg je zoiets! Dat moet je niet proberen. Ga ervan uit dat je het niét rond krijgt. We zijn vandaag veel te veel op zoek naar oplossingen om alles perfect te regelen. De boodschap die ik vooral wil geven: da’s onmogelijk. Zelfs als je hulp inschakelt, zullen er aspecten zijn die niet verlopen zoals jij het had gewild. Misschien werkt die tuinman minder precies dan jij, maar de tuin wordt tenminste niet verwaarloosd, dat moet volstaan. Probeer te kijken vanuit een realistisch perspectief, anders ga je altijd het gevoel hebben dat je faalt.
Choose your battles, dan valt er veel druk en schuldgevoel weg. Dan kan je voor de tijd die je ter beschikking hebt, positieve keuzes maken vanuit je waarden: wat wil je betekenen voor je ouders, kinderen en kleinkinderen? Het zou echt fantastisch zijn mochten we allemaal een beetje meer op die manier gaan denken.’
Gesandwicht tussen opvattingen
‘Veel mensen zitten niet alleen gesandwicht tussen de zorg voor twee of drie generaties, maar ook tussen de opvattingen van die generaties. Neem nu opvoeding. Een grootvader vertelde mij onlangs: “Ineens krijg ik een hoop richtlijnen van mijn dochter over wat ik wel en niet mag doen met mijn kleinkind. Ik heb drie kinderen grootgebracht, ik zal toch wel weten hoe het moet, zeker?”
Er wordt nu veel meer nagedacht, gepraat en geschreven over opvoeding dan vroeger. Jonge ouders zijn heel bewust bezig met de manier waarop ze hun kroost willen opvoeden en verwachten van de grootouders dat die meegaan in hun do’s-and-dont’s. Daarover krijg ik regelmatig opmerkingen van mensen uit de sandwichgeneratie, soms komen ze mij zelfs vertellen dat ze daardoor dingen achter de rug van hun kinderen gaan doen!’ (lacht)
Foto Erna Claes: Kristof Ghyselinck
Dit artikel verscheen eerst in het Magazine voor GROOTouders (nr. 23, 2024). Ook ontvangen? Schrijf je dan in voor het magazine en de bijbehorende nieuwsbrief. Volg de Gezinsbond ook op Facebook, Twitter en Instagram om op de hoogte te blijven van nieuwtjes en activiteiten. Lid worden van de Gezinsbond kan hier.
Gepubliceerd op: 27/12/2024, laatste update op: 23/01/2025