Als kersverse grootouder wil je het nieuwe gezin zo veel mogelijk helpen. Maar soms kan die behulpzaamheid gezien worden als bemoeizucht. Waar ligt de grens tussen helpen en bemoeien?

Het nieuwe leven dat in de buik van je dochter groeit, of de glans in de ogen van je zoon die vol verwachting uitkijkt naar zijn eerste kind: het is ook voor aanstaande grootouders iets heel bijzonders. Maar als je kleinkind er eenmaal is, blijkt je nieuwe rol van kersverse grootouder niet altijd zo eenvoudig te zijn. Je kind heeft voortaan immers een eigen gezin – een met een eigen structuur en eigen regels. En daar heb jij geen inspraak meer in.

Te veel of te weinig aandacht?

Als grootouder wil je je kleinkinderen zo veel mogelijk zien, maar dat past natuurlijk niet altijd even goed voor het nieuwe gezin van je zoon of dochter. En laat je te weinig van je horen – omdat je hun wat ruimte wil geven – dan kan dat als desinteresse worden gezien. Het is een moeilijke evenwichtsoefening, en daarom is duidelijk zijn hier van groot belang. Als iedereen duidelijk is tegen elkaar, kan jij ook altijd eerlijk zijn als je eens geen zin of tijd hebt om op te passen.

LEES OOK > Grootouder worden: het verandert je leven

Te veel verwennen?

Veel oma’s en opa’s zijn echte verwenners. Maar niet alle ouders vinden dat even fijn. Soms vinden je kinderen dat je de kleinkinderen te veel snoep geeft, of dat je niet streng genoeg bent wat betreft schermtijd. Met de juiste afspraken kom je al een heel eind. Bespreek met je (schoon)kinderen wat mag en wat niet: hoeveel snoep mogen de kleinkinderen krijgen, hoelang mogen ze televisiekijken, tot hoe laat mogen ze opblijven…

Hulp durven vragen

Het is niet omdat je zelf al kinderen hebt opgevoed, dat alles vlekkeloos zal verlopen met de kleinkinderen. Heb je moeite met de woede-uitbarstingen van je tweejarige kleindochter? Of wil je kleinzoon niet eten? Vraag aan de ouders hoe zij met die moeilijke kwesties omgaan.

Advies doseren

Als je (schoon)kind je advies vraagt omtrent opvoeding of voeding, mag je uiteraard je wijsheid delen. Je hebt nu eenmaal meer ervaring en het is ook normaal dat ouderen hun kennis delen met de jongere generatie. Maar te veel is te veel. Iemand overladen met (ongevraagd) advies kan in jouw ogen goedbedoeld zijn, maar de ander denkt daar wellicht niet zo over. Geven je (schoon)kinderen aan dat jouw opvoedadvies niet altijd even welkom is? Aanvaard dat dan. Als ze je hulp nodig hebben, zullen ze vanzelf naar je toe komen.

LEES OOK > Greta en Rudi werden voor het eerst oma en opa: ‘Je moet een goed evenwicht zoeken’

De grens tussen helpen en bemoeien?

Hieronder vind je enkele tips om je evenwicht te bewaren op het slappe koord tussen helpen en bemoeien:

  • Realiseer je dat je kleinkinderen niet jouw kinderen zijn.
  • Aanvaard de opvoedkundige keuzes van je kinderen en geef alleen advies als ze je erom vragen. Formuleer je advies als suggestie.
  • Wees duidelijk over wat je zelf wel en niet wilt en maak afspraken over bijvoorbeeld oppassen.
  • Laat je opvoedstijl zo dicht mogelijk aanleunen bij die van de ouders.
  • Ga niet concurreren met de eventuele andere opa en oma.

Wil je het Magazine voor GROOTouders ontvangen? Schrijf je dan in voor het magazine en de bijbehorende nieuwsbriefVolg de Gezinsbond ook op FacebookTwitter en Instagram om op de hoogte te blijven van nieuwtjes en activiteiten. Lid worden van de Gezinsbond kan hier.

Gepubliceerd op: 20/10/2019, laatste update op: 08/02/2023