Inclusief onderwijs, het is proces van zoeken en leren. De ouders zijn daarbij van onschatbare waarde. Ook voor de 13-jarige Adayah, die nu in het tweede jaar ASO zit.

Adayah is een tiener zoals haar klasgenoten, maar toch een beetje anders. Ze heeft namelijk DCD of dyspraxie. Ze kan motorische handelingen moeilijker aanleren en automatiseren. Met extra ondersteuning lukt het haar om gewoon onderwijs te volgen. Mama Saara doet het verhaal.

Kortsluiting in het hoofd

inclusief onderwijs interview Adayah

Toen Adayah nog een baby was, merkten Saara en haar man Stephan dat ze zich motorisch trager ontwikkelde. ‘Stappen wilde bijvoorbeeld maar niet lukken’, vertelt Saara. ‘Kind en Gezin en de huisdokter stelden ons gerust: “Elk kind is anders, als ze stapt tegen dat ze twee jaar is, hoef je je geen zorgen te maken.” Twee weken voor haar tweede verjaardag zette ze haar eerste stapjes.

De juf in de eerste kleuterklas zei: “Ze begrijpt alles, maar motorisch klopt er iets niet.” Ze toonde me tekeningen van Adayah en van andere kindjes. Het verschil was confronterend. Adayah viel ook vaak als er een kindje dichtbij kwam, en sommige groepsspelletjes durfde ze niet meedoen. Na een resem onderzoeken bij het Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen kregen we de diagnose: Development Coordination Disorder. Het aanleren, plannen en coördineren van bewegingen en het automatiseren van vaardigheden zijn verstoord.

Een ander kind leert springen en traplopen door het uit te proberen. Bij onze dochter moest het aangeleerd en geoefend worden bij de kinesist. Ze moet zich ook heel hard focussen op handelingen. Als er veel andere prikkels zijn, loop het mis. Waar wij tijdens het praten achteloos een glas water op de tafel grijpen, moet zij haar aandacht op de grijpbeweging richten of ze stoot het glas om. Lang stappen doet haar benen in de knoop slaan en bij een iets complexere turnoefening blokkeert ze. Er ontstaat een kortsluiting in haar hoofd. Fietsen kan ze (nog) niet. Dat is te complex.’

LEES OOK > Trage ontwikkeling bij je baby: wat zijn de alarmsignalen?

Een hindernis is geen beperking

‘Met een diagnose kan je ondersteuningsmaatregelen inschakelen, en aanpassingen vragen op school. Adayah heeft ook een attest voor dyscalculie. Het besef dat ze anders is kwam in het vierde leerjaar, toen klasgenootjes er opmerkingen over begonnen te maken. Ze heeft toen een moeilijke periode gehad: “Waarom kan ik niet wat anderen kunnen?” We hebben haar duidelijk gemaakt dat ze meer inspanningen moest leveren én hulp nodig had, maar dat het dan wel zou lukken. Ze noemt het nu zelf een hindernis, en wil niet horen van “beperking”.

Twee leerkrachten van de lagere school volgden bijscholing over DCD, en de kinesist en logopedist kwamen een aantal uren in de klas voor individuele begeleiding. Het was een kleinschalige school, dat liep allemaal heel vlot.’

Ouders en leerkrachten samen

‘Bij de overstap naar het middelbaar hielden wij ons hart vast. Een goeie schoolkeuze is dan cruciaal. We sprokkelden ervaringen van andere ouders en professionele hulpverleners en bezochten enkele scholen. Als je een kind met hindernissen hebt is de keuze beperkt. Je vraagt iets extra voor je kind, zonder bereidwilligheid van de school kan het niet lukken.’

Het werd Sint Angela in Tildonk. ‘Open communicatie is het sleutelwoord, en elkaars deskundigheid waarderen. De school is expert op pedagogisch en didactisch vlak. Maar je moet ook als ouder je steentje bijdragen. Eerlijk zijn over de mogelijkheden en moeilijkheden van je kind, op tijd signaleren als er iets niet lukt én mee oplossingen aanbrengen. Als ouder weet je als geen ander hoe je kind reageert in bepaalde situaties. Je weet wat moeilijk ligt en wat de talenten zijn, wat hen extra kan motiveren enzovoort.

We zijn ook beschikbaar om bij te springen. In een les techniek waar ze met boormachines moesten werken, kon de leerkracht niet de hele les bij één leerling staan, wat te begrijpen is. Mijn man ging toen helpen. Als je praat met elkaar vind je altijd wel oplossingen. Een goeie samenwerking met de school is in ons geval essentieel. Maar ouderbetrokkenheid vind ik ook zonder extra zorgbehoefte belangrijk. Niet om de school te vertellen hoe ze les moeten geven, maar omdat ouders ook elementen kunnen aanbrengen die een meerwaarde zijn voor de school.’

LEES OOK > Orthopedagoog Beno Schraepen: ‘Inclusie moet een keuze zijn, geen toeval’

Medeleerlingen als buddy

‘Aan het einde van de lagere school hadden twee klasgenootjes een filmpje gemaakt over Adayah voor haar nieuwe klasgroep in het middelbaar. “Tijdens de turnles zal ze soms iets anders moeten doen”, vertelden haar klasgenootjes, en “wil je haar een beetje helpen bij knutselwerkjes? Of even op haar wachten als ze wat trager is?”

Adayah kreeg het eerste jaar ook twee buddy’s die haar in beurtrol bijstonden. Intussen komt de hulp spontaan. In haar huidige klas hebben we inleefoefeningen gedaan. Een wolk uitknippen met één hand bijvoorbeeld, terwijl iemand anders het blad vasthield. Zo konden ze ervaren hoe het voor Adayah is. De eindtermen voor turnen zijn voor haar niet haalbaar, ze doet tijdens die lessen aangepaste oefeningen. Voor het overige gelden wel dezelfde eindtermen, maar krijgt ze indien nodig meer tijd om een examen af te leggen.

De eerste week op de nieuwe school kwam ze lelijk ten val op de speelplaats. Een boekentas op de rug is moeilijk, zeker in combinatie met veel mensen om haar heen. Sindsdien heeft ze een boekentas op wieltjes en mag ze de lift gebruiken. Want traplopen in een groep is voor haar ook gevaarlijk.

We proberen zoveel mogelijk te anticiperen. Voor de schooltweedaagse heb ik met haar overlopen waar er problemen konden opduiken, en hoe dat opgelost kon worden. Dat zette ik dan op mail naar de leerkracht. “Als ze gaan zwemmen, kan er dan iemand helpen bij de locker, want ze krijgt de sleutel niet omgedraaid. Ze mag niet op een stapelbed. Kan ze bij lange wandelingen meerijden met een leerkracht die het materiaal brengt?”‘

Flexibele maatregelen

inclusie interview Adayah

Doordat alles veel meer inspanning vergt, heeft Adayah minder tijd voor hobby’s dan haar drie jaar jongere broer Yitro. ‘Dat vindt ze wel jammer’, vertelt Saara. ‘We proberen thuis activiteiten in te bouwen die ze graag doet. Taarten bakken bijvoorbeeld, voor haar klasgenoten en leerkrachten. Dan is ze blij dat ze eens iets voor hen kan doen.

‘Ze wil graag kleuterjuf worden. Ik denk wel dat ze haar weg zal vinden.’

Adayah is best wel intelligent op sommige vlakken, waardoor ze de zwakke punten kan compenseren. Gewoon onderwijs is voor haar haalbaar mits de nodige ondersteuning en aanpassingen. Die boodschap kregen we ook van de leerkrachten in de lagere school en het Centrum voor Leerlingenbegeleiding.

Ieder kind is anders. Sommige kinderen zullen gelukkiger zijn en meer vooruitgang kunnen boeken in het buitengewoon onderwijs. Onderwijs is geslaagd als we elk kind ten volle zijn potentieel kunnen laten ontwikkelen, in het traject dat daar het meest toe bijdraagt. Voor Adayah is inclusie een zegen, en ik ben blij dat het M-decreet de nodige flexibiliteit laat voor aangepaste maatregelen. Al zou er wel wat meer mankracht voorzien mogen worden, want er wordt veel van leerkrachten verwacht.

Ik ben er – samen met de leerkrachten – van overtuigd dat de aanwezigheid van Adayah ook voor medeleerlingen een meerwaarde betekent. Tijdens mijn studies zat ik in een omkaderingsgroep voor een kotgenote in een rolstoel. Al snel viel de drempel weg en zag ik de persoon, een studiegenoot. Dat zijn leerkansen voor het leven.’

Waardevolle talenten

Adayah zou het liefst zo gewoon mogelijk behandeld worden, maar ze weet dat ze extra steun nodig heeft. ‘Soms zucht ze daar wel eens over’, zegt Saara, ‘maar ze heeft een grote veerkracht. Ze heeft ook een bijzondere gevoeligheid ontwikkeld voor mensen met zorgbehoeften, en ze springt heel goed om met kleine kinderen.

Op de lagere school werd ze ingezet op de kleuterspeelplaats en om de jasjes te helpen aandoen. Ze ziet altijd de mogelijkheden: “Die kleuters kunnen echt al veel” en kan heel goed aanmoedigen. Voor haar was het fijn om op haar talenten aangesproken te worden. Ze wil graag kleuterjuf worden. Ik denk wel dat ze haar weg zal vinden. Al zal ze altijd wel begrip en steun nodig hebben.’

LEES OOK > 7 praktische dingen die je kind veerkrachtiger maken

Foto’s: Kristof Ghyselinck

Dit interview verscheen ook in De Bond, het ledenblad van de Gezinsbond. De Bond kan ook bij jou (gratis!) in de bus vallen. Het enige wat je hoeft te doen, is lid worden. Nieuwtjes en activiteiten van de Gezinsbond meevolgen kan ook op Facebook, Twitter en Instagram.

Gepubliceerd op: 15/12/2019, laatste update op: 05/06/2023