Al meer dan 40 jaar sleutelen opeenvolgende federale regeringen aan ons pensioenstelsel. De ene hervorming volgt de andere op. Begin juli sloot ook deze regering een pensioenakkoord. Hoe gezinsvriendelijk is dit nieuwe akkoord?

Na hun pensioen komen vrouwen nog te vaak in armoede terecht. Pas gepensioneerde vrouwen krijgen vandaag gemiddeld een kwart minder pensioen dan mannen. Vooral moeders hebben een lager pensioen. Dat blijkt uit recent onderzoek. Hoe dat komt? Doordat ze door onbetaalde zorgarbeid te weinig pensioen kunnen opbouwen in hun actieve jaren.

Al meer dan 40 jaar (en 7 regeringen lang) sleutelen politici aan het pensioensysteem. Ook de huidige federale regering heeft de pensioenen gedeeltelijk hervormd. In haar regeerakkoord beloofde zij dat ze bij deze hervorming meer rekening zou houden met de verschillen tussen mannen en vrouwen inzake pensioenopbouw.

Wat is er intussen gebeurd?

Vorige zomer werd er een akkoord bereikt over een aantal pensioenmaatregelen. Jammer genoeg werd er niet steeds rekening gehouden met de ‘gebroken’ loopbaan van vrouwen. De meest recente hervorming, van deze zomer, houdt meer rekening met zorgarbeid in het gezin. Daar hebben we vanuit de Gezinsbond hard voor gelobbyd.

Ook de voorbije jaren zijn er al een paar stappen vooruit gezet. We zijn blij met deze realisaties, maar verwachten nog meer inspanningen.

Hieronder overlopen we wat de nieuwe hervorming inhoudt. Wat betekent de pensioenhervorming concreet voor jou?

Het minimumpensioen

Wie in ons land een te laag pensioen krijgt, heeft in sommige gevallen recht op een wettelijk minimumpensioen.

Om aanspraak te maken op dit minimumpensioen moet je momenteel een loopbaan als werknemer of zelfstandige kunnen aantonen van ten minste 30 jaar. Daarbij tellen zowel werkelijk gewerkte dagen als gelijkgestelde periodes (zoals ziekte, werkloosheid en gemotiveerd tijdskrediet) mee.

De regering voerde bij de pensioenhervorming in 2022 een nieuwe tewerkstellingsvoorwaarde in voor het recht op het minimumpensioen. Voortaan dien je ten minste 5.000 dagen gewerkt te hebben. Dat komt neer op 250 gewerkte dagen per jaar gedurende een periode van 20 jaar.

In eerste instantie werd een beperkt aantal periodes gelijkgesteld met effectieve tewerkstelling, waaronder moederschapsverlof, borstvoedingsverlof, palliatief verlof en periodes van inactiviteit vanwege handicap.

Dankzij het lobbywerk van onder andere de Gezinsbond worden die periodes uitgebreid, en worden ook een aantal zorg- en gezinsverloven meegeteld. Het gaat dan bijvoorbeeld om preventieve werkverwijdering van zwangere vrouwen, geboorteverlof, tijdelijke werkloosheid, ouderschapsverlof, thematisch verlof voor medische bijstand en tijdskrediet met als motief palliatieve zorgen of de zorg voor een kind jonger dan 21 met een handicap.

LEES OOK > Het overlevingspensioen en de overgangsuitkering moeten dringend beter

Langer werken wordt beloond

Het doel van de regering blijft nog altijd om 80 procent van onze beroepsbevolking daadwerkelijk aan het werk te hebben. En die moet dan ook liefst aan het werk blijven tot aan de wettelijke pensioenleeftijd van 65 jaar (en tegen 2030 zelfs 67 jaar). Daarom wil ze wie langer werkt belonen.

De wettelijke pensioenleeftijd bedraagt momenteel 65 jaar. Die wordt opgetrokken naar 66 jaar vanaf 2025, en naar 67 jaar vanaf 2030. Vervroegd pensioen is mogelijk vanaf je 63ste na een carrière van 42 jaar, vanaf 61 jaar na een loopbaan van 43 jaar, of op 60 jaar na een loopbaan van 44 jaar.

Als je niet op je vroegste pensioendatum met pensioen gaat, maar blijft werken tot je wettelijke pensioendatum, ontvang je tot 22.645 euro netto. Dit geldt zowel voor bedienden als voor zelfstandigen en ambtenaren. Benieuwd wanneer jouw vroegste en wettelijke pensioendata vallen? Al die gegevens vind je terug op mypension.be.

Waar zagen we eerder al vooruitgang?

De federale regering werkte eerder deze legislatuur al een aantal discriminaties weg die voor de Gezinsbond aangepakt moesten worden. Enkele voorbeelden:

  • Het pensioen voor onthaalouders en voor meewerkende echtgenoten van zelfstandigen wordt vanaf 2023 opgetrokken. Vaak gaat het over vrouwen die door dat beroepsstatuut in het verleden geen of een beperkt pensioen hebben opgebouwd.
  • Wie zijn partner verliest, krijgt voortaan een betere overgangsuitkering. Sinds 2021 krijgt de overblijvende partner altijd minstens een minimumuitkering. Jonge weduwnaars en weduwen met minstens één kind onder de 12 jaar hebben voortaan gedurende vier in plaats van twee jaar recht op een overgangsuitkering.
  • Het overlevingspensioen – waar je als gehuwde vanaf 49 jaar recht op hebt – kan je sinds 2021 beter cumuleren met een eigen beroepsinkomen.

Deze verbeteringen zijn vooral voordelig voor vrouwen omdat hun eigen beroepsinkomen vaak onvoldoende is.

Ook op deze vlakken is er dus wel degelijk meer erkenning voor zorgarbeid. We zijn blij met deze realisaties, maar we verwachten nog meer inspanningen voor een gezinsvriendelijk pensioenbeleid.

LEES OOK > Oma Mieke over sociaal verlof voor grootouders: ‘Dat zou welkom zijn’

Wat kan beter?

De Gezinsbond blijft aandringen dat ook andere heikele punten aangepakt worden in de toekomst.

  • Wettelijke samenwonenden komen momenteel niet in aanmerking voor het overlevingspensioen. Nochtans is wettelijk samenwonen vandaag de meest gangbare samenlevingsvorm bij koppels.
  • Er is nog steeds geen pensioensplit. De pensioensplit verdeelt de pensioenrechten gelijk binnen een koppel, waardoor de lusten en de lasten van betaald en onbetaald werk eerlijk verdeeld worden. Deze regering had beloofd – net als de vorige regeringen – om de maatregel te onderzoeken. Intussen is de pensioensplit opnieuw een stille dood gestorven, zo lijkt het. We willen dat deze piste wél serieus genomen wordt en weer op onderhandelingstafel komt.

De Gezinsbond vraagt een genderbewust en gezinsvriendelijk pensioen

Om de pensioenen betaalbaar te houden, moeten we met z’n allen langer en meer aan de slag. De Gezinsbond steunt dat beleid. Tegelijk zijn er de vele zorgnoden waar gezinnen vroeg of laat mee te maken krijgen.

Daarom moet ons pensioenstelsel genderbewust zijn, en rekening houden met de impact van zorg in gezinnen. Dit zijn onze eisen:

  • Behoud de verlofstelsels, zorg voor een betere vergoeding en laat deze stelsels altijd meetellen voor het pensioen en het minimumpensioen, ook als ze onbetaald zijn. Zo wordt het voor iedereen mogelijk om langer te werken.
  • Stel het overlevingspensioen open voor wettelijk samenwonenden, en verleng de overgangsuitkering voor wie jonge kinderen heeft. Bekijk hoe je mensen die recht hebben op deze uitkeringen nog beter informeert.
  • Zorg voor een pensioenkrediet voor wie zich als mantelzorger registreert maar geen mantelzorgverlof opneemt.
  • Voer een rechtvaardig systeem in van pensioensplit (gelijke verdeling van rechten binnen een koppel) voor het wettelijk pensioen. Dit systeem bestaat vandaag wel al voor het aanvullend pensioen.

Volg de Gezinsbond ook op FacebookTwitter en Instagram om op de hoogte te blijven van nieuwtjes en activiteiten. Lid worden van de Gezinsbond kan hier.

Gepubliceerd op: 05/05/2023, laatste update op: 06/09/2023