Geld maakt wél gelukkig, of toch tot op zekere hoogte. Dat is een van de conclusies uit het geluksonderzoek dat gezondheidseconoom Lieven Annemans (UGent) en zijn team voerden. ‘De overheid moet werk maken van een rechtvaardige (her)verdeling’, vindt Annemans. ‘Dat draagt bij tot het geluk van een samenleving.’

Als je vrede moet nemen met een ongezonde woning, je kind niet kunt geven wat voor zijn leeftijdsgenootjes vanzelfsprekend is of in angst leeft omdat je de facturen niet kunt betalen, dan is het bijna onmogelijk om echt gelukkig te zijn.

‘Een van de belangrijkste aanbevelingen na de eerste fase van ons geluksonderzoek was dat de overheid werk moet maken van een meer rechtvaardige sociaaleconomische verdeling’, zegt Annemans.

‘In ons land leeft vijftien procent van de mensen in armoede. Door de coronacrisis zal het nog erger worden. Het Federaal Planbureau berekende onlangs dat er wellicht 200.000 mensen zullen bijkomen die niet meer in staat zijn de basisbehoeften te betalen. Dat mogen we als samenleving niet normaal vinden.’

Meer is beter, maar er zijn grenzen

Als je meer hebt dan nodig om te overleven, neemt het geluk toe naarmate dat “meer” groter is. ‘Geld schept mogelijkheden’, zegt Annemans.

‘Je hebt meer autonomie, je hoeft niet om het even welk werk aan te nemen ‘om den brode’, je hebt meer kans om sociale contacten te leggen en je te ontwikkelen, voelt je bekwamer, hebt meer vertrouwen in het leven, bent gezonder en geruster over de toekomst enzovoort. Een financiële buffer is een hele zorg minder, dat geeft de vrijheid om dingen te doen en keuzes te maken die niet alleen maar gericht zijn op overleven.’

‘Investeren in onderwijs, zorg en een menswaardig inkomen voor iedereen brengt op termijn op voor een samenleving.’ – Lieven Annemans

Toch blijft het geluk niet oneindig toenemen met de hoogte van het materiële bezit. De onderzoekers stelden een kantelpunt vast. Vanaf een netto-inkomen van 4.000 à 4.500 euro per maand (een bedrag dat de meeste mensen bijlange niet verdienen, maar een deel van de bevolking wel) maakt nog meer niet gelukkiger.

Soms zelfs integendeel, omdat rijke mensen vaak minder goede sociale contacten hebben. Het is voor Annemans een extra argument om aan herverdeling te doen. ‘Wat iemand boven dat bedrag verdient, draagt niet bij tot een beter leven en meer geluk. Herverdelen zal dus geen verlies betekenen voor wie een deel van het overschot afgeeft.’

Annemans pleit niet voor gelijkheid van inkomens. ‘Je moet uiteraard initiatief, creativiteit en ondernemerschap blijven aanmoedigen en geld is een belangrijke motivator. Er bestaat zoiets als ‘optimale inkomensongelijkheid’. Bij ons zijn de hoogste inkomens 350 maal hoger dan de laagste. Dat is verre van optimaal en er is dus nog veel marge voor herverdeling.’

Uit de studie blijkt ook dat jobtevredenheid belangrijk is voor een gelukkig leven. Die hangt af van de verloning, maar ook van de druk, de kwaliteit van de leidinggevende (is die rechtvaardig, voorspelbaar en empathisch?), de relatie met collega’s, de inhoud van de job, autonomie, betrokkenheid en ontplooiingskansen.

Zorg, onderwijs, cultuur, klimaat

Kunnen voorzien in je levensonderhoud is een mensenrecht. Alleen al daarom moeten mensen in armoede geholpen worden. Maar degenen met geld hebben er ook zelf baat bij dat het anderen goed gaat.

‘Landen waar veel mensen gelukkig zijn, worden minder geconfronteerd met geweld, criminaliteit en angst’, zegt Annemans. ‘En dat is ook voor rijken aangenamer. In Brazilië leven veel inwoners in sloppenwijken, in diepe ellende. De superrijken moeten hun domein afsluiten met hoge poorten, rijden in gepantserde auto’s, riskeren hun leven als ze te ver buiten hun comfortzone komen.

Een gouden kooi is nog altijd een kooi en is niet wat je je bij een gelukkig leven voorstelt. Denemarken heeft een beperkte inkomenskloof en de criminaliteit is er laag. Het is ook het land waar de inwoners elkaar het meest vertrouwen.

Als we na de crisis geen werk maken van herverdeling, is het een gemiste kans. Ik hoop ook dat tekorten in de begroting niet zullen leiden tot besparingen in sectoren als (preventieve) gezondheidszorg of onderwijs.

Investeringen daar leveren op termijn veel op voor een samenleving. Dat geldt ook voor cultuur in de brede zin van het woord. Als het in die sector goed gaat, draagt dat bij tot (geestelijke) gezondheid en geluk.’

Geld anders besteden

‘Natuurlijk moeten inefficiënties in de zorg – overbodige onderzoeken en behandelingen bijvoorbeeld – aangepakt worden. Niet om te besparen, maar om het geld dat zo vrijkomt te investeren in de kwaliteit van de zorg en de werkomstandigheden van de zorgkundigen.

België heeft een hoog aantal patiënten per verpleegkundige in ziekenhuizen. Idem voor zorgkundigen in woonzorgcentra. Dat leidt tot overbelasting en burn-out en gaat ten koste van de kwaliteit van de zorg. Ik pleit al jaren voor minder ziekenhuisbedden.

Een kwaliteitsvol gezondheidssysteem is in de eerste plaats uitgebouwd rond de thuisomgeving: huisarts, apotheker, tandarts, thuisverpleging… Een goede samenwerking op dat niveau kan ertoe leiden dat minder mensen in het ziekenhuis terechtkomen.

Minder ziekenhuisbedden is een besparing, maar als we een deel van dat uitgespaarde bedrag in de ziekenhuizen laten, komt er meer ademruimte per bed.

We adviseerden de overheid ook om samenwerking tussen zorgverleners van verschillende disciplines te belonen, in plaats van alleen maar individuele prestaties.

De spirit van zorgverleners in de strijd tegen corona is er een van samenwerking en respect voor ieders deskundigheid. Als we die ingesteldheid – die sowieso al sterk aanwezig is op diensten intensieve zorg – kunnen behouden na de crisis, zal de zorg erop vooruitgaan.’

Effectief altruïsme

Annemans heeft nog suggesties waar geld te vinden is voor belangrijke maatschappelijke investeringen. ‘Wereldwijd hebben de één procent rijksten evenveel als de vijftig procent armsten. Er zijn dus superrijken met een berg geld.

Een betere sociaaleconomische verdeling wordt het best Europees en bij uitbreiding door de Verenigde Naties behartigd. Maar de Belgische en Vlaamse overheid hoeven daar niet op te wachten om beslissingen in die richting te nemen.

Belast grote vermogens aan de bron, en vraag hen om een deel van hun overvloed af te staan als een soort welzijnsbijdrage voor de samenleving om na de coronacrisis te kunnen heropstarten.

Grote bedrijven doen nu vaak aan zogenoemde belastingoptimalisatie. Ze proberen zo weinig mogelijk belastingen te betalen omdat die verdwijnen in een naamloze en bodemloze put.

Als je een bijdrage vraagt om mensen in ontbering te helpen, of om te investeren in gezondheid, of in onderwijs… zullen velen volgens mij bereid zijn om daarin mee te gaan en niet met het geld naar het buitenland te vluchten.

Maak hen tot VIC’s (Very Important Contributors) en redders van de samenleving, en laat hen voor een deel mee bepalen waar hun bijdrage aan besteed wordt. Het idee komt van de Australische filosoof Peter Singer die het ‘effectief altruïsme’ noemt.

Bill Gates doet het al en er bestaan fondsen opgericht door rijken met grote vermogens die goede doelen steunen. Als we dat veralgemenen, komt er heel wat geld vrij ten bate van de samenleving.’

De resultaten van het tweede deel van het Nationaal Geluksonderzoek zijn sinds eind mei te lezen op gelukkigebelgen.be.

Dit artikel verscheen in juni 2020 in De Bond, het ledenblad van de Gezinsbond. De Bond kan ook bij jou (gratis!) in de bus vallen. Het enige wat je hoeft te doen, is lid worden. Nieuwtjes en activiteiten van de Gezinsbond meevolgen kan ook via Facebook, Twitter en Instagram.

Gepubliceerd op: 22/06/2020