‘Naar de kern’, dat is de titel van een rapport met 58 adviezen van de commissie ‘Beter Onderwijs’. Zeven leerkrachten en zeven academici zochten – op vraag van minister van onderwijs Ben Weyts – naar oplossingen voor de dalende onderwijskwaliteit en het lerarentekort. Ook ouders hebben een grote verantwoordelijkheid, vindt Philip Brinckman, pedagogisch directeur van het Sint-Jozefscollege in Turnhout en voorzitter van de werkgroep. Wat kan die rol van de ouders zijn in het onderwijs volgens de commissie?

Rol van ouders in het onderwijs

Geen ‘mijn kind, schoon kind’-mentaliteit, luidt één van de adviezen. Hoe moeten we dat begrijpen?

‘Ik wil eerst benadrukken dat er veel fantastische ouders zijn. In onze school kunnen we bijvoorbeeld rekenen op een sterke ouderraad die heel wat initiatieven neemt.

Maar soms ondermijnen ouders het gezag van leerkrachten en daar heb ik het moeilijk mee. Dat kan gebeuren binnen de context van een vechtscheiding, waar ouders een opbod doen om zo veel mogelijk in de gunst te komen van hun kind door straffen of evaluaties aan te vechten. Dat is niet in het belang van het kind. Een leerling heeft er baat bij te voelen dat ouders vertrouwen hebben in de school en dat school en ouders samenwerken.

Kies als ouders een school op basis van een pedagogisch project en steun die visie ten volle. Binnen de schoolmuren moeten leerlingen voor een stuk “vrij zijn” van wat er thuis of in de buitenwereld gebeurt om open te staan voor vorming. Het welbevinden van leerlingen op school groeit niet alleen door leuke dingen te doen, maar vooral door iets nieuws te leren, beter te worden in iets en succeservaringen.

In onze school geven leerlingen hun smartphone af, ze hebben die ook niet bij op de speelplaats. Leerlingen en ouders stellen dat niet ter discussie, ze ervaren die momenten van loskoppeling van de digitale wereld als positief. Het geeft tijd om iets anders te doen.’

Wereldwijs

De maatschappij verwacht zoveel van scholen dat de basiskennis en -vaardigheden onder druk komen te staan. Terug naar de kern, is de boodschap van de commissie. Wie moet leerlingen dan ‘wereldwijs’ maken?

‘Ik ervaar iedere dag dat leerlingen nog amper kunnen hoofdrekenen en het leesniveau in Vlaanderen is alarmerend achteruitgegaan. Die basiskennis is een noodzakelijke bouwsteen om iedere andere kennis of vaardigheid verder te ontwikkelen. Kwetsbare leerlingen lijden het meest onder dat gebrek aan basiskennis, zij krijgen thuis niet de bagage mee zoals kinderen uit kansrijke gezinnen.

Onderwijs krijgt steeds meer vragen, maar de tijd op school is de afgelopen decennia alleen maar verminderd. Onlangs hoorde ik – naar aanleiding van de aanrandingen van jonge vrouwen – weer een oproep aan het onderwijs. We kunnen al die vragen niet aan. Verkeerseducatie, financiële en digitale geletterdheid, burgerschapsvorming, emotionele en sociale ontwikkeling, gezondheidsbevordering … Ze zijn allemaal belangrijk, maar onderwijs kan dat niet alleen.

Ik vergelijk het soms met de enorme druk die ons gezondheidssysteem nu ervaart met de covidcrisis: de basiszorg komt onder druk en ziekenhuizen moeten ingrepen uitstellen en patiënten weigeren. Heel wat van die bijkomende opdrachten die nu van het onderwijs verwacht worden, kunnen volgens mij ook thuis worden aangeleerd.’

LEES OOK > Inclusief onderwijs
: ‘Als je praat met elkaar vind je altijd wel een oplossing’

Is dat een faire verwachting? Niet alle gezinnen hebben dezelfde mogelijkheden om hun kinderen hierin te ondersteunen en de school is de enige plek waar alle kinderen en jongeren bereikt worden.

‘Niet alleen gezinnen, maar ook andere maatschappelijke spelers kunnen een rol spelen. Denk maar aan de politie – als het gaat over verkeersveiligheid -, het jeugdwerk of andere organisaties in de buurt.

Na de schooltijd kunnen er op school allerlei activiteiten worden aangeboden in samenwerking met anderen. Wij verwachten van de derdejaars in onze school dat ze zich dertig uur buiten de lestijd engageren in sociale organisaties. Dat draagt bij tot de brede vorming, maar we kunnen het niet binnen de onderwijstijd plannen. Voor elke opdracht die er bijkomt, komt er een ander leermoment in de verdrukking.’

Diversiteit

De Gezinsbond steunt je pleidooi tegen schaduwonderwijs, betaalde bijles om leerachterstand bij te werken. Bij het advies voor meer huiswerk hebben we vragen. De coronacrisis maakt immers duidelijk hoe divers en ongelijk de thuissituatie van leerlingen is.

‘Onderzoek toont aan dat vooral leerlingen uit sterkere gezinnen extra voordeel hebben bij buitenschoolse bijlessen of hulpverlening. Andere ouders kennen de weg niet of kunnen het niet betalen.

Daarom moeten leerlingen zoveel mogelijk op school terechtkunnen voor remediëring en bijsturing. Als een leerling even hapert, kan dat perfect met differentiatie in de klas worden opgevangen. Als de achterstand te groot is, kan het buiten de lestijden, maar wel op school, aangepakt worden, bijvoorbeeld op woensdagnamiddag én gratis.

Wat huiswerk betreft, blijkt uit een grote meta-studie dat dit geen groot, maar wel een betekenisvol effect heeft op de leerresultaten vanaf het vierde leerjaar. Maar niet alle huiswerk is even zinvol. We mogen niet van ouders verwachten dat ze helpen, want dat draagt niets bij tot het leerproces. Het is ook niet de bedoeling dat leerlingen thuis nieuwe leerstof verwerken.

Huiswerk is in de eerste plaats bedoeld om wat in de klas geleerd werd te herhalen en in te oefenen. Fouten maken mag, het is dus beter om geen punten te geven voor huiswerk. Onmiddellijke en gerichte feedback van de leerkracht is nodig om bij te sturen waar nodig.

Daarom hebben we ook vragen bij werkvormen als groepswerk of zelf ontdekkend leren. Die werkvormen vereisen dat de leerlingen een zekere maturiteit hebben en de leerstof voldoende beheersen. Bij jongere leerlingen is het belangrijk dat een leerkracht precies weet wie een bepaald onderdeel al dan niet onder de knie heeft. Directe instructie, uitgebreide feedback maar ook huiswerk kunnen daarbij helpen.

De zorg om de thuissituatie van kwetsbare leerlingen is terecht, maar het is belangrijk om voor die groep dezelfde hoge verwachtingen te blijven koesteren.’

LEES OOK > Schaduwonderwijs: wat is het?

In het rapport wordt gewezen op de verantwoordelijkheid van ouders als het gaat om discipline en zindelijkheidstraining, maar we missen de term ‘partnerschap’. Voor de Gezinsbond is ouderbetrokkenheid tweerichtingsverkeer. Ouders willen het roer niet overnemen, maar kunnen een waardevolle informatiebron zijn als het gaat om het welbevinden, de talenten of kwetsbaarheid van hun kind. Kun je je hierin vinden?

‘Het is allerminst onze bedoeling om ouders met de vinger te wijzen. De problemen rond zindelijkheid worden ons gesignaleerd vanuit het werkveld. Niet enkel leraars, maar ook leerlingen vinden dat klasgenoten soms storend gedrag vertonen.

Het onderwijs kan niet alle problemen alleen aan, ouders en leerkrachten moeten schouder aan schouder staan. Scholen moeten openstaan voor de suggesties van ouders, en als er niet meteen een oplossing is, mogen we de hete aardappel niet aan elkaar doorgeven.

Het rapport is een oproep aan alle ouderwijsbetrokkenen, ook ouders, om samen uit de loopgraven te komen, zoals in de kerstnacht van 1914 in Ploegsteert, waar beide kampen elkaar in een voetbalspel ontmoetten. Misschien kan het rapport wel die voetbal zijn?’

Meer info

Het rapport ‘Naar de kern’ is te raadplegen op de website van Onderwijs Vlaanderen.

Foto: Kristof Ghyselinck

Dit artikel verscheen in januari 2022 in De Bond, het ledenblad van de Gezinsbond. De Bond kan ook bij jou (gratis!) in de bus vallen. Het enige wat je hoeft te doen, is lid worden. Nieuwtjes en activiteiten van de Gezinsbond meevolgen kan ook via FacebookTwitter en Instagram.

Gepubliceerd op: 06/01/2022

Tags: , , ,