De scholen gingen een paar dagen eerder dicht, maar officieel is ons land sinds woensdagmiddag 18 maart in lockdown om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. Van de ene dag op de andere viel het sociale en een groot deel van het economische leven stil, terwijl het in onze ziekenhuizen en woonzorgcentra alle hens aan dek was. We vroegen aan mensen uit verschillende sectoren en van verschillende leeftijden om te getuigen over de impact van de coronamaatregelen op hun (school)werk.
Treinbegeleider zonder reizigers

Tuur De Rauw is treinbegeleider. ‘Elke avond geven we de cijfers door over hoeveel mensen er aan elke halte opstapten. Het zijn er bedroevend weinig. Die lege perrons en treinen, het is akelig’, vindt hij. ‘Dat we maar snel weer reizigers mogen vervoeren.’
Overvolle treinen – die heb je in normale tijden, een mens zou het haast vergeten – vindt Tuur niet leuk. ‘Mensen zitten niet comfortabel en ik kan er niets aan verhelpen, dat is vervelend. Maar zo leeg als nu is helemaal niet fijn.’
‘We moeten ook veel minder uren werken omdat er minder treinen rijden. We zijn gedwongen om overuren op te nemen en soms ook vakantie.’
Tuur heeft de normale situatie op treinen niet lang meegemaakt. Zijn stage begon in oktober vorig jaar, sinds begin februari is hij treinbegeleider.
Een goeie maand later werd door de impact van de coronamaatregelen alles anders. Tuur kan dan ook nauwelijks wachten tot er weer volk op de trein is om te begeleiden.
Boekhandel De Zondvloed levert aan huis
Sabine Vandenbroucke baat in Roeselare boekhandel De Zondvloed uit. Sinds 18 maart is de winkel dicht. ‘Vaste kosten zoals de huur lopen door terwijl alle inkomsten wegvallen’, zegt ze.
‘Het verlies is veel groter dan de voorziene compensatie. Ik vrees dat veel kleine zelfstandigen moeilijk of niet zullen overleven als de sluiting lang duurt.’
Enkele trouwe klanten bestellen nu boeken per mail. Sabine levert – zoveel mogelijk te voet – aan huis. Samen met broer Johan van De Zondvloed in Mechelen werd een webshop opgezet.
‘Dat helpt, maar wij kunnen niet concurreren met grote online verkopers als Bol.com en Amazon. Onze troef is juist kleinschaligheid en persoonlijk advies. We hopen dan ook dat de winkel binnenkort weer open kan, op een veilige manier. De onzekerheid – financieel, maar ook op het vlak van gezondheid en sociaal leven – knaagt.’
Dansen in je kot
Volksdansen is dé grote passie van Pieterjan Hantson. Hij doet het al zowat zijn hele leven, of toch sinds hij kan lopen. Normaal vullen danscursussen en -instuiven zijn vrije tijd en op woensdagavond geeft hij dansles.
Het hoogtepunt van het jaar is een dansfestival dat volk uit heel Vlaanderen en Nederland lokt. In maart zou het weer zover zijn, maar na een jaar voorbereiding besliste corona er toch anders over. Het festival moest worden afgelast.
Maar Pieterjan bleef niet bij de pakken zitten. Hij dokterde een festivalavond via livestream uit. En zo dansten op zaterdagavond in wat het festivalweekend had moeten zijn, Vlamingen en Nederlanders in hun kot.
Ondertussen schuift Pieterjan ook om de veertien dagen op woensdagavond tafel, stoelen en zetels aan de kant voor een videodansles vanuit zijn woonkamer. Tot er eindelijk weer samen kan worden gedanst, wordt het alternatief zeer gewaardeerd.
Solidariteit in de woonzorgcentra
Paul Callebert is directeur van woonzorgcentrum Sint-Henricus in Roeselare. Sinds donderdag 12 maart zijn er geen bezoekers meer toegelaten.
‘De bewoners blijven er rustig bij, en de familieleden houden zich aan de afspraken’, zegt Paul. ‘Iedereen is zich ervan bewust dat het nodig is.’
Dagcentrum, cafetaria, restaurant en kapsalon zijn gesloten en grote groepsactiviteiten gaan niet door.
Kinesisten en ergotherapeuten organiseren activiteiten in kleinere groepen en helpen digitale contacten te leggen met de buitenwereld via Familienet. ‘Foto’s en video’s worden gedeeld op smart-TV’, vertelt Paul.
‘Alle zorgmedewerkers kregen begin maart een uitgebreide toelichting door de microbioloog en de hygiënist van het naburige ziekenhuis over COVID-19 en de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen. Iedereen is gemotiveerd en werkt volgens strikte voorschriften’, zegt Paul. ‘Elke dag is er een duidelijke briefing en instructiefilmpjes op de televisieschermen houden medewerkers alert.
De eerste week kregen we mondmaskers gemaakt door vrijwilligers, nu werken we met chirurgische maskers. Momenteel (15 april) zijn alle bewoners symptoomvrij. In een ander wzc in de stad is er een uitbraak. Enkele verpleeg- en zorgkundigen van Sint Henricus springen daar nu bij. De solidariteit is groot.’
Werken op een covidafdeling
Antonella Zunino kwam acht jaar geleden uit Italië naar België. In normale tijden is ze verpleegkundige op een revalidatieafdeling van een ziekenhuis.
Toen we hier nog niet vermoedden wat ons boven het hoofd hing, sloeg de coronapandemie al volop toe in Italië. Antonella volgde de situatie via familie en vrienden daar en maakte zich zorgen omdat er zo weinig gebeurde om hier hetzelfde drama te voorkomen.
‘In het ziekenhuis werkten we nog zonder mondmaskers. Dat vond ik onverantwoord. Collega’s zeiden “België is Italië niet” en dachten dat er wel richtlijnen zouden komen als dat nodig was.’
‘Voor deze ongeziene situatie was er echter geen draaiboek. De gezondheidszorg is een complexe machine en een andere aanpak tot in alle radertjes doorvoeren vergt tijd en grote inspanningen.’
Sinds enkele weken werkt Antonella op een covidafdeling van het ziekenhuis, waar besmette ouderen worden verzorgd. ‘Het team is supergeëngageerd en er wordt goed voor de patiënten gezorgd, dat is heel motiverend. Bezoek mag niet, maar met een tablet helpen we de patiënten contact te houden met hun familie.’
‘Sommigen beschouwen ons als helden omdat we met covidpatiënten werken. Het besmettingsgevaar is reëel, maar we hebben uitstekend beschermingsmateriaal.’
‘We lijken wel marsmannetjes met onze pakken en maskers. Om elkaar te herkennen als personeel plakken we een sticker op ons pak met onze naam en functie.’
‘Het besmettingsgevaar was groter toen ik nog onbeschermd op mijn gewone afdeling werkte. Enkele van mijn collega’s daar zijn besmet geraakt, zoals veel zorgverleners jammer genoeg overkomt.’
Nieuwkomer Jawad: ‘Ik wil terug naar school’
Jawad Sarwari is 19 jaar en woont in Oostende. Hij kwam vier jaar geleden met zijn familie uit Iran naar België en zit nu in het zesde jaar handel. ‘Nederlands, Engels, Frans, Duits… had ik in mijn land niet geleerd’, zegt hij. Voor die vakken moet hij dan ook hard werken.
Nu de scholen dicht zijn en alle taken doorgemaild worden, is het extra lastig voor Jawad. ‘Ik moet veel meer tijd steken in schoolwerk dan klasgenoten en haal toch vaak minder goede resultaten dan zij, dat is frustrerend.’
‘Als ik uitleg vraag aan de leerkrachten, begrijp ik de bijkomende toelichting soms niet. Dan durf ik niet verder te vragen. In de bibliotheek afspreken met medeleerlingen gaat nu ook niet.’
Zonder de coronamaatregelen zou Jawad tijdens de paasvakantie leerstof van het voorbije trimester gestudeerd hebben. ‘Nu was daar geen tijd voor omdat ik taken opnieuw moest maken’, zegt hij.
‘Op school ga ik ’s ochtends en tijdens de middagpauze naar de studie, waar de leerkracht samen met mij de taken bekijkt en me helpt met mijn vragen. Maar nu valt dat allemaal weg.’ Jawad hoopt dan ook dat de scholen snel weer opengaan.
Stage in Benin in het water gevallen
Phaedra Marcoen is laatstejaarsstudente medisch laborant aan de Odisee Hogeschool in Gent. Op 8 maart vertrok ze met enkele medestudenten en docenten op buitenlandse stage naar Benin.
In België waren de eerste coronabesmettingen vastgesteld, maar niemand schatte in hoe ernstig het zou worden. Amper 24 uur nadat ze in Benin waren geland kwam het nieuws dat ze moesten terugkeren.
‘Van de overheid daar mochten we blijven, maar wel twee weken in quarantaine, zonder enig contact met de bevolking’, vertelt Phaedra. ‘We bleven maar drie weken, er zouden ons maar enkele dagen resten om in de projecten mee te draaien. De Hogeschool besliste dat dat geen zin had en vijf dagen later waren we weer thuis.’
‘We hadden maandenlang naar de stage toegeleefd en financiële acties gedaan voor de projecten waar we zouden meehelpen. De ontgoocheling dat het niet doorging was groot. Maar ik begrijp de beslissing wel.’
‘Nog geen week na ons vertrek waren we weer in Vlaanderen. Ik zou terugkeren naar het ziekenhuis waar ik voor mijn vertrek al stage liep, maar toen werden ook de binnenlandse stages stopgezet vanwege corona.’
‘Daardoor zit ik nu thuis, in de Vlaamse Ardennen, bij mijn ouders, en werk aan mijn eindwerk. Ik hoop op 18 mei de ziekenhuisstage weer te kunnen opnemen. Benin zit er jammer genoeg niet meer in.’
Deze getuigenissen over de impact van de coronamaatregelen verschenen in april 2020 in De Bond, het ledenblad van de Gezinsbond. De Bond kan ook bij jou (gratis!) in de bus vallen. Het enige wat je hoeft te doen, is lid worden. Nieuwtjes en activiteiten van de Gezinsbond meevolgen kan ook op Facebook, Twitter en Instagram.
Gepubliceerd op: 30/04/2020, laatste update op: 20/05/2022Tags: coronacrisis, coronamaatregelen, getuigenis