Malika Aberkan (37) en Ahmed El Bakkali (44) wonen met hun kinderen Amine (17), Yasser (14), Issam (11), Haroun (9), Louay (6), Nouh (4) en Leyana (2,5) in Molenbeek. Malika is halftijds leerkracht islamgodsdienst. Ahmed is consulent in een bedrijf. Malika volgt ook een masteropleiding aan de VUB waarbij ze onderzoek doet naar hoogbegaafde leerlingen in een grootstedelijke context met migratieachtergrond in het lager onderwijs. Drie kinderen in het gezin kregen de diagnose hoogbegaafd. ‘We zijn op veel vlakken bevoorrecht’, vindt Malika, ‘maar we hebben ook onze portie “uitdagingen”. Die hebben vooral te maken met de school.’

Groot gezin

Ahmed is een uitstekende kok en hij neemt ook de boodschappen voor zijn rekening. De kinderen begeleiden bij hun schoolwerk en de contacten met school zijn voor Malika. ‘Een leerkracht is daar het best voor geplaatst’, vindt Ahmed. De vrije tijd van de kinderen is gevuld met: schaken, skaten, drummen, breakdance, muziekschool en theater, Engelse lessen, circus, voetbal, piano, Japanse rekenschool, Arabische lessen, Plusklas, Chiro, Jeugdbond voor Natuur en Milieu (JNM).

‘Als kind al wilde ik later een groot gezin’, zegt Malika. ‘Gelukkig zat mijn man op dezelfde lijn. Ik vind het een zegen moeder te mogen zijn van zes jongens en een meisje als afsluiter. Veel mensen denken dat we een nieuw samengesteld gezin zijn. Zoveel kinderen van wie een paar met lichtbruin haar en lichte ogen. Ik word moe van die opmerkingen maar reageer meestal lachend: “Allemaal eigen kweek uit eigen tuin. Goeie grond”.

Ik kreeg ook vaak reacties als ik (weer) zwanger was. Velen zien kinderen als een beperking voor een moeder. Dan zijn ze heel verbaasd te horen dat ik uit werken ga. Ik heb helemaal niet het gevoel dat een groot gezin een rem zet op mijn leven.’

LEES OOK > Een hobby voor je kind? Zo maak je goede keuzes én hou je het plezant

Er is altijd iemand

‘Ik kom zelf uit een gezin van elf en heb daar heel warme herinneringen aan. Samenzijn met alle kinderen en een schare kleinkinderen, lijkt me een heerlijk vooruitzicht.

In het begin vond mijn man het lastig dat er zo weinig vrije tijd overbleef. De baby- en peutertijd zijn niet echt mijn ding, hij nam toen heel veel op zich. En troostte mij dat die fase snel voorbij zou gaan. Zodra ze wat groter zijn, gaat het moederschap mij beter af. Niets zo heerlijk als een huis vol kinderstemmen die lachend of huilend hun verhalen met je delen. De kinderen zijn trots op hun grote gezin en hebben veel aan elkaar. Het voordeel van een groot gezin is dat er altijd iemand is, en het grote nadeel is ook dat er altijd iemand is. (lacht)

‘Het voordeel van een groot gezin is dat er altijd iemand is, en het grote nadeel is ook dat er altijd iemand is.’

Wij drukken onze kinderen op het hart dat ze er nooit alleen voor staan en ze met alles bij ons terechtkunnen. Geduld is niet mijn sterkste kant, maar ik doe mijn best, ook als ze soms het bloed van onder de nagels halen.

We tonen respect voor wat zij voelen, willen, denken en doen. Zo leren ze op hun beurt respect hebben voor hun ouders en anderen. Je kan als ouder je inzichten meegeven, maar ze mogen zijn wie ze zijn. Natuurlijk botst het wel eens. Dan protesteert er bijvoorbeeld een dat hij minder vrijheid en dure spullen krijgt dan klasgenoten. We praten daarover: waarom wil je dat, en waarom raakt het jou zo?’

Kinderen houden spiegel voor

‘Rotdagen en pittige periodes zijn er in ons gezin ook, die hebben vaak te maken met de school. Hoogbegaafdheid lijkt een zegen, maar het is echt niet gemakkelijk.

Onze kinderen en wij als ouders hebben een heel lastige weg afgelegd. We proberen moeilijke dingen het hoofd te bieden met een positieve ingesteldheid. Voor mij maakt alles wat op je pad komt deel uit van een groter geheel. Alles heeft zin. Ik hoop dat mijn kinderen zin vinden door te doen wat ze graag doen en belangrijk vinden, en door hun bijdrage te leveren aan een mooiere en verdraagzamere wereld. Voor henzelf en voor anderen.

In opvoeding probeer je door te geven wat je zelf belangrijk vindt. Elk kind reageert anders en vergt een individuele aanpak. Dat is zoeken, maar gaandeweg word je er vaardiger in. In onze kinderen zien we ook karaktertrekken van onszelf. De een heeft de zachtaardigheid van zijn vader, de ander het ongeduld van mij. Die spiegel is soms confronterend, maar wel leerrijk.

Ik ben een te nieuwsgierige en bezorgde moeder en een controlefreak. Ik zoek de beste school en naschoolse activiteiten voor elk van hen. Op een bepaald moment zaten ze in vier verschillende scholen. Mensen verklaarden me zot. Mijn man steunt me en volgt hun schoolloopbaan ook mee op. Als het moeilijk gaat met een van de kinderen is hij mijn rots en huil ik uit bij hem.’

LEES OOK > Zorgcoördinator Laila Zaimi over vooroordelen op school: ‘In kinderen geloven haalt het beste in hen naar boven’

Functioneringsgesprekken

‘Ik maak voor veel dingen tijd vrij. Mijn job, de masterstudies, stuurgroepen, vormingen, lezen, … Bijleren geeft me veel voldoening. Daarnaast ga ik regelmatig boksen en joggen. Ook de kinderen zijn met van alles bezig.

De breng- en afhaalmomenten naar de school of hobby benut ik voor gesprekjes. Omdat je in een groot en druk gezin wel eens iets of iemand over het hoofd ziet, of niet goed luistert zijn we drie jaar geleden gestart met “functioneringsgesprekken”. Een moment waar alle tijd en aandacht naar hen gaat. Het begon als grap maar werd een blijver. Om de drie weken is elk van hen aan de beurt. Dan hebben we het over waar ze mee bezig zijn, hoe ze zich voelen, wat moeilijk loopt, … Ik zeg wat ik anders zou willen en zij mogen zeggen wat ze van ons verwachten. Dat is soms slikken, want ze zijn heel kritisch.

Ik probeer zoveel mogelijk mee in hun leefwereld te duiken om die echt te leren kennen en begrijpen. Afhankelijk van de leeftijd spelen en fantaseren we samen, gaan naar de bib, doen een rollenspel waar ik dan het kind speel, … Met de oudste zoon ga ik joggen en koffie drinken. Het schept een vertrouwensband en zij voelen zich gewaardeerd en geliefd. Mooie herinneringen samen met de ouders betekenen uiteindelijk meer dan nieuwe speeltjes of kleren.

‘Ik vertel mijn kinderen dat de wereld vol verrassingen zit en dat zij in hun dromen moeten geloven’

Ook de jongste staat erop dat zij haar gesprek krijgt. Dan trekt ze haar laarsjes aan en zegt trots: “Ik heb een gesprek met moeder”. (Ze noemen me moeder, ik weet niet meer hoe dat gekomen is.)

Dan vertelt Leyana bijvoorbeeld dat een pop een been kwijt is. “Ik heb gezocht en heb het niet gevonden, kan jij helpen zoeken?” Soms verzint ze agendapuntjes. Zalige momenten zijn het.

Louay vroeg me toen hij vijf was op zo’n gesprek of ik alsjeblieft kon proberen te stoppen met kindjes maken. We hadden er al genoeg vond hij, de zes slaapkamers waren vol en dan hadden we centjes om Pokémonkaarten te kopen. Ik vond het hilarisch, maar hij meende het bloedserieus. Eigenlijk interesseerden die kaarten hem niet, zo bleek. Klasgenootjes hadden ze en hij wilde erbij horen. We hebben daarover gepraat. Erbij willen horen is immers een heel menselijk verlangen.

Soms “vergaderen” de zonen ook per twee. Daar ontstond het idee om de zolder in te richten met een klimmuur en een “uitvindersruimte” omdat ik dan niet meer zou moeten krijsen als er beneden te veel rommel ligt. Er is ook spontaan een werkgroep “problemen en ruzies” ontstaan en we organiseerden een vorming communiceren bij ons thuis.’

Vooroordelen kwetsen

‘We krijgen veel van vriendelijke mensen: steps, fietsen, cinematickets … Dat is lief, maar soms voel ik me wel een beetje de familie Flodder. Een Marokkaanse grote familie is in de ogen van veel mensen per definitie kansarm en de kinderen zullen wel moeite hebben om te volgen op school, denken ze. Als mensen horen dat ik in het onderwijs sta, onze kinderen meertalig zijn en het goed doen op school, zijn ze soms in de war. Dat verwachten ze niet. Die vooroordelen vind ik kwetsen.

In de lagere school sturen we de kinderen bewust naar een concentratieschool in Molenbeek. Niet over het kanaal naar een “witte” school om te vermijden dat ze al van jongs af te maken zouden krijgen met discriminatie en vooroordelen over hun afkomst.

In de klas van een van de zonen waren op een verjaardagsfeestje alleen Vlaamse kinderen uitgenodigd. Hij was daar heel ongelukkig om. Ik zei dat hij er als gekleurd kindje rekening mee moest houden dat hij er niet altijd bij zou horen. Een harde uitspraak waar ik achteraf spijt van had, maar ik wilde hem beschermen tegen ontgoochelingen.

Ik heb Vlaamse “witte” medestudenten, collega’s en vrienden waar ik juist helemaal mezelf kan zijn. Het kan dus wél, en ik hoop dat ook onze kinderen dat mogen ervaren.’

LEES OOK > Hoe praat je met je kleuter over huidskleur en racisme?

Durf te dromen

‘Als kind had ik een leraar wiskunde met een migratieachtergrond. Hij inspireerde me om leerkracht te worden. Onlangs liet een oud-leerlinge weten dat zij ook in het onderwijs zou gaan. Het is fijn dat ik een rolmodel kan zijn voor Brusselse jongeren.

Ik vertel mijn kinderen dat de wereld vol verrassingen zit en dat zij in hun dromen moeten geloven. “Wacht niet tot je kansen krijgt, maar zoek en grijp ze zelf. Durf te dromen!”‘

LEES OOK > Nahile Huseynova wil als leerkracht wiskunde rolmodel zijn voor nieuwkomers

Illustratie: Jurgen Walschot

Dit artikel verscheen in december 2021 in De Bond, het ledenblad van de Gezinsbond. De Bond kan ook bij jou (gratis!) in de bus vallen. Het enige wat je hoeft te doen, is lid worden. Nieuwtjes en activiteiten van de Gezinsbond meevolgen kan ook via FacebookTwitter en Instagram.

Gepubliceerd op: 14/12/2021