Mama’s die er bewust voor kiezen om langer dan zes maanden borstvoeding te geven, moeten zich daar nogal eens voor verantwoorden en stoten in hun omgeving op onbegrip en hardnekkige clichés. ‘Dat is toch niet meer normaal’, horen ze vaak. ‘Heeft dat kind dat wel nodig? Hoelang ga je dat nu nog doen?’ We zetten de belangrijkste feiten en fabels op een rijtje.

‘Borstvoeding geven tot twee jaar is nog steeds de norm van de Wereldgezondheidsorganisatie’, benadrukt Serena Debonnet, ‘in combinatie met een gezonde, gevarieerde voeding vanaf zes maanden. En het mag gerust nog langer doorgaan, zolang mama en kind het allebei oké vinden.’

Hoe langer, hoe liever dus. Maar wat zeg je als mama als je je moet verdedigen tegen onbegrip en andere onzin, zoals:

‘Je krijgt er hangborsten van’

Dat klopt niet. Het maakt niet uit of je borstvoeding hebt gegeven, of hoe lang. Je lichaam is gewoon veranderd door het feit dat je zwanger bent geweest.

De hormonen hebben ervoor gezorgd dat je borsten zwaarder en voller zijn geworden, en nadien neemt dat ‘effect’ weer af.

Bij de ene mama zullen de borsten dan een beetje gaan hangen, bij de andere zullen ze even stevig zijn als voordien. Dat heeft vooral te maken met de elasticiteit van je huid.

‘Je kind krijgt tandjes, dus het doet sowieso pijn’

Klopt ook niet. Een baby’tje drinkt aan de borst met een heel specifieke techniek, die een groter kind of volwassene niet meer kan.

Je kindje legt zijn tong op zijn onderlip, zo worden de onderste tandjes afgedekt. En zijn hoofdje ligt zo dat zijn kin tegen de borst aankomt en zijn neusje ‘wegkijkt’, dus ook bovenaan komt er geen druk.

Natuurlijk kan het gebeuren dat je kleintje even iets uitprobeert of per ongeluk bijt. Maar als jij ervan schrikt, reken maar dat hij ook schrikt.

Aangeven dat het pijn deed en hem of haar even van de borst halen, maakt meteen duidelijk dat iets niet oké was.

LEES OOK > Tandenpoetsen leuk maken: 6 tips

‘Het duurt langer voor je kind doorslaapt’

Moedermelk is lichter verteerbaar dan kunstvoeding. Als je borstvoeding geeft, is die melk na anderhalf tot twee uur alweer verteerd. Maar zelfs al heeft een kind dat ‘s avonds wat meer moet verteren een voller gevoel en is het daardoor wat lomer, dat is nog geen garantie dat het zal doorslapen.

Misschien hameren we gewoon te hard op dat doorslapen? Op zes maanden slaapt ongeveer de helft van de baby’s door. Dat gebeurt ongeacht de voeding die ze krijgen, en heeft alles te maken met de hersenontwikkeling.

Bovendien vragen we hier iets van kinderen wat wij zelf ook niet kunnen: ongeveer vier op vijf volwassenen wordt ‘s nachts een keertje wakker, bijvoorbeeld om te drinken of te plassen.

LEES OOK > Hé, het is oké als je baby nog niet kan doorslapen

‘Na zes maanden is de kwaliteit van moedermelk niet meer oké’

Fabeltje. Je hoeft nooit aan de kwaliteit van moedermelk te twijfelen, want die past zich continu aan volgens de behoeften van je kind. Alleen het ijzergehalte ligt na zes maanden een beetje te laag. Dat is precies de reden om zeker vanaf zes maanden met vaste voeding te beginnen.

Blijf je borstvoeding geven, dan laat je je kind liefst met zoveel mogelijk verschillende soorten voeding in contact komen, dus bijvoorbeeld ook met gluten of vis. Je kind kan zelf aangeven hoeveel eten hij of zij nodig heeft.

Start gewoon met enkele lepeltjes fruit of groenten. Er komt vanzelf een moment waarop je zoon of dochter grotere porties gaat eten. Dan wordt de moedermelk stilaan bijvoeding en zal de melkproductie ook minderen. Maar de kwaliteit van de melk blijft uitstekend.

‘Je doet het meer voor jezelf dan voor je kind’

Er zijn evenveel redenen om borstvoeding te geven als er mama’s zijn, en geen enkele reden is een slechte reden. Er is helemaal niets mis mee als je het zelf ook fijn vindt om te voeden, of als je het gevoel hebt dat je nog geen afscheid kunt nemen van dat knusse moment samen met je kindje.

Als jij je er als mama goed bij voelt, is dat ook goed voor je kind.

Op een bepaald moment zal jij of je kindje aangeven dat het tijd is om ermee te stoppen. Dat kan een zeer emotioneel moment zijn, maar soms is het gewoon een praktische kwestie of geeft je kind duidelijk aan dat de behoefte weg is. Daar komen jullie samen wel achter als het zover is.

‘Je geeft je partner niet de kans om een band op te bouwen met jullie kindje’

De band tussen een moeder en haar kind is iets unieks, dat is gewoon zo. Maar dat heeft niets te maken met wat voor voeding je geeft, en het betekent niet dat je kind geen innige band kan opbouwen met andere zorgfiguren in zijn of haar leven.

Die band groeit vooral door innige aanwezigheid, maar ook door een vertrouwde stem, een geur of een hartslag. Er zijn zoveel dingen die een partner elke dag kan doen: jullie kindje moet gedragen worden, ververst, gewassen, getroost en geknuffeld. Ook deze uitspraak verwijzen we dus naar sprookjesland.

‘Je kunt als koppel nooit iets met z’n tweetjes doen, want dat kind “hangt” er altijd bij’

Als je er nood aan hebt om nu en dan eens iets te doen met je partner of onder vrienden, dan zijn er beslist oplossingen te bedenken. Afkolven, bijvoorbeeld.

Maar veel mama’s vinden het ook prettig om hun kind gewoon mee te nemen op restaurant of bij een uitstapje. Daar hoeft de rest van de wereld zich verder niet mee te bemoeien.

Als mama (en als koppel) is het vooral belangrijk om te voelen waar jullie zelf nood aan hebben. Wat mis je van je oude leven en hoe kan je dat stukje opnieuw inpassen in je nieuwe bestaan? Met je kindje erbij of eventjes zonder?

LEES OOK > Met deze tips wordt moedermelk afkolven een succes

Schouderklopje

‘We oordelen heel makkelijk in de plaats van anderen’, besluit Joke Muyldermans, ‘ook over borstvoeding. Bovendien willen we voor alles meteen een oplossing bedenken. Als een mama zegt: “Ik ben moe, het was een zware nacht!”, dan hoor je meteen: “Doe je baby eens een nacht bij de oma, dan kun jij doorslapen.”  Maar wie weet slaapt die mama dan helemaal niet, omdat ze ongerust is over haar kind.

Voedende mama’s hebben vooral nood aan een schouderklopje: “Fijn dat je dat doet, knap van je!” Ze zijn veel meer gebaat met de vraag: “Wat zou jou nu plezier doen?” dan met goedbedoelde raad.

Als je op zes maanden nog borstvoeding geeft, zien veel mensen je kind in gedachten al tot zijn achttiende bezig. “Hoe lang ga je dat nu nog doen?” Het enige juiste antwoord is: tot het voor mama of baby genoeg geweest is. En dat kan één jaar zijn, twee of meer. Maar wees gerust: achttien zal het niet worden.’

Joke Muyldermans is vroedvrouw bij InTeam en lid van het dagelijks bestuur van de Vlaamse Beroepsorganisatie van Vroedvrouwen.

Serena Debonnet is vroedvrouw-lactatiekundige en voorzitter van de Belgische Vereniging van Lactatiekundigen.

Dit artikel is eerder verschenen in Brieven aan Jonge Ouders, het gratis tijdschrift voor alle ouders dat je automatisch in de bus krijgt. Daarnaast hebben we ook een maandelijkse nieuwsbrief voor kersverse ouders die perfect de leeftijd van je kindje volgt. Schrijf je hier snel in!

Gepubliceerd op: 14/06/2021, laatste update op: 20/09/2023

Tags: ,