Elke baby weent. Huilen is nu eenmaal de enige manier waarop je kindje kan signaleren dat er iets scheef zit, van honger tot vermoeidheid of pijn. Maar wat als je huilbaby zich niet laat troosten, het geween maar niet stopt en jij langzaam maar zeker aan het eind van je Latijn bent?
De Expert
Oona Janssens is vroedvrouw, doctor in de gezondheidswetenschappen en mama van twee voormalige huilbaby’s. Ze schreef ‘Huilouders: handvaten voor ouders, hun omgeving en hulpverleners’ (2024, Pelckmans).
Club huilbaby
‘Eén baby op vijf huilt overmatig veel’, valt Oona met de deur in huis. Als ‘huilouder’ ben je dus zeker niet alleen. Toen Oona vijf jaar geleden mama werd, werd ook zij lid van de club. ‘Het eerste levensjaar van ons zoontje hebben we in een waas beleefd. We hebben er zelfs heel weinig foto’s van, omdat we niet bezig waren met leven, maar met overleven. Ik voelde me machteloos, twijfelde of ik een goede mama was en legde de schuld van het voortdurende gehuil bij mezelf. En ik was moe, zo moe… Eigenlijk stond toen alles wat we deden in het teken van het gekrijs van ons zoontje.’
Die overweldigende ervaring zette niet alleen Oona’s wereld op z’n kop, het deed haar ook beseffen dat er nog te weinig wetenschappelijk onderzoek was naar huilbaby’s. Waarop ze besliste om zelf 500 (ex-)huilouders te bevragen over hun noden en ervaringen. Welke tips zou ze nu, op basis van dit onderzoek, geven aan andere mama’s en papa’s met een huilbaby?
LEES OOK > Overleven met een huilbaby: 5 inzichten van mama Sarah
Laat ongevraagd advies van je afglijden
‘Als je kindje veel weent, krijg je heel wat goedbedoelde adviezen zonder dat je erom vraagt’, weet Oona ook uit eigen ervaring.
‘Sommige tips die je te horen krijgt, heb je al lang geprobeerd. Andere passen absoluut niet bij je. Ik weet dat het moeilijk is, maar probeer je daarvoor af te sluiten. Je kan knikken, glimlachen en de tips gewoon van je af laten glijden. Of je kan rechtuit zeggen dat het lief is dat die persoon met goede raad komt, maar dat jij je kind het beste kent en het advies niet nodig is. Jaag je er vooral niet in op. Het is zonde om kostbare energie te verspillen aan die gevoelens van frustratie.’
Wees eerlijk
‘Uit angst voor overbodig advies en onbegrip durven veel huilouders niet aan hun omgeving te vertellen hoe slecht het met hen gaat. Maar als je zwijgt, zal je zeker niet begrepen worden. Je hoeft niet aan iedereen te vertellen dat je een huilbaby hebt, maar je hart luchten bij een of meerdere vertrouwenspersonen doet ontzettend veel deugd. Bovendien zal je omgeving pas extra praktische hulp aanreiken als ze beseffen dat de nood hoog is.
Ja, als huilouder heb je het gevoel dat je aan het falen bent. Je hebt het gevoel dat je alles zélf zou moeten kunnen, jij hebt tenslotte voor je kindje gekozen. Maar it takes a village to raise a child. Durf dus concrete hulp te aanvaarden én te vragen. Zoals een vriendin die je baby een uurtje overneemt zodat je rustig in bad kunt. Of je (schoon)ouders die boodschappen voor je meebrengen.’
LEES OOK > Hulp vragen is geen schande
Weet dat er veel oorzaken zijn
‘De meeste huilouders kloppen in eerste instantie aan bij een arts om een medische oorzaak uit te sluiten’, ondervindt Oona. ‘Dat moet vroeg of laat ook gebeuren. Mijn dochtertje, die ook een huilbaby was, bleek bijvoorbeeld veel te wenen door koemelkeiwitallergie. Maar weet dat er in minder dan vijf procent van de gevallen een medische reden wordt gevonden. Het is normaal om je hoop op een medische verklaring te vestigen: die kan tenslotte worden aangepakt. Alleen is de kans groot dat je in de kou blijft staan en wordt doorverwezen naar een volgende hulpverlener, en een volgende, en een volgende…’
Waarom het vaak moeilijk is om een oorzaak voor het gehuil te vinden? ‘Omdat het bijna altijd gaat om een aaneenschakeling van oorzaken. Soms wenen kindjes bijvoorbeeld veel door een zware bevalling, omdat de darmpjes nog niet optimaal werken én omdat ze niet weten wat ze met al die nieuwe prikkels en emoties moeten doen. Als ouder ervaar je dan uiteraard stress, waardoor je baby nog minder weet wat te doen, en jullie in een vicieuze cirkel belanden. Dan is het kwestie om kleine aanpassingen te integreren, die het huilen beetje bij beetje doen afnemen. Mijn advies voor ouders en hulpverleners is dus om zoveel mogelijk te kijken naar het totale plaatje.’
Vorm een team
‘Een huilbaby zet druk op je relatie, dat is gewoon zo. Maar als je een partner hebt, is dat eigenlijk de enige persoon die écht begrijpt wat je doormaakt. Blijf daarom goed communiceren, zodat je een team vormt. Iedereen gaat anders om met voortdurend gehuil en de machteloosheid die erbij komt kijken. Je partner kan zich bijvoorbeeld boos voelen omdat jullie dat overkomt, terwijl jij vooral verdrietig bent. Het is waardevol om die gevoelens uit te spreken, want dat helpt om elkaars reacties te kaderen. Dan schrik je niet als je partner eens hevig reageert, omdat je zal begrijpen dat die boosheid niet naar jou gericht is.
Ook als je twijfelt aan jezelf, bang bent dat het nooit meer goed komt of het moeilijk vindt om je kindje graag te zien, helpt het om dat uit te spreken. Want alleen zo kan je elkaar geruststellen’, geeft Oona nog mee. ‘Al die taboes maken het leven met een huilbaby nog veel moeilijker dan het al is. Ik ben er daarom een grote voorstander van om die te doorbreken.’
LEES OOK > Praten met je partner: deze tips kunnen helpen
Met een baby in huis ziet je leven er een pak anders uit. Onze nieuwsbrief voor jonge ouders groeit mee met je kindje en zit boordevol herkenbare verhalen en boeiende weetjes. Schrijf je hier snel in!
Gepubliceerd op: 20/11/2024