Het komt maar zelden voor dat een kindje kort voor, tijdens of na de geboorte overlijdt. Maar je baby verliezen zorgt voor een immens verdriet.

De eerste dagen na het overlijden van je kind kom je onvermijdelijk in een soort shock terecht. Praktische zaken eisen wel de aandacht op, maar worden uitgevoerd op automatische piloot. Pas als het leven weer een beetje zijn gewone gang gaat, begin je de werkelijke omvang van het verlies te beseffen.

Vooral het eerste jaar is iedere feestdag en elke verjaardag zonder je kind een verschrikking, waarbij de pijn telkens opnieuw opflakkert. Na dat eerste jaar vinden de meeste ouders een nieuw soort emotioneel evenwicht. Toch komen er jaren na het overlijden nog dieptepunten: wat je verliest als je kind sterft, is gewoon te veel om in één keer te verwerken.

Geen herinneringen

Als je kindje rond de geboorte gestorven is, heb je het nooit echt leren kennen. Hoewel de omgeving meestal denkt dat dit het afscheid draaglijker maakt, kan het ook extra moeilijk zijn. Zo’n ‘onbekend’ kind laat een enorme leegte na, en er zijn amper herinneringen om die leegte mee op te vullen.

Eentje van twee

Ook het verlies van één kindje van een tweeling wordt vaak onderschat. Ouders die zoiets meemaken, gaan gebukt onder erg tegenstrijdige gevoelens. Terwijl ze blij zijn om het overlevende kindje, dat meteen ook al hun zorg en aandacht vraagt, moeten ze tegelijk de dood van een ander kind verwerken. Een harde opgave, want het ene kind herinnert hen constant aan het verlies van het andere. Vreugde en verdriet liggen verwarrend dicht bij elkaar.

Mensen in de omgeving focussen vaak alleen op de vreugde: ‘Wees blij, je hebt er nog één over.’ Terwijl het verdriet voor de ouders heel groot en voortdurend aanwezig is: ‘We zijn er één kwijt.’

Zij blijven zich de ouders van een tweeling voelen, maar anderen zien dit niet zo. Door de dagelijkse zorg voor hun kindje hebben ze ook weinig ruimte om te rouwen. Het rouwproces wordt vaak vooruitgeschoven en komt daardoor pas later aan de oppervlakte, bijvoorbeeld bij de eerste verjaardag. Hoe meer steun en begrip deze ouders krijgen van hun omgeving, hoe groter de kans dat ze dit verlies op een goede manier kunnen verwerken.

Doodgezwegen

In het verleden haalde men de baby dan zo vlug mogelijk bij de moeder vandaan, liefst nog vóór ze hem gezien had. En verder werd dat kind zoveel mogelijk doodgezwegen. Soms reageren mensen uit je omgeving nog altijd op die manier: ze willen je zoveel mogelijk sparen.

Maar zo werkt het niet, integendeel. Je vergeet je kind niet, ook al heb je het niet (lang) gezien of wordt er niet meer over gesproken. Het maakt je verdriet alleen maar schrijnender.

Echt afscheid nemen

Gelukkig verloopt het nu anders. Ouders die rond de geboorte een kindje verliezen, worden aangemoedigd om echt afscheid te nemen. Hun baby’tje vast te houden, te wassen, kleertjes aan te trekken, foto’s te maken en een afdruk te nemen van de handjes en voetjes. Mooi, ontroerend, pijnlijk, verdrietig en liefdevol tegelijk.

Die tastbare herinneringen helpen later, zodat je niet vergeet hoe klein je sterrenkindje was, hoe hij of zij eruit zag en hoe perfect de handjes waren.
Praat dan ook zoveel over je kindje als je wil, en vraag aan mensen om net naar je zoon en dochter te vragen. Het is zo belangrijk dat wordt erkend dat je kindje er was. Dat het heeft bestaan en dat het een plekje krijgt, in de harten, voor altijd.

Mee naar huis

Als je dat wil, mag je je overleden baby mee naar huis nemen. Je hebt dan wel de toelating nodig van elke gemeente waar je door moet. De begrafenisondernemer kan dat regelen.

Wanneer je je kindje even thuisbrengt, kan je op een rustige manier afscheid nemen. Je kan familie en vrienden ook de kans geven om je kindje te zien. Die ervaringen met je omgeving delen blijkt vaak heel belangrijk voor het rouwproces. Als je dat wenst, mag je de as van je kindje thuis in een urne bewaren.
Het verdriet en het verlies slaan wonden: bij jezelf, bij je partner, bij je familie en in de relaties tussen deze mensen.

LEES OOK > Dubbel verdriet voor grootouders als een kindje overlijdt

Iedereen rouwt anders

Rouwen is iets individueel, iedereen heeft zijn eigen manier om ermee om te gaan. Ook je partner of ouders reageren misschien anders dan jij, of anders dan je verwacht. De een praat veel, de andere weinig, sommigen wenen en anderen spitten de tuin om. Dit kan een afstand veroorzaken tussen de partners, om de een vindt dat de ander niet genoeg of net te veel pijn en verdriet toont. Probeer de manier waarop een ander rouwt te respecteren en te blijven communiceren met elkaar.

Die afstand hoeft zeker niet definitief te zijn. Een mama beschreef de situatie als een rond punt: haar man ging even de ene kant op, zij de andere, maar uiteindelijk kwamen ze elkaar weer tegen om samen opnieuw dezelfde weg te volgen.

Wat het nog zwaarder maakt, is dat jullie beiden zijn getroffen. Bij andere verlieservaringen is de een meestal meer betrokken dan de ander, en dan kan die laatste een steunpilaar zijn voor de andere. Als je een kindje verliest, is dat lastiger. Het gebeurt dat koppels wisselend elkaar kunnen steunen, dat de ‘slechte’ periode van de ene samenvalt met een ‘betere’ voor de ander. Maar niet altijd. Durf te steunen op andere mensen, maar ook hier geldt: blijf praten om elkaar niet kwijt te raken.

LEES OOK > Psychiater Uus Knops: ‘De dierbare en het gemis zijn er altijd’

Broertjes en zusjes

Ook voor broers en zusjes komt het verlies hard aan. Ook al ze nog klein zijn en nog niet echt begrijpen wat er is gebeurd, voelen ze door het verdriet van hun ouders dat er iets erg is gebeurd. Vaak vormen ze voor ouders de reden om door te gaan, ze geven de donkere wolk een gouden randje door hun zijn, ze kunnen nog voor een glimlach zorgen.

Maar het gaat niet voor iedereen om de zorg voor andere kinderen er bij te nemen. Als dat niet lukt, probeer dan een tijdelijke oplossing te zoeken waar kinderen wel de aandacht en zorg krijgen die ook zij nodig hebben en verdienen. Dat maakt je geen slechte mama of papa, integendeel.

Kinderen rouwen ook, maar anders dan volwassenen. Het komt in horten en stoten, vaak spelen ze ‘alsof er niets aan de hand is’. Dat vinden ouders pijnlijk, maar is voor kinderen net gezond.

Probeer met hen te praten over het verdriet en het verlies, op hun niveau. Je mag benoemen dat je triest bent, dat het pijn doet, dat je het eventjes niet meer weet. Dat helpt omdat ze dan beter kunnen bevatten wat er aan de hand is. Ook een boek voorlezen kan helpen. Deze boeken zijn vooral gericht op kleuters, maar ook schoolkinderen kunnen nood hebben om dit samen te bespreken.

LEES OOK > Boeken die kinderen kunnen helpen het overlijden van hun broer of zus te verwerken

Nooit voorbij?

‘Rouw gaat niet voorbij, je komt het niet te boven, je krijgt het niet verwerkt’, zegt rouwexpert Manu Keirse. Maar je omgeving verwacht dat wel, na een tijd. Dat het tijd is om de draad weer op te pakken, om door te gaan, om het achter je te laten. Dat kan natuurlijk niet. De pijn wordt met de tijd misschien minder scherp, maar is er nog altijd en zeker op bepaalde data of periodes.

Daarom vinden veel mensen het zinvol om erover te praten met ouders die iets gelijkaardig hebben doorgemaakt. Die vind je in de zelfhulpgroepen voor ouders van een overleden baby of kindje. Daar begrijpen ze als geen ander wat je voelt.

Zo kan je terecht bij vzw Met Lege Handen, een zelfhulpgroep van en voor ouders van een sterrenkindje. Ook kan je contact opnemen met de groep ‘Ouders van een Overleden Kind’ die een helpende hand wil reiken aan ouders die een kind verliezen.

Volg de Gezinsbond ook op FacebookTwitter en Instagram om op de hoogte te blijven van nieuwtjes en activiteiten. Lid worden van de Gezinsbond kan hier.

Gepubliceerd op: 10/09/2019, laatste update op: 21/08/2023