Praat jij veel met je baby? Nee? Wat houdt er jou eigenlijk tegen? Oké, zo’n boeleke babbelt niet echt terug. En misschien weet je bij momenten niet goed wat te zeggen. ‘Maar wat je precies vertelt, maakt eigenlijk minder uit. Zolang je maar praat’, drukt taalexperte Tine Rommens ouders op het hart. Want veel praten van bij de geboorte geeft het zelfvertrouwen en de ontwikkeling van je kindje een boost. Bovendien worden jullie er heel wat hechter door.

‘Sommige ouders vinden het vanzelfsprekend om heel veel met hun baby te praten. Anderen voelen zich geremd omdat ze bijvoorbeeld niet weten wat te vertellen, denken dat het in perfect Nederlands moet of omdat ze geen dialect durven te gebruiken’, zegt Tine Rommens, experte taalontwikkeling bij het agentschap Opgroeien.

‘Daarom heeft agentschap Opgroeien de campagne #wordeenbabbelkous gelanceerd. De bedoeling is om alle ouders, grootouders en kinderbegeleiders goesting te geven om net wél heel veel te babbelen met hun baby. En dat in de taal die ze zelf het liefst en het best spreken. Niet alleen genieten jonge kindjes daar enorm van, het helpt hen ook bij hun ontwikkeling.’

Stimuleren voor het latere leven

Tijdens de eerste levensweken, -maanden en -jaren maken kinderen ontzettend veel hersenverbindingen aan. Die netwerken vormen de basis voor wat je zoon of dochter zal kunnen en leren in het verdere leven. ‘Baby’tjes overal ter wereld brabbelen bijvoorbeeld op identiek dezelfde manier, met erg uiteenlopende klanken. Maar naarmate ze ouder worden, vallen de klanken waar ze nooit mee in aanraking komen weg. De klanken die ze wel kennen, blijven behouden en kunnen ze later dus vlot uitspreken’, geeft de experte als voorbeeld. ‘Het is dus ontzettend waardevol om je baby al van bij de geboorte zoveel mogelijk te stimuleren op taalgebied. Hoe meer klanken en woorden je kind leert kennen, hoe beter.’

Emotionele band

Maar dat is niet het enige grote voordeel van inzetten op taalontwikkeling. ‘Met je kindje praten zorgt ook voor een betere connectie en hechting tussen ouder en kind’, vervolgt Rommens. ‘We raden dan ook aan om dicht bij je baby te blijven terwijl je praat, op pakweg 20 cm. Het gehoor van jonge kinderen is al even goed als bij volwassenen, maar het zicht nog niet. Op deze manier ziet je kindje dat jij aan het woord bent, en pikt het ook je gezichtsuitdrukking op. Baby’s genieten intens van die nabijheid en zijn gefascineerd door de beweging van je wenkbrauwen, mond en ogen. Wat je ook vertelt, het klinkt als muziek in de oren van je kind.’

Je kindje zien genieten van jou, je stem en je mimiek geeft ook een boost aan het zelfvertrouwen van een ouder. ‘Na verloop van tijd zal je kindje bovendien beginnen terug te praten. Nog niet meteen met woorden uiteraard, maar eerst met klanken of non-verbale signalen. Bouw bewust rustpauzes in om je baby hier de kans toe te geven. En ga er vervolgens op in. Want als je reageert met je gezichtsexpressie, of door de klanken na te bootsen, versterkt dat jullie band nog meer.’

LEES OOK > Baby leert praten: dit kan ie na een jaar

Tips van de experte voor ouders van babbelkousen in spe

Altijd en overal

Wacht niet op een speel- of voorleesmoment of een bijzondere gebeurtenis om met je kind te praten. Elk moment is goed: bij het wakker worden, tijdens het verluieren, terwijl je borst- of flesvoeding geeft, als je je baby aankleedt,…

Je kan simpelweg vertellen wat je aan het doen bent, welk weer het buiten is, dat er een vogeltje voor het raam zit: ‘Heb je dat gezien?’. In volzinnen, alsof je praat met een volwassene. Met telkens de bijhorende intonatie wanneer je uitleg geeft of vragen stelt.

Oetsjie-koetsjie

Betekent dat dat je nooit meer babytaal zou mogen gebruiken? Absoluut niet! Kirt je baby ‘wawawa’, zeg dan gerust ‘wawawa’ terug. Dat geeft je kindje een gevoel van vertrouwen en bevestigt dat jullie elkaar goed verstaan, letterlijk en figuurlijk. Het stimuleert ook om te oefenen met klanken, want: ‘Mama of papa begrijpt mij.’

Maar zorg wel voor balans, zodat je baby ook voldoende echte woorden leert kennen. Spreek bijvoorbeeld zelf niet van een ‘tuut-tuut’, maar zeg ‘auto’. Op latere leeftijd is verkeerde woorden nabootsen dan weer een minder goed idee. Blijft je peuter ‘al’ zeggen tegen een bal, reik dan in je antwoord het correcte woord aan met een extraatje: ‘Ja, dat is een gele bal’.

Alle kanalen helpen

Niet alleen praten met je baby is goed om de taal te stimuleren. Liedjes zingen, verhaaltjes voorlezen, zelfs de radio opzetten op de achtergrond draagt hiertoe bij. Alléén maar de radio of een scherm gebruiken om je kind te stimuleren, heeft echter geen groot effect. Er is daarbij immers geen sprake van interactie.

LEES OOK > Zingen voor je baby: de voordelen

Gebruik jouw taal

Praat met je baby in de taal die voor jou het meest natuurlijk aanvoelt. Is dat een sappig dialect? Prima! Is het een andere taal dan Nederlands? Ook goed! Het maakt allemaal niet uit, je kind zal sowieso sterk gestimuleerd worden door de klanken die z’n oortjes bereiken en zijn hersenen helpen groeien.

Kennis van de ene taal staat het verwerven van een tweede taal absoluut niet in de weg. Integendeel: een goede basis in de thuistaal is een stevig fundament om volgende talen op te bouwen. Het is ook perfect mogelijk om je kind van bij de geboorte meertalig op te voeden, bijvoorbeeld door als ouders elk een andere taal tegen jullie baby te spreken.

Geef het tijd

Doorgaans spreken kinderen hun eerste woordje uit rond hun eerste verjaardag. Tegen de leeftijd van twee jaar maken de meeste peuters zinnen met twee woorden, zoals ‘appel eten’. Maar staar je daar niet op blind. Bij de ene verloopt de taalontwikkeling een stuk sneller dan bij de andere. Als je honderduit babbelt met je baby, hoef je je daar niet meteen zorgen in te maken. Blijf vooral praten en geef je kind de tijd. Voor je het weet is het een echte babbelkous.

Ongerust? Praat erover

Het eerste woordje hoeft niet altijd een echt woord te zijn, soms is het een klank met een specifieke betekenis. Dat telt ook mee! Elk kind is uniek en ontwikkelt in zijn tempo. Heeft je zoon of dochter tegen de leeftijd van zes maanden nog nooit een klank geproduceerd of maak je je zorgen over zijn of haar ontwikkeling? Als ouder ken jij je baby goed, dus blijf niet zitten met je ongerustheid en spreek erover met de arts die je kindje opvolgt.

Word jij ook een babbelkous?

De brochure ‘Word een babbelkous’ kan je hier terugvinden. Meer lezen over taalontwikkeling, taalstimulering en meertaligheid kan hier.

Met een baby in huis ziet je leven er een pak anders uit. Onze nieuwsbrief voor jonge ouders groeit mee met je kindje en zit boordevol herkenbare verhalen en boeiende weetjes. Schrijf je hier snel in!

Gepubliceerd op: 17/10/2022