Nico (48) en Lore (37) wonen met Joppe (12), Niene (11), Juliette (8) en Gaston (2 maanden) in Roeselare. Het koppel wilde altijd al een groot gezin: ‘We kunnen ons geen leven zonder kinderen voorstellen. Natuurlijk werken ze ons ook wel eens op de zenuwen, maar we vinden het toch vooral fijn. Met vier kinderen kan je minder materiële rijkdom meegeven, maar ze zullen wel elkaar hebben. En dat is veel waard.’ Ze vertellen hoe ze een evenwicht vinden tussen gezin en werk.
Verstand gebruiken
Nico is de oudste uit een gezin met vier kinderen. ‘Een arbeidersgezin’, vertelt hij. ‘Ik kreeg veel vrijheid. Maar bij een “neen” moest ik het geen tweede keer vragen. Omdat ik de oudste was, werd tijdens ruzies van mij verwacht dat ik mijn zussen gelijk gaf. Mijn ouders redeneerden: “Jij moet je verstand het meest gebruiken.” Eigenlijk verwacht ik dat ook vaak van Joppe, onze oudste. Je neemt sowieso dingen over uit je eigen opvoeding. We zijn niet streng, maar er zijn wel duidelijke grenzen.’
Lore is de jongste van vijf kinderen. Vader was zelfstandige, moeder was huisvrouw en deed de boekhouding van het bedrijf. ‘We hadden en hebben veel aan elkaar als broers en zussen. Dat wilde ik ook voor mijn kinderen. Dus ja, een groot gezin zag ik altijd al zitten. We zullen hen later geen grond of een huis kunnen geven, maar ze krijgen wel veel liefde én elkaar. Een ander soort rijkdom. Ze leren ook zorg dragen voor elkaar.’
Groot gezin en grote iPad
Nico en Lore kunnen zich geen leven inbeelden zonder kinderen. ‘We vroegen ons onlangs nog af hoe dat zou zijn’, vertelt Lore. ‘Minder leuk in elk geval!’ Nico bevestigt volmondig: ‘Het is met kinderen natuurlijk niet altijd rozengeur en maneschijn, maar het is zo plezant om voor hen te zorgen, hen te zien opgroeien en raad te geven. Dan zeg ik: “Vroeger deden we het zo en zie wat nu de mogelijkheden zijn.”
En ik leer zelf ook bij van de kinderen. Als het bijvoorbeeld over nieuwe media gaat, legt Joppe me soms uit hoe het moet. Vroeger foeterde ik wel eens dat ze zoveel met de iPad bezig waren, tot mijn moeder op een keer naar de televisie wees en opmerkte: “Maar jongen toch, hoeveel uren zat jij niet voor die grote iPad daar?” Ze had gelijk. Alleen als Joppe bij een game zit te roepen, kom ik wel eens tussen.’ Lore vult aan: ‘Hun schermtijd blijft echt wel binnen de perken. Ze spelen gelukkig ook veel buiten of samen een gezelschapsspel.’
‘Nu zijn de oudsten heel zorgzaam voor Gaston, dat is mooi om te zien.’ – Lore
Nico ziet veel voordelen aan een groot gezin, ook voor de kinderen zelf: ‘Met broers en zussen moet je niet bang zijn dat je op feestdagen alleen zit. En als je ouders zorg nodig hebben, kan je die delen. We hopen dat onze kinderen later niet te ver gaan wonen. Dat we op feestdagen met z’n allen samen zijn en er op zondagavond altijd een paar mee aan tafel schuiven. Ze zullen wel niet alle vier ver uitvliegen, zeker? Misschien moeten we er nog twee of drie bijmaken voor de zekerheid…’ (lacht)
Evenwicht tussen gezin en werk
Nico en Lore kunnen niet terugvallen op de grootouders voor opvang en willen graag zoveel mogelijk zelf voor hun kinderen zorgen. Lore werkt halftijds als nachtverpleegkundige in een woonzorgcentrum. ‘Ik ben sowieso veel thuis. Als ik moet werken, gemiddeld zo’n acht nachten per maand, kan ik de jongsten in bed steken voor ik vertrek. ’s Morgens ben ik terug thuis om samen te ontbijten en boekentassen klaar te maken. Zodra iedereen vertrokken is, ga ik slapen.’
Nico is klusjesman in hetzelfde wzc. Hij is een aanwezige en betrokken papa. ‘Dankzij arbeidsduurvermindering ben ik al langere tijd op woensdagmiddag thuis. Lore rijdt veel over en weer, naar de hobby’s van de oudsten. Dan is het handig dat ik er ben voor de jongsten. Na de geboorte van Gaston nam ik twintig dagen geboorteverlof op. Die dagen waren heel welkom. En door combinatie van het Vlaams zorgkrediet en één tiende ouderschapsverlof ben ik nu ook elke dinsdag thuis. Dan ga ik naar de markt, kwestie van het nuttige aan het aangename te koppelen. Ik sta in voor de boodschappen en meestal ben ik ook degene die kookt.’
‘Een nieuwe man’, lacht Lore. ‘Zo nieuw is dat niet meer’, wuift Nico de opmerking weg. ‘Maar het is wel anders dan hoe ik het thuis zag. Daar roerde moeder in de potten. Ik zie mijn vader op zondag nog rond de tafel lopen, handen op de rug en luisterend naar de radio, terwijl moeder het eten klaarmaakte. Mijn vader maakte alleen mayonaise en af en toe droogde hij af. Niet meer van deze tijd…’
Nico is heel tevreden over de verschillende verlofstelsels. ‘Dankzij dat verlof is de combinatie tussen gezin en werk bij ons mooi in evenwicht. Als je in de bouw voor een kleine baas werkt – zoals ik jarenlang heb gedaan – kan je niet zomaar zeggen: “Ik wil geen lange dagen werken of ik ga die dag niet komen.” In mijn huidige job kan dat gelukkig wel. Nu ik 48 ben, wil ik dat harde werken van ‘s morgens vroeg tot ‘s avonds laat niet meer. Het jonge geweld is er wat uit. Ons gezin komt nu op de eerste plaats. Door minder buitenshuis te werken, kon ik de verbouwingen thuis bovendien zelf doen. Dat is uiteindelijk ook geld verdienen, hé!’
LEES OOK > Een goede combinatie gezin en werk: nog heel wat uitdagingen
Momentje voor twee
Aan af en toe een avond of weekendje weg zonder kinderen heeft het koppel geen nood. ‘Samen naar festivals gaan was heel leuk, maar het hoeft niet meer per se’, vindt Nico. ‘Na een avondje uit staan de kinderen daar ’s morgens even vroeg, hé. En wij zijn allebei het soort uitgaanders die pas als het licht wordt beseffen hoe laat het al is. Dat doen we dus beter niet te vaak.’ Lore knikt: ‘Voor de prijs van twee festivaltickets of een citytrip kan je bovendien een week naar een recreatiedomein met het hele gezin. En als de kinderen zich amuseren, amuseren wij ons ook.’
‘De kinderen moeten ’s avonds wel allemaal om kwart voor negen naar hun kamer. Daarna hebben wij ons dagelijkse moment als koppel’, vertelt Nico nog. En Lore heeft zo haar eigen manier om even te ontsnappen en ontspannen: ‘Ik spreek regelmatig af met vriendinnen om bij te praten. Dat doen we zonder partners en kinderen. Dát heb ik wel nodig.’
Geen studiehoofden
Aan goede cijfers op school hechten Lore en Nico niet veel belang: ‘Ze moeten hun best doen, maar het belangrijkste is dat ze ‘s morgens goedgezind opstaan en naar school vertrekken. Verder hopen we vooral dat ze later alle vier een goeie relatie hebben en gelukkig zijn.’
‘Lore en ik kunnen allebei niet lang stilzitten en ons concentreren op studieboeken. Als wij geen studiehoofden zijn, mogen we het ook niet van onze kinderen verwachten’, vindt Nico. ‘Zelf wilde ik als kind dierenarts worden. Na het eerste jaar aso zei het toenmalige PMS (nu CLB, n.v.d.r.) dat ik harder zou moeten werken. Dan heb ik zelf maar besloten om naar het Vrij Technisch Instituut te gaan met mijn vrienden. “Jongen, je moet meer je best doen. Als je iets wil in je leven zal je ervoor moeten werken”, zei mijn vader. Maar met je handen werken is ook werken. Voor hun studies en beroep moeten de kinderen dus in de eerste plaats kiezen voor iets wat ze graag doen en dat aansluit bij hun talenten.’
‘Joppe wil al van jongs af politieagent worden. Nu gaat hij naar het VTI, dan kan hij later nog voor politieagent gaan als hij wil. Wie weet bevalt het vakmanschap hem en doet hij daar iets mee. Werk genoeg voor stielmannen.’
Als hij maar geen voetballer wordt
‘De kinderen hebben elk hun eigen talenten’, zegt Lore. Nico beaamt: ‘Joppe en Niene zijn heel sociaal en sportief. Niene danst. Ze is bijzonder goed, zegt de lesgeefster, die graag zou hebben dat ze er intenser mee bezig is. Bij Joppe hetzelfde verhaal bij het voetballen. Ze zien er al een toekomstige profspeler in, maar ik ben daar niet happig op. Hij zou de eerste niet zijn die droomt van een voetbalcarrière en toch niet aan de bak komt. Of die door een blessure zijn droom aan diggelen ziet vallen. Ik wil hen die ontgoocheling besparen. Doe maar gewoon, denk ik dan. Dansen en voetballen blijven beter hobby’s.’
‘Met je handen werken, is ook werken. Jobs genoeg voor stielmannen.’ – Nico
‘Juliette is wat minder sociaal. Op school heeft ze veel vriendjes, maar in nieuwe groepen vindt ze moeilijker haar draai’, vertelt Lore. ‘Ze probeerde de jeugdbeweging, omdat wij dat heel waardevol en leerrijk vinden. Maar de tweede keer wilde ze al niet meer blijven en kwam ze wenend terug mee naar huis. We dringen niets op, hobby’s moeten plezant blijven. Je moet je kind laten zijn wie het is. Gelukkig heeft ze Joppe en Niene die haar op sleeptouw nemen en drempels wegnemen. Ze helpen elkaar, dat is fijn.
Gaston is pas twee maanden. Hij zal later meelopen met de anderen en veel van hen leren’, denkt Lore. ‘Met het vierde kind ben ik rustiger geworden in het ouderschap. Ik maak me minder snel zorgen en loop niet meer voor het minste naar de dokter. Het helpt dat de andere kinderen al ouder zijn. Toen Niene werd geboren was Joppe 18 maanden en behoorlijk jaloers. Als ik de baby in haar sitter op de grond zette, ging hij er bovenop zitten. Nu zijn de oudsten heel zorgzaam voor Gaston, dat is mooi om te zien.’
Vrijheid op de fiets
Over de wereld waarin de kinderen opgroeien maken Lore en Nico zich niet echt zorgen. ‘Er gaat veel mis, maar dat is niet nieuw. Ik hoor mijn vader nog zeggen: “We leven in een rare tijd.” Tijden evolueren en dat brengt nieuwe uitdagingen én mogelijkheden. We doen ons best om hen een warm nest en een stevige basis te geven. De verantwoordelijkheden en het vertrouwen stemmen we af op hun leeftijd. Daar gaan ze tot nu toe goed mee om. We hopen natuurlijk dat ze op het rechte pad blijven en zich niet laten verleiden tot drugs. Je kan hen als ouder niet vastbinden, maar wél waarschuwen en hopen dat ze zich niet laten meeslepen door foute vrienden.’
‘Joppe gaat nu met de fiets naar school’, vertelt Nico. ‘Dat geeft hem vrijheid, iets wat ik als jongere ook fijn vond. Wil hij bij een vriend langsgaan of na school binnenspringen bij oma en opa, dan kan dat. Hij moet ons wel op de hoogte houden, vertellen waar hij naartoe gaat en thuis zijn op het afgesproken moment.’ Lore volgt op een app waar hij is: ‘Dat geeft me toch een geruster gevoel.’
Of het koppel nog een boodschap heeft voor hun kinderen? ‘Wees tevreden met het leven dat je hebt en met wie je bent, dat proberen we onze kinderen mee te geven en voor te leven. Je moet niet speciaal zijn of uit de band springen om gelukkig te zijn. Maak het niet te ingewikkeld. En als ze ooit ongelukkig zijn – wat ook wel eens zal gebeuren – hopen we dat ze daarmee om kunnen en dat ze het ons vertellen. Zodat we hen kunnen steunen.’
LEES OOK > Wanneer kan mijn kind alleen naar school fietsen?
Ons beleidswerk loont!
Wist je dat je als vader en meemoeder dankzij de Gezinsbond en de Vrouwenraad dubbel zoveel geboorteverlof hebt? Vroeger was het geboorteverlof beperkt tot 10 dagen. Nu heb je recht op 20 dagen en kunnen ook zelfstandigen dit opnemen. De Gezinsbond pleitte ook jaren aan een stuk voor langer en meer flexibel ouderschapsverlof. Zo heb je nu recht op 4 in plaats van 3 maanden per kind. Je kan het opnemen tot je kind 12 jaar is, vroeger maar tot 3 jaar.
Meer info
Geboorte- en ouderschapsverlof: hoe zit dat eigenlijk? Hoeveel (halve) dagen kan je opnemen? Kan je de dagen spreiden? Wat zijn de regels voor zelfstandigen? Op de overzichtelijke website verlofvoorouders.be worden al jouw vragen beantwoord.
Foto’s: Kristof Ghyselinck
Dit artikel verscheen in januari 2025 in De Bond, het ledenblad van de Gezinsbond. De Bond kan ook bij jou (gratis!) in de bus vallen. Het enige wat je hoeft te doen, is lid worden. Nieuwtjes en activiteiten van de Gezinsbond meevolgen kan ook via Facebook, Twitter en Instagram.
Gepubliceerd op: 27/01/2025