De meerderheid van de kinderen nu is niet zindelijk op 2,5 jaar. Ouders die allebei gaan werken en dus minder tijd hebben, én (te) goed absorberende luiers worden onder andere als oorzaak aangeduid. Het leidt ertoe dat zindelijk worden vaak een stresserende zaak wordt voor ouder én kind, met alle problemen vandien.

Elk kind wordt zindelijk op zijn eigen tempo. Forceren, bestraffen, druk zetten: dat is wat net niét moet gebeuren bij potjestraining. Wat dan wel?

Deze praktische potjestips zetten je op weg:

1) Begin pas als je kind er klaar voor is

Rond 2 jaar zijn de meeste kinderen klaar om op het potje te gaan. Dat merk je als ouder aan de ‘rijpheidssignalen’. Die tonen dat je kind begint te beseffen dat hij pipi of kaka moet doen of dat een vuile luier niet leuk is.

Kinderen begrijpen rond die leeftijd ook al veel woorden en kunnen eenvoudige aanwijzingen opvolgen. Een ander signaal is dat de luier geregeld (lang) droog blijft.

Sommige kinderen zijn er sneller klaar voor, andere een beetje later. Kijk vooral goed naar je kind en forceer het niet.

2) Een goede voorbereiding is het halve werk

Kinderen leren veel van goede voorbeelden. Doe van in het begin zelf zo gewoon mogelijk over naar het toilet gaan. Negatieve woorden (‘vies’, ‘stinkt’, ‘bah’) laat je liefst achterwege. Naar het toilet gaan doet iedereen, daar is niets vies aan.

Wat je ook kan doen, is begrippen inoefenen vanaf 1,5 jaar. Nat en droog bijvoorbeeld, met een natte en een droge doek of broek. Ook goed duiden wat je doet als je een luier ververst kan helpen.

Ook ‘in’ en ‘uit’ moeten geoefend worden, zoals blokken in en uit een potje halen of in en uit een broek stappen.

En tot slot… voorlezen! Ook boekjes leren je kind over het potje en naar het toilet gaan.

LEES OOK > Leuke boekjes die voorbereiden op zindelijk worden

3) Een eigen potje

Het grote toilet is, zelfs met een kinderbril, voor vele peuters een intimiderende stap. Een eigen potje is veiliger. Zelfs al is je kind er nog niet klaar voor, het potje kan al in de badkamer staan.

Er kan met het potje gespeeld worden, je kan een beer of pop naar het toilet doen gaan, je kind kan al eens gaan zitten… zo is het allemaal niet nieuw als de potjestraining echt begint.

Hou het speels en leuk. Laat je kind zelf het potje ontdekken, zonder verwachtingen.

4) Oefenen, oefenen, oefenen

Zindelijk worden is een leerproces. Kansen om te oefenen zijn dus van belang. Oefenen om te voelen wanneer hij kaka of pipi doet. Maar even goed oefenen om op het potje te zitten en weer recht te staan, de broek uit te doen en aan te doen, het potje te halen en ‘te laat’ te zijn…

Vanaf 2 jaar kan je je kind regelmatig op het potje laten zitten, bijvoorbeeld een kwartiertje na de maaltijd. Enkele minuutjes per keer volstaan.

Vertel een verhaaltje of haal er een boekje bij om je kind te laten zitten. Reageert je kindje angstig of negatief, wacht dan een paar weken voor je het opnieuw probeert.

Je kan de luier uitlaten als de luier overdag langere tijd droog is en gebruik maken van oefenbroekjes.

5) Ongelukje? Geen probleem!

Ongelukjes zijn vervelend, zowel voor jou als voor je kind. De beste manier om ermee om te gaan, is neutraal blijven: je ruimt alles op zonder boos te worden. En je moedigt je kind aan: ‘volgende keer gaat het vast beter’. Belangrijk is dat je kind wil blijven proberen en daar kan in groeien.

Eenmaal de luier achterwege blijft, hou je dat ook best zo, ook na een ongelukje of tijdens een uitstap. Reservekledij en wc-papier zijn vanaf nu deel van je standaarduitrusting.

6) Kijk naar je kind

Kinderen die angstig of afwijzend reageren op het potje of de luier uitdoen, geef je best nog even de tijd. Laat het onderwerp enkele weken rusten en begin dan zachtjes opnieuw. Het kan zijn dat je dit proces enkele malen moet herhalen.

Zindelijk worden is een leerproces, en leren doen we met vallen en opstaan. Geduldig blijven, je kind blijven aanmoedigen en het speels houden is belangrijk.

Ook als het niet lukt, of misschien wel net als het niet zo goed lukt. Heb vertrouwen: dit komt goed, je weet alleen nog niet wanneer.

7) Teamwork

Potjestraining werkt pas goed als alle verzorgers van het kind dezelfde aanpak toepassen. Dus ouders, grootouders, kinderopvang én babysits.

LEES OOK > Hoe kunnen grootouders helpen bij potjestraining?

Met een baby in huis ziet je leven er een pak anders uit. Daarom krijg je als jonge ouder gratis ‘Brieven aan Jonge Ouders’, een tijdschrift van de Gezinsbond boordevol herkenbare verhalen en boeiende weetjes. Ook kan je je inschrijven voor onze maandelijkse nieuwsbrief die perfect de leeftijd van je kindje volgt. Schrijf je hier snel in!

Gepubliceerd op: 16/07/2019, laatste update op: 10/03/2022

Tags: , , , ,