We staan er eigenlijk niet genoeg bij stil, maar hoe wij als ouders praten over ons lichaam (en dat van anderen) heeft een invloed op het zelfbeeld van onze kinderen. En het gebeurt sneller dan je denkt. Wie heeft nog niet meegemaakt dat op een familiefeest iemand eruit floept: ‘ah beetje verdikt?’ Of ‘Het goede leven zeker?’ terwijl er lachend op een buik wordt geklopt.
Het wordt weggelachen, maar het zijn vaak opmerkingen die blijven spoken. Voor de ontvanger, maar ook voor de bijstaande kinderen. Die koppelen bepaalde opmerkingen over bepaalde lichamen terug naar zichzelf: ‘een buikje is niet goed, ik wil geen buikje’. Net in de puberteit, wanneer het lichaam snel verandert, heeft hoe we praten over ons lichaam een zware impact op het zelfbeeld van onze kinderen.
Begin bij jezelf
Het is geen fijne boodschap, maar als mama en papa vervullen we een voorbeeldfunctie. Hoe wij praten over ons lichaam beïnvloedt onze kinderen. Hoe wij praten, toont hen hoe zij kunnen praten.
Ouders die het zelfbeeld van hun kind positiever willen maken, kunnen deze dingen doen:
-
Verander de manier waarop je praat over anderen.
Je verwijst dus niet ‘de dikke’ als het gaat over de nonkel met een behoorlijke bierbuik bijvoorbeeld. Je noemt hem gewoon nonkel Willy.
-
Geef geen commentaar op uiterlijke veranderingen.
Je weet nooit wat de oorzaak is van de gewichtstoename of het gewichtsverlies. Vraag in plaats daarvan hoe het gaat en waarmee ze bezig zijn. Begint de persoon zelf over de lichamelijke veranderingen, dan kan je hem steunen in zijn gevoel daarin. Een goed voorbeeld voor je kinderen!
-
Praat niet enkel over gewicht.
Gewicht is maar één onderdeel van gezondheid. Het hoeft dus niet alle focus te hebben. Praat liever met je kind over gezond gedrag: heeft het zijn fruit opgegeten, voldoende water gedronken, veel actief gespeeld? Elke kleine stap in de goede richting is positief: als ze proeven van wat ze niet lekker vinden, dan kan je dat positief benoemen (‘flink dat je toch geproefd hebt’).
-
Doe geen simplistische uitspraken over afvallen.
Het is snel gezegd: kan je niet ‘gewoon’ minder eten en meer bewegen? Maar zo simpel is het niet. Plus, het werkt negatieve gevoelens over het lichaam in de hand. Want dan blijkt het zo gemakkelijk niet te gaan, voelen mensen zich slecht over zichzelf en denken ze dat ze de enige zijn.
-
Elk lichaam is anders en dat is oké.
Er zijn geen ‘ongezonde’ lichaamstypes. Leid dan ook niet af uit lichaamsbouw of gewicht hoe gezond iemand is.
-
Weersta de verleiding van vergelijking.
Kijk naar jezelf, naar waar jij goed in bent, welke troeven jij hebt. Wat anderen hebben of kunnen, mag niet je focus zijn.
-
Doe niet mee.
Als je gesprekspartners het uiterlijk beoordelen, doe er dan niet aan mee. Leid het gesprek af naar iets wat de persoon kan of goed doet, of verander het onderwerp.
LEES OOK > Zo bouw je aan zelfvertrouwen bij je tiener
Lief voor je eigen lijf
Wie zelf kritisch voor de spiegel staat en vaak alle ’tekorten’ benoemt, leert kinderen ook kritisch (en ontevreden) te kijken naar hun lichaam. Problemen moeten daarom niet genegeerd worden, maar benoem zeker ook (en vaak) de lichamelijke pluspunten van jezelf, je partner en je kinderen.
Het helpt als je waardeert wat je lichaam allemaal voor je doet. Je lichaam werkt elke dag om adem te halen, het eten te verteren en wat je leerde op te slaan tijdens de slaap.
LEES OOK > Hoe ben ik lief voor mijn lijf?
Volg de Gezinsbond ook op Facebook, Twitter en Instagram om op de hoogte te blijven van nieuwtjes en activiteiten. Lid worden van de Gezinsbond kan hier.
Gepubliceerd op: 30/04/2019, laatste update op: 18/07/2022