In de nacht van 27 op 28 juni 2016 vindt Dries de afscheidsbrief van zijn zoon Pepijn. Dries springt in de auto om Pepijn te gaan zoeken, om hem misschien nog te stoppen. Maar het is te laat. Dries komt samen met de politie aan op de plaats waar Pepijn even voordien zelfmoord heeft gepleegd. ‘Daar, op dat moment, stopt het leven zoals je het kent.’ Een moedige getuigenis van een vader over de zelfmoord van zijn zoon.

Dries vertelt. ‘Ik wist dat Pepijn het moeilijk had om de relatiebreuk met zijn liefje te verwerken. Maar hij zag er zeker niet uit als iemand die zwaar in de put zat of een depressie had. Het weekend voor zijn dood was Pepijn druk bezig zoals altijd: hij ging uit met zijn broer en zette zich volop in voor de Chiro. Op maandagochtend moest hij vroeg opstaan om aan zijn vakantiejob te beginnen en ’s avonds is hij de Chiro-lokalen nog gaan kuisen.’

De emmer was vol

‘Toen hij om een uur of negen thuiskwam, had hij buiten een lang telefoongesprek met zijn ex-vriendin. Hij was via sociale media te weten gekomen dat ze een nieuwe relatie had, en zij bevestigde dat. Bij Pepijn ging het licht uit. Hij besefte dat hij haar echt kwijt was, trok naar zijn kamer en schreef zijn afscheidsbrief. Daarna is hij weggereden.

Die breuk deed voor Pepijn de emmer overlopen. Wat er nog in die emmer zat? Allemaal dingen die op zich misschien niet bijzonder zwaar lijken, maar die harder op Pepijn wogen dan wij vermoedden.

Hij had een heel druk leven. Bij het voetballen kon hij zich uitleven, maar hij moest stoppen omwille van blessures. Zijn eerste jaar Politieke Wetenschappen wilde niet echt vlotten. In de Chiro was hij graag gezien, maar hij had wat moeite om ze mee te krijgen op kamp.’

Niemand had het verwacht

‘Het zat wel in Pepijn om hevig en radicaal te reageren op een stresserende situatie. Als kind hebben we hem zo een paar keer door het lint zien gaan. Maar zelfmoord? Nee … Niemand had dit zien aankomen. Wij niet, zijn vrienden niet. Die vrienden verwijten zichzelf dat ze niets in de gaten hadden.

Maar blijkbaar kan je het vergelijken met iemand die een hartinfarct krijgt, dat zie je ook niet aankomen. Net zoals een hart het ineens begeeft, kunnen mensen plots een klik in hun hoofd krijgen waardoor ze in een soort tunnel geraken en maar één uitweg zien. De zijdeurtjes zijn er wel, maar ze merken ze niet meer op.

Ik was bezig in de stallen en merkte pas iets later dat hij met de auto vertrokken was. Zo laat op de avond, niet zijn gewoonte. Ik belde en sms’te hem verschillende keren maar kreeg geen antwoord. Uiteindelijk hoorden we boven zijn smartphone rinkelen. Hij had dat toestel doelbewust op zijn bed laten liggen, zodat we het makkelijk zouden vinden. Op het startscherm stond alleen de app Keep. In die app vonden we zijn afscheidsbrief. Een brief waarin hij beschreef hoe hij zich voelde. Sinds het uit was met zijn vriendin had hij geen hoop meer op een gelukkig leven. Hij zag maar één oplossing. Mijn mond viel open.’

Nooit verteld over liefdesverdriet

‘Ik heb nooit iemand iets verweten, ook zijn ex-lief niet. Hun relatie hadden ze in onderling overleg stopgezet, wie ben ik om daarover te oordelen? Ze was op Pepijns afscheidsplechtigheid en is daarna ook een paar keer naar hier gekomen om met ons te praten. We hebben haar van bij het begin duidelijk gemaakt dat het haar schuld niet is. Dat meisje is ook door een hel gegaan.

Ikzelf heb enorm veel spijt dat ik hem nooit verteld heb over het liefdesverdriet dat ik als student heb doorgemaakt. Toen ik hem de laatste keer oppikte aan het station dacht ik er nog aan, maar hij was ontzettend moe van het uitgaan dus ik heb het onderwerp niet aangesneden.’

Discussiëren met Pepijn

‘Het moment waarop we Pepijn dan vonden … volgens de politie reageerde ik zeer kalm. Afstandelijk zelfs. Ik ging blijkbaar meteen in een soort overlevingsmodus en schoot onmiddellijk in actie. Mijn vrouw en de kinderen verwittigen, de begrafenisondernemer contacteren. Heel rationeel, er kwamen geen emoties naar buiten. Dinsdagochtend is hij gestorven en zaterdag vond de afscheidsplechtigheid al plaats. Er moesten duizend en één dingen geregeld worden, en op de ene of andere manier slaagde ik daarin.

Het feit dat ik zo afstandelijk was in het begin … volgens mij kon ik het gewoon nog niet geloven. In mijn hoofd was ik volop aan het discussiëren met Pepijn. “Allez jongen. Wat heb je nu gedaan? En waarom? Negentien jaar, de toekomst lacht je toe!”‘

Boosheid gaat over, verdriet niet

‘Of ik kwaad was op hem? Goh. Vooral ontgoocheld. En misschien ook een stukje kwaad, ja. Maar je blijft nooit lang boos op iemand die je graag ziet, hé. Dat gaat heel snel over. (stil)

Het verdriet niet. Dat is er altijd. De eerste maanden had ik letterlijk hartzeer. Ik voelde een stekende, fysieke pijn in mijn hart. Ik huilde veel, vooral als ik alleen in mijn stal zat. In het bijzijn van mijn gezin probeerde ik dat te vermijden. Je houdt onderling je verdriet in toom om elkaar te sparen.’

Omgaan met verdriet

‘Pepijns mama en ik gingen op een totaal andere manier om met ons verdriet. Zij had het moeilijk om erover te praten, ik deed niets anders. Pepijn had ons in zijn afscheidsbrief de paswoorden gegeven van de sociale media die hij gebruikte. Ik ben die allemaal gaan uitpluizen, heb zelfs een soort tijdlijn gemaakt van alles wat hij in zijn laatste dagen verstuurd en ontvangen heeft. Zij wou dat liever niet zien.

Ik beweer hier zeker niet dat mijn manier van rouwen de juiste is. Iedereen doet het op zijn eigen manier. Maar door de dood van Pepijn werden de verschillen en de problemen die er tussen mijn vrouw en mij al waren nog groter en duidelijker. Zes maanden later zijn we uit elkaar gegaan.’

Ik wilde een oplossing

‘De dag van Pepijns dood kwam Manu Keirse hier ’s avonds toe. Manu is een vriend van mij en de bekendste rouwspecialist van het land. Ik dacht: “Manu gaat ons helpen! Hij zal me zeggen hoe we dit moeten doen!”

Maar Manu zei bijna niets. Hij liet ons gewoon ons verhaal doen, stuurde hier en daar wat bij. Hoewel ik achteraf besefte dat hij toen enorm veel betekend heeft voor ons, was ik op het moment zelf een beetje ontgoocheld. Ik had eigenlijk een oplossing van hem verwacht. Maar zo werkt het natuurlijk niet.’

Je moet het zelf doen

‘Als je te maken krijgt met verlies kun je hulp en tips krijgen om het te verwerken, maar uiteindelijk moet je het wel zelf doen. Voor mij was dat door er veel over te praten, met jan en alleman, en allicht soms tot vervelens toe.

Ik probeerde niets te ontwijken of te vermijden, ik ging zo snel mogelijk de confrontatie aan. Zo ben ik kort na Pepijns dood weer naar de matchen gaan kijken van zijn voetbalploeg. In het begin met een klein hartje natuurlijk. Maar ik kende die mensen al zo lang, het deed me deugd om met hen te praten over Pepijn en over wat er met hem gebeurd was.

De eerste keer dat daar niét over Pepijn gepraat werd, ben ik wenend naar huis gegaan. (stil) Ik kon niet stoppen met huilen, zo erg vond ik het. Al snapte ik ook wel dat het normaal is dat je na een tijd weer simpelweg over de match en over de dingen van elke dag babbelt. Zulke confrontaties zijn hard, maar je moet er doorheen. Nu kan ik gewoon naar het voetbal gaan en daarvan genieten, zonder dat we moeten stilstaan bij Pepijn.’

Het ergste dat je kan overkomen

‘Je kind dat zelfmoord pleegt, het is effectief het ergste wat je als ouder kan overkomen. De eerste maanden kon ik daardoor weinig begrip opbrengen voor het verdriet van andere mensen. Het klinkt cru, maar ik vond het altijd “minder erg” dan de ellende waar ik door moest. De dag na het afscheid van Pepijn zag ik op Facebook dat iemand een drama maakte van de dood van zijn hond. Ik ben toen echt kwaad geworden. Ook toen ik op de begrafenis van een zeventigjarige hoorde: “Veel te vroeg is ons ontvallen …”, werd ik lastig. “Godverdomme, wat moet ík dan zeggen?”

Wanneer ik naar de bijeenkomsten van Werkgroep Verder* begon te gaan, vond ik mijn verhaal echt wel het zwaarste. Daar was bijvoorbeeld iemand wiens vader op tachtigjarige leeftijd zelfmoord had gepleegd nadat hij de diagnose van Alzheimer had gekregen. Ik vond dat je dat zo’n situatie niet kon vergelijken met die van onze Pepijn.’

Verdriet past niet in een weegschaal

‘Maar uiteindelijk heb ik enorm veel gehad aan die gesprekken met lotgenoten. Ik ging inzien dat je verlies en pijn niet in een weegschaal kan leggen. Iedereen heeft zijn eigen verdriet, en ik heb daar respect voor.

En hoe raar het ook klinkt, ondanks alle miserie zit ik in een luxepositie. Ja, ik ben mijn zoon kwijt, maar ik ken ook mensen die hun beide zonen verloren zijn door zelfmoord. Die hebben niets meer. Anderen zitten dan weer met een wrang gevoel omdat de psychiatrie tekort schoot, of ze moeten zich voor de rest van hun dagen afvragen waarom hun kind in godsnaam niet meer wou leven.

Door Pepijns afscheidsbrief en de berichten die hij nagelaten heeft, weet ik waarom hij het gedaan heeft. Ik weet zo goed als alles. Of toch wat hij kwijt wou. Ik moet niet leven met onwetendheid en onzekerheid.’

Pepijns laatste wens

‘Als iemand me de eerste twee jaren na Pepijns dood vroeg hoe het met me ging, kon ik echt niet antwoorden met “goed”. Dan zei ik: “Bwah, ça va.” Of  “Het is moeilijk.” En als ik daar zin in had, vertelde ik erbij hoe ik me effectief voelde. (glimlacht) Waardoor heel wat mensen waarschijnlijk beslist hebben om mij die vraag nooit meer te stellen.

In het begin was er die snijdende pijn die ik dagelijks voelde. Niets was nog hetzelfde als voor zijn zelfmoord. Het klopte niet om te lachen of echt van iets te genieten. Het hoorde niet, ik moest verdrietig zijn.

Als ik nu bij mensen ga die geconfronteerd worden met zelfmoord, denk ik: “Ai, wat moet ik tegen hen zeggen?”,  want ik weet hoeveel miserie nog op hen gaat afkomen.

En nee, het gaat niet over. Maar het evolueert. Pepijns laatste zin in zijn afscheidsbrief was “Geniet van gelukkig zijn.” Hij wenste het ons toe, dus ik probeer dat nu ook. Af en toe lukt het.’

Vastpakken

‘Wat ik zou doen als ik nog één uur bij Pepijn kon zijn? Hij heeft veel miserie veroorzaakt, hé. Niet alleen bij ons, maar ook bij zijn vrienden, zijn grootouders, de omgeving. Toch zou ik hem niets verwijten. Niets vragen.

(stil) Ik denk dat ik hem gewoon zou vastpakken.’

Foto’s: Kristof Ghyselinck

Wie met vragen zit rond zelfdoding, kan terecht bij de Zelfmoordlijn op het gratis nummer 1813 en op de website zelfmoord1813.be.

Volg de Gezinsbond ook op FacebookTwitter en Instagram om op de hoogte te blijven van nieuwtjes en activiteiten. Lid worden van de Gezinsbond kan hier.

Gepubliceerd op: 02/11/2019, laatste update op: 15/06/2023