Ze is negentien, bijna twintig. Ze is mooi en wereldwijs, deze studente aan de lerarenopleiding. Op het eerste gezicht verraadt niets dat ze al een derde van haar nog jonge leven vecht tegen demonen. Demonen die ze meedraagt sinds ze op haar dertiende het slachtoffer werd van cyberpesten. Het pesten was eerst online, maar al gauw ook levensecht. Geen kleine akkefietjes, maar het grove werk. Na een vreselijke periode krabbelt Julie weer recht, mede dankzij twee jaar intensieve therapie. Toch wil ze niet gezegd hebben dat ze voorgoed in de safe zone zit. Omdat ze daar nog niet ís. Het verhaal van Julie is er één dat onder je huid gaat zitten en daar blijft nazinderen.

Er is een reden waarom Julie niet herkenbaar op de foto gaat. Er is ook een reden waarom we haar hier Julie noemen en niet haar echte naam prijsgeven. De jonge Oost-Vlaamse heeft veel meegemaakt. Voor het eerst haar verhaal vertellen aan iemand anders dan haar ouders of psycholoog, vergt moed. Nu ze eindelijk haar weg een beetje gevonden heeft, wil ze straks niet herkend worden als ‘dat arme meisje dat vreselijk gepest werd’. Hoe zou je zelf zijn?

Het verhaal van Julie begint op een blauwe maandag, kort voor haar veertiende verjaardag. Ze zit in het middelbaar, in een klas met jongeren die ze kent van in de lagere school. Zo ook een tweeling. Julie onderhoudt met beiden een hechte vriendschap. Tot één van die twee meisjes verliefd wordt. De vriendschap komt op een veel lager pitje te staan. Het meisje gaat nu eenmaal helemaal op in haar eerste verkering.

Slachtoffer van cyberpesten

Julie: ‘Heel begrijpelijk, maar die jongen was niet goed voor haar. Af en toe stortte ze haar hart nog eens uit. Bleek dat haar vriendje erg lelijk tegen haar deed en haar soms klappen verkocht. Ik ben tegen die jongen ingegaan en moedigde haar aan hetzelfde te doen. Dat soort wangedrag hoefde ze niet te pikken, vond ik.

Daar is de miserie begonnen. Haar vriendje was natuurlijk niet gediend met mijn tegengas. Hij begon een haatcampagne tegen mij en creëerde een chatgroepje op Messenger met twaalf van m’n vrienden en vriendinnen. Hij was ontzettend manipulatief en slaagde er in een mum van tijd in die mensen tegen mij op te zetten. Onder hen ook de jongen met wie ik heel close was en met wie ik experimenteerde. Die groep werd “Fuck Julie” gedoopt.’

LEES OOK > Wat is cyberpesten?

Vreselijke haatberichten

Het ging heel snel, zeg je. Wat moet ik me daarbij voorstellen?

Julie: H’et was een kwestie van een paar dagen. In die luttele tijd begonnen ze gemene berichten te sturen. Eerst vrij algemene: “Wie denk je wel dat je bent?”, “Je bent een strekenwijf!” en “Heel de gemeente praat over jou!”. Het evolueerde al snel naar: “Hoeveel is het voor een pijpbeurt?” en “Dikke slet!”

En dan moest het échte werk nog beginnen. Ik was in die periode depressief en worstelde met zelfdodingsgedachten. Met sommige van die groepsleden was ik voorheen zo close dat zij dat ook wisten. De toon van de berichten werd grimmiger: “Maak er maar een eind aan, dan hoeven we morgen niet naar school!”, “Als je wil, help ik wel even”, “Hoeveel vrienden heb je nu nog? Mama en papa niet meetellen, hé!”, “Eet nog een beetje meer!”, “Maak jezelf maar van kant!”… Ik kan nog even doorgaan, hoor.’

Ik ben sprakeloos…

Julie: ‘Na een paar dagen van die haatberichten lag ik vanbinnen aan gruzelementen. De pesterijen waren de laatste druppel. Een week later probeerde ik voor het eerst uit het leven te stappen. Een alerte voorbijganger heeft mij toen tegengehouden. Thuis had ik gedurende die hele week met geen woord gerept over de vreselijke berichten. Voor mijn ouders was het een mokerslag. Nadat ze bleven doorvragen, vertelde ik hen wat mij was overkomen.

Niet dat het daarmee opgelost was. Het cyberpesten zou nog omslaan in échte daden. Op een dag staken ze in het station, voor de grap, mijn haar in brand: de helft van mijn lange lokken weg.’

LEES OOK > 4 tips hoe je je tiener kan beschermen tegen cyberpesten

Voor de grap? Dat is ronduit crimineel en levensgevaarlijk!

Julie: ‘Toen zijn mijn ouders met mij naar de politie gestapt. Ook omdat sommigen duidelijk hadden aangegeven dat ze mij van het perron wilden duwen.

Het lastige is, al die groepsleden beschermden elkaar natuurlijk. Zij hielden zich aan een en hetzelfde verhaal, dat uiteraard bijeen gelogen was. Als de rangen gesloten worden, probeer dan maar eens iets te doen. De politie heeft toen wel een tijdje intensief gepatrouilleerd aan het station, om een oogje in het zeil te houden.

Op een – achteraf onbegrijpelijke – manier bleef ik tegelijk aan die “vrienden” kleven. Ik kende gewoon niemand anders. Soms lieten ze mij toch mee uitgaan. Achteraf bleek dan waarom. Ik ben een paar keer aangerand door enkele van de jongens. Eentje kleedde mij eens helemaal uit terwijl de andere toekeken. Er waren seksuele allusies, handtastelijkheden… Kortom, grensoverschrijdend gedrag. Voor alle duidelijkheid: ik ben niet verkracht geweest, maar dit was al erg genoeg.

Nu, eerlijk? Ik was jong en naïef, en dacht: dit is wat jongens doen. Pas toen ik op mijn zeventiende m’n verhaal deed aan een leerkracht zedenleer, wees die mij erop dat die gasten strafbare feiten hadden gepleegd en dat ik aangifte kon doen bij de politie. Ik heb het uiteindelijk niet gedaan.’

Kwetsbaar

Waarom niet?

Julie: ‘Op een manier heb ik het altijd geminimaliseerd voor mezelf. Dat was een overlevingsmechanisme, weet ik nu. Net zoals: mezelf fysiek pijnigen, want dat heb ik dus een tijd gedaan. Op onzichtbare plekken. Mijn ouders hebben het nooit geweten. ’t Wordt voor hen even schrikken, als ze dit lezen…’

Wat hield dat pijnigen in?

Julie: ‘Dat vertel ik liever niet. Ik mag er niet aan denken dat ik kwetsbare jongeren op ideeën zou brengen. Mag ik mijn joker inzetten?’

Natuurlijk. Het is sterk dat je daar zo bewust mee omgaat.

Julie: ‘Na die eerste zelfmoordpoging heb ik nog twee pogingen ondernomen. Ook daarover geef ik liever geen details.’

Van wanneer dateert jouw laatste poging?

Julie: ‘Dat was in 2020, twee jaar geleden. Ondertussen heb ik grote stappen gezet, samen met mijn psycholoog. Maar ik durf niet beweren dat ik nooit meer in die state of mind kan belanden. Ik weet dat ik kwetsbaar ben. Ook genetisch. Ik kom uit een familie waar we al wat mensen verloren hebben aan zelfmoord.

Het is raar… Ik ben er altijd van uitgegaan dat ik geen achttien zou worden. En vervolgens dat ik geen twintig zou worden. Maar kijk, binnen een paar dagen is het zover. Nu deel ik mijn toekomst op in schijven. De volgende kaap die ik wil afvinken, is vijfentwintig.’

LEES OOK > Als je kind suïcidaal is: ‘Mijn dochter wil niet meer leven’

Dat komt binnen, eerlijk gezegd. Tegelijk zie ik een jonge, krachtige, mooie vrouw voor mij zitten. Ik wil geloven dat je ’t redt.

Julie: ‘Oh, maar ik ook! Ik durf alleen niet te beweren dat ik nooit meer zal denken: laat het maar voorbij zijn.’

Veilige thuishaven

Je hebt al een straf traject afgelegd met je psycholoog. En je dóet ook iets met je ervaringen: je volgt bewust een lerarenopleiding.

Julie: ‘Ik kies heel bewust voor het onderwijs, dat klopt. En niet toevallig voor het vak niet-confessionele zedenleer. Net omdat in die lessen moeilijke thema’s aan bod komen en je jongeren probeert weerbaar te maken. Je eigen grenzen bewaken is zo belangrijk. Een “ja” is een “ja”, een “nee” is een “nee”. Die gedachte loopt als een rode draad door dat vak. De eigen autonomie staat centraal. En zoals mijn leerkracht ooit een rots in de branding is geweest voor mij, zo hoop ik later voor een paar leerlingen het verschil te maken.’

Een mooie gedachte om mee af te sluiten, lijkt me. Als jij als ervaringsdeskundige een gouden raad kan meegeven aan iemand die slachtoffer is van cyberpesten, welke zou dat dan zijn?

Julie: ‘Hoe moeilijk het ook is als slachtoffer van cyberpesten, blijf trouw aan jezelf. Waak over je grenzen. En spreek, alsjeblief! Ik heb een heel goeie thuis gehad en dat is voor een stuk mijn redding geweest. Zelfs met die veilige thuis namen de demonen het soms over.

Ik besef maar al te goed dat er daarbuiten veel jongeren zijn die het zonder zo’n veilige thuishaven moeten stellen. Aan hen wil ik zeggen: zoek die ene leerkracht op die je vertrouwt, of stap een Centrum Algemeen Welzijnswerk binnen. Praat met je huisarts. Bel naar Awel. Misschien sport je en heb je een coach of trainer die je kan aanspreken? Zoek sowieso een vertrouwenspersoon en praat over je problemen. Dat is zo belangrijk.’

Heb je ook een tip voor ouders?

Julie: ‘Dat vind ik moeilijk. Pubers zoeken hun eigen plek, hun onafhankelijkheid, en dus houden ze de ouderlijke boot af. Ik zou zeggen: wees alert. Ook al besef ik dat adolescenten vaak niet in hun kaarten laten kijken. Dat is nu eenmaal dat proces van je losmaken.

Als ouder kan je, denk ik, alleen maar proberen om thuis een klimaat te creëren waarin dingen bespreekbaar zijn. En voel je aan je kleine teen dat er iets niet klopt, écht niet klopt? Blijf dan doorvragen, zoals mijn ouders deden.’

LEES OOK > Waar kan je terecht als je kind in aanraking komt met pesten?

Veel stof tot nadenken. Warme dank voor je pakkende getuigenis en vooral: dat het leven elke dag alleen maar fijner mag worden voor jou.

Hulp en info:

  • Heb je nood aan een gesprek, dan kan je terecht bij de Zelfmoordlijn op het nummer 1813 of via zelfmoord1813.be. Als ouder vind je meer info op zelfmoord1813.be/ouders.
  • Awel luistert naar je tieners op het gratis nummer 102. Ze kunnen ook terecht op awel.be.
  • Tele-Onthaal is een held in luisteren. Je kunt je verhaal kwijt op het nummer 106. Via de website tele-onthaal.be kun je op vaste tijdstippen ook chatten.
  • Een CAW staat open voor iedereen met vragen en problemen. Adressen en telefoonnummers vind je terug op caw.be of op 0800 13 500.
  • Watwat.be is een platform van meer dan 80 organisaties en de plek bij uitstek voor jongeren die op zoek zijn naar info, advies of hulp. Ze hebben het ook over pesten.
  • Op veiligonline.be en medianest.be lees je als ouder meer over cyberpesten.
  • Ook bij Child Focus kan je terecht als slachtoffer van Cyberpesten.
  • De website allesoverpesten.be wil een wegwijzer zijn voor iedereen. Hier vind je hulp voor ouders.

Foto: Kristof Ghyselinck

Volg de Gezinsbond ook op FacebookTwitter en Instagram om op de hoogte te blijven van nieuwtjes en activiteiten. Lid worden van de Gezinsbond kan hier.

Gepubliceerd op: 04/11/2022, laatste update op: 09/08/2023