Bruno De Wever kennen we van zijn televisie ‘optredens’. Als prof, gespecialiseerd in de geschiedenis van de Vlaamse beweging, het Vlaams nationalisme en de Tweede Wereldoorlog, is hij een veelgevraagde gast in journaals en duidingsprogramma’s. Hij is de broer van de burgemeester van Antwerpen, maar daar hebben we het in ons gesprek niet over. Wel over de invloed van de familiegeschiedenis op een mens, het belang van historisch denken om het heden te begrijpen én over opa worden. Want die vreugde viel Bruno De Wever al twee keer te beurt en een derde spruit dient zich aan. ‘Grootouder worden heeft me emotioneel zeer geraakt.’

Hechte band

We hebben afgesproken bij Bruno De Wever thuis. Hij woont in een kasteel in Deurne. Hij en zijn vrouw kochten het twintig jaar geleden samen met vier andere gezinnen. Elk gezin heeft er een privéwoning. De tuin wordt gedeeld. De kinderen De Wever zijn intussen uitgevlogen, maar niet ver. Ze wonen alle drie in Antwerpen. Het kasteel ligt tussen dichte bebouwing, maar via een poortje kom je in een groene oase van 3.700 vierkante meter. Hier zullen ook de kleinkinderen naar hartenlust kunnen spelen.

Normaal zou kleindochter Noa (16 maanden) er de dag van ons gesprek zijn, maar ze is ziek en de opvangplannen werden gewijzigd. Aan het hoofd van de tafel waar ik met De Wever plaatsneem, staat een kinderstoel. Opa zal ook een paar keer trots naar de foto’s wijzen die tegen de kast hangen: Noa en Zaza (5 maanden) toen ze enkele weken oud waren. ‘We hadden altijd een goede relatie met onze kinderen en nu ze zelf ouders zijn, is de band nog hechter’, vertelt Bruno. ‘Ze komen vaak langs. Mijn vrouw Liesbet en ik vangen Noa en Zaza elke vrijdag op. Soms komen ze ook op woensdag. Het is een hulp voor de jonge ouders en wij doen het met volle goesting.’

Snelweg van het leven

‘Grootouder worden is een bijzondere nieuwe fase in je leven. We kregen te horen dat er een kleinkind op komst was, toen we met zijn allen op weekend waren in Parijs voor de zestigste verjaardag van mijn vrouw. Er zijn tranen van vreugde gevloeid. De volgende generatie die zich aandient, dat is toch bijzonder.

Noa was van bij de geboorte een wolk van een baby. Alert, vol leven en met gitzwarte haren en donkere ogen zoals haar mama, die Ecuadoriaanse roots heeft. We waren op slag weg van haar. Zaza werd een maand te vroeg geboren. Fysiek “af”, maar mentaal had de vroeggeboorte wel gevolgen. Ze weende veel en was de eerste maanden nooit helemaal tevreden. Lastig voor de jonge ouders. Nu is onze tweede oogappel gelukkig een levenslustige baby.

Volgend jaar krijgt Noa een zusje of broertje. We zijn volop vertrokken als grootouders. Het is geweldig om die kleintjes te zien. De eerste maanden zijn het nog “platte” baby’s, maar dan beginnen ze echt iets te kunnen. Hoe snel zo’n kind iets opsteekt en vooruitgaat, wonderlijk is het. Ik heb het allemaal al eens meegemaakt met mijn kinderen, maar ik ben precies vergeten hoe dat was. Als jonge ouder zit je op de snelweg van het leven: bezig met een huis, een drukke job, alles wat je wil doen… Bij een kleinkind ben je veel meer op hun ontwikkeling gefocust. Heel fascinerend.’

LEES OOK > Grootouder worden: het verandert je leven

Meer tijd voor de kleinkinderen

‘Ik ging met pensioen van zodra dat kon, omdat ik af wilde van administratieve zaken die ik niet graag deed of die ik – door de digitalisering – minder goed beheerste, en waar ik meer tijd moest insteken dan me lief was. Onze generatie is niet met computers opgegroeid. De razendsnelle digitalisering die zich op werkvloeren voltrekt, kunnen we ons enkel eigen maken mits grote inspanningen. Ik had het er niet meer voor over om er opleidingen rond te volgen.

‘Ik hoop dat ze zullen zeggen: met opa kunnen we praten.’

Dat mijn vader op zijn tweeënzestigste gestorven is, deed me ook nadenken. Ik ben drieënzestig, hoeveel goede jaren krijg ik nog? Nu wil ik bezig zijn met wat ik echt nog wil doen. Ik geef lezingen, ben hoofdredacteur van een tijdschrift, begeleid enkele doctoraatsstudenten en wil zeker nog één boek schrijven. Ik stop dus niet met werken, maar er zijn minder verplichtingen en er blijft meer tijd over voor de kleinkinderen.’

Bekende Opa Bruno De Wever: ‘Grootouder worden heeft me emotioneel zeer geraakt’Open geest en open huis

‘De omgeving heeft een grote impact op een mens. Bij een kind in de eerste plaats: het gezin. Ik ben opgegroeid in een extreemrechts milieu. Mijn vader was militant in Vlaams-nationalistische organisaties en ik ging naar het Vlaams Nationaal Jeugdverbond (VNJ).

Maar ik was jong in de jaren zeventig toen in Vlaanderen de idealen van vrijheid en blijheid ingang vonden. De twee werelden botsten en ik nam gaandeweg afstand van het VNJ. Ik wilde als puber “bohemer” zijn zoals mijn schoolmakkers, en verkoos lang haar en gescheurde broek boven het gemillimeterde haar en de bottines van de jeugdbeweging. Ook de ideologische kloof groeide. Ik heb veel discussies gevoerd met mijn vader, hij stond daarvoor open en moedigde ons aan om zelfstandig te denken. Daar ben ik hem dankbaar voor. Ik heb die openheid van geest proberen door te geven aan mijn kinderen. Hopelijk kan dat later ook met mijn kleinkinderen.

Ik hoop dat de kleinkinderen het hier zullen ervaren als een open huis, waar ze graag komen. Dat ze over mij zullen zeggen: “Met onze opa kunnen we praten.” Ik zal ze niet naar studies geschiedenis duwen, mijn kinderen gingen ook andere wegen.

Wat ik wel zal proberen: om hen historisch denken bij te brengen. Dat helpt om de werkelijkheid van vandaag te “lezen”, te begrijpen waar problemen vandaan komen en dynamieken te herkennen. Het doet ook beseffen dat er altijd verschillende perspectieven zijn op een situatie en het nooit een zwart-wit of goed versus kwaad verhaal is. Er is niet één waarheid, voor elk perspectief zijn heel legitieme bewijzen aan te voeren. Historisch denken leidt tot genuanceerdere oordelen, minder scherpslijperij, meer verdraagzaamheid… en dat is nodig om oplossingen te vinden voor conflicten.

De kleinkinderen moeten vooral studeren waar ze goesting in hebben. Ik wil dat ze gelukkig worden. Een diploma geeft meer kans op een goed inkomen. En zonder geldzorgen is het makkelijker om gelukkig te zijn. Als je dan ook nog een job hebt die je graag doet, draagt dat twee keer bij tot je geluk. Zo zei ik het tegen mijn kinderen en hoop ik het ook voor mijn kleinkinderen. Maar je (klein-)kinderen zijn je (klein)kinderen niet (naar een citaat van Kahlil Gibran, n.v.d.r.). Ik zie bij kennissen hoe kinderen soms een weg gaan die botst met fundamentele opvattingen van de ouders. Je hebt niet alles in de hand.’

LEES OOK > Met je kleinkinderen communiceren doe je zo

Met één muisklik

‘Ook in de overvloed aan informatie, zullen mijn kleinkinderen hun weg moeten vinden. Ik lees dat techneuten van Sillicon Valley hun kinderen geen smartphone geven en hen naar scholen sturen die geen digitale media gebruiken. Dan moeten we die schermpjes misschien toch ook wat doseren bij onze kinderen? Onderzoeken wijzen uit dat zij veel minder lang hun aandacht kunnen focussen, dat vind ik alarmerend.

‘Hoe snel zo’n kind vooruitgaat, wonderlijk is het. Ik heb het allemaal al eens meegemaakt met mijn kinderen, maar ik ben precies vergeten hoe dat was.’

Laat ons wel wezen: het is een geweldige technologie waar we niet meer zonder kunnen en willen. Maar zoals alle nieuwe evoluties brengt het uitdagingen met zich mee. Er is niets nieuws onder de zon: de industriële revolutie bracht ongeziene vooruitgang en welvaart. Maar toen is de klimaatverandering begonnen.

Ook met de schaduwzijden van de digitale revolutie moeten we als mensheid leren omgaan. In één klik heb je meer informatie dan wij tijdens onze studies bijeen konden brengen. Dat is geweldig. Het heeft het vakgebied geschiedenis – en vele andere – ontzettend veranderd, in positieve zin. Maar hoe onderscheid je kaf van koren in de stroom aan informatie die nog exponentieel zal groeien door artificiële intelligentie? Als informatie gegenereerd wordt op basis van logaritmen en ook fouten klakkeloos gereproduceerd worden? De rol van experten zal des te belangrijk worden. Mensen die er hun hele leven aan gewijd hebben om kennis rond een thema te vergaren en te beoordelen. De toegang tot informatie mag dan wel spectaculair veranderd zijn, de basismechanismen zijn gebleven: om informatie te leren beoordelen, moet je op de schouders staan van experts die je zijn voorgegaan.’

Prof op de fiets

‘De klimaatproblemen en de gevolgen die de kleinkinderen daarvan zullen ondervinden, baren mij zorgen. In ons gematigd klimaat zal het misschien nog relatief meevallen, maar een deel van de wereld wordt onleefbaar, en die mensen moeten ergens naartoe. We leven sociaal-economisch in een van de beste landen ter wereld. Ik ben overtuigd dat we meer kunnen doen voor vluchtelingen dan we nu doen. Maar als een half miljard mensen in beweging komen en er anderhalf miljoen bij ons aankloppen, komt de welvaartstaat serieus onder druk. Zal onze democratie dat overleven? Uit de geschiedenis weten we dat in een maatschappij die voor grote problemen staat autoritaire denksystemen om de hoek loeren. Dat toekomstbeeld voor mijn kleinkinderen maakt me ongerust.

Maatregelen om de klimaatproblemen aan te pakken moeten door de overheid gestuurd worden. En dat in Europese samenwerking. In een democratie moet over alles gepraat worden om consensus te bereiken, dat vergt tijd. In een dictatuur kunnen regels opgelegd worden. We mogen blij zijn met wat soms misprijzend “gebakkelei” genoemd wordt, want het alternatief voor democratie is echt niet beter. Dat kan je je kleinkinderen leren: “Politiek gaat over jouw leven en toekomst, kies de mensen die de juiste en noodzakelijke beslissingen nemen.”

Daarnaast kan je ook als individu een bijdrage leveren. Wij eten zelf nog vlees, weliswaar minder. Heel belastend voor het klimaat en eigenlijk niet meer verantwoord. Vegetarisme is de toekomst. Als mijn kleinkinderen beter doen, zal ik dat aanmoedigen. Verplaatsingen doe ik zoveel mogelijk met het openbaar vervoer. Gecombineerd met een plooifiets. Uit milieuoverwegingen én om een voorbeeld te stellen: sommigen vinden een prof op de fiets raar. Op de trein kan ik ook lezen of schrijven, terwijl elk uur in de auto een verloren uur is. Op vlak van mobiliteit beweegt er veel. Er zijn deelauto’s en -fietsen en heel wat jonge gezinnen hebben geen eigen auto meer. De mens is een creatief wezen.’

LEES OOK > ‘Grootouders voor het klimaat’ strijden voor groene toekomst kleinkinderen

Bruno De Wever wordt de 150ste klimaatambassadeur van Grootouders voor het Klimaat: grootoudersvoorhetklimaat.be.

Foto’s: Kristof Ghyselinck

Dit artikel verscheen eerst in het Magazine voor GROOTouders (nr. 19, 2024). Ook ontvangen? Schrijf je dan in voor het magazine en de bijbehorende nieuwsbriefVolg de Gezinsbond ook op FacebookTwitter en Instagram om op de hoogte te blijven van nieuwtjes en activiteiten. Lid worden van de Gezinsbond kan hier.

Gepubliceerd op: 19/01/2024, laatste update op: 15/02/2024