In zijn column voor ons magazine GROOTouders pent André Vansteenbrugge zijn overpeinzingen neer. Dit keer over een onschatbaar rijk instrument dat hij als grootvader heeft gekregen: de kinderogen van zijn kleinkinderen.
‘We zijn maar gewone mensen, hé. Eens een weekendje aan zee en één of twee keer in ’t jaar op reis, daar zijn we al content mee.’
Alledaagse woorden die we allemaal wel eens gehoord hebben. Stel je nu eens voor dat onze eigen grootouders zo’n uitspraak zouden opvangen. Ze vielen waarschijnlijk achterover van verbazing. Om maar te zeggen: wat wij intussen ‘gewoon’ vinden, was dat jaren geleden niet.
Cava & scampi
Niet alleen op het vlak van reizen trouwens. Terwijl schuimwijn voor onze (groot)ouders een bijzondere – want dure – drank was die enkel op grote feesten werd geschonken, drinken we nu cava alsof het bruiswater is. Zo is het ook gegaan met zalm, scampi, wijnen, noem maar op.
‘Geef toe, is er een groter genot dan met die minimensjes in het gras te lopen en hun enthousiasme te delen over de simpele madeliefjes?’
De voorbije jaren hebben we steeds meer gekregen en toch zijn we zo vaak niet tevreden. Zodra iets nieuws na een tijd weer ‘gewoner’ wordt, verliest het blijkbaar zijn glans.
Met als gevolg: mensen zoeken vandaag koortsachtig naar nieuwe dingen, onbekende bestemmingen en exotische gerechten. Naar datgene wat hen een beetje bijzonder maakt in de grotere groep. Niemand wil nu eenmaal een grijze muis zijn …
Kinderogen
Nochtans bestaat er voor die eindeloze zoektocht een eenvoudige remedie, aangeboden door de Franse schrijver Marcel Proust: ‘De echte ontdekkingsreis bestaat niet uit het zoeken naar nieuwe landschappen, maar in het hebben van nieuwe ogen.’
De wereld die we kennen met een frisse blik bekijken dus. Niet onze omgeving moet telkens veranderen, maar wij kunnen anders kijken.
En daarvoor hebben wij, grootouders, een onschatbaar rijk instrument gekregen: de kleinkinderen. Nog niet bedorven door nieuwzucht bekijken zij de wereld als één grote verrassing.
Voor hen is niets ‘gewoon’, want zij ervaren stap voor stap – met de nodige blutsen en builen – de wonderen van het bestaan. Diezelfde wonderen die voor ons, volwassenen, gaandeweg onopvallend en saai zijn geworden.
LEES OOK > Janine Bischops: ‘Ik vind het zalig om op te trekken met jonge mensen’
Madeliefjes & mieren
Geef toe, is er een groter genot dan met die minimensjes in het gras te lopen en hun enthousiasme te delen over de simpele madeliefjes die het grasveld bevolken? Je samen verbazen over mieren in de tuin of vuurwantsen op het paadje. Heerlijk!
Als je klein bent en lager bij de grond leeft, zie je pas wat een weelde zich daar bevindt. Maar ook als je naar boven kijkt, zit het bestaan vol leven. Herinner je je nog hoe je vroeger, in korte broek, naar de wolken staarde en daarin allerlei figuren ontdekte? Zo werden eenvoudige, gewone dingen beladen met betekenis.
‘Kinderogen bekijken de wereld als één grote verrassing’
Groot worden bestond erin die frisse kijk los te laten en ‘realistisch’ te worden, niet meer te geloven in die wondere wereld tussen de wolken of in het gras. Als de blik nu nog naar de grond gaat, is het meestal omdat men zich bedrukt voelt, niet omdat men die bijzondere wereld wil herontdekken.
Volgens mij kunnen die kleine, nieuwsgierige oogjes ons helpen om de wereld met meer aandacht, liefde en tevredenheid te bekijken. Misschien zouden we ons dan wat gelukkiger voelen? Want je gelukkig voelen, dat is vanzelfsprekend niet zo gewoon …
Dit artikel verscheen eerst in het Magazine voor GROOTouders (nr. 9, 2021). Ook ontvangen? Schrijf je dan in voor het magazine en de bijbehorende nieuwsbrief. Volg de Gezinsbond ook op Facebook, Twitter en Instagram om op de hoogte te blijven van nieuwtjes en activiteiten. Lid worden van de Gezinsbond kan hier.
Gepubliceerd op: 25/06/2021