Babbelen met Janine Bischops is een feestje op zich. De gekke verhalen volgen elkaar in sneltreinvaart op. De versprekingen ook, gevolgd door luide lachsalvo’s. Er is koffie en humor, sfeer en gezelligheid. Er is liefde voor het leven en nog meer liefde voor haar twee dochters, vijf kleinkinderen en twee achterkleinkinderen. De talloze fotootjes aan de muur zijn daar het schattige bewijs van. Tachtig wordt ze dit jaar. Nog altijd een topactrice, nog altijd één brok energie met blinkende ogen. Van zodra we weer échte feestjes mogen geven, nodig ik haar uit. Zeker weten.

Blikken we even terug naar de kindertijd van klein Janineke. In wat voor nest ben je opgegroeid?

‘Ik was het enige kind van twee mensen die elkaar doodgraag zagen. Ons ma was conciërge in een school hier verderop en papa werkte als goudsmid. Braaf zijn, eerlijk zijn en graag zien, dat vonden ze de belangrijkste dingen in de opvoeding.

Het was echt een geweldig koppel: ik heb hen nooit ruzie weten maken. Ze waren altijd lief tegen elkaar en ik hoorde hen heel vaak giechelen.

Ook op latere leeftijd zaten ze nog hand in hand in de zetel. Wanneer ik dan binnenkwam zei ik: “Allez, zie ze daar zitten, de heteriken!” (lacht)’

In het verderf

Je ouders vonden ‘braaf zijn’ belangrijk. En was jij dat ook?

‘Zeker weten, heel braaf zelfs! En ja, ik was hun enige kind, maar ik werd absoluut niet verwend. Ik had veel contact met andere kinderen, er kwamen voortdurend vriendinnetjes spelen en ik zat ook bij de Chiro.

Mijn beste vriendin vertelde me later eens: “Jij was het liefste meisje van de klas, je kon er absoluut niet tegen als er spanningen waren.” Waarschijnlijk omdat ik dat thuis nooit had gezien, denk ik nu.

Wanneer twee klasgenootjes ambras hadden, wou ik die blijkbaar altijd verzoenen. Dan nam ik bij allebei hun handjes vast en legde ik die in elkaar. (lacht)’

En hoe was je als tiener? Kwam er toen wat rebellie naar boven?

‘Maar nee, ik bleef gewoon braaf! Al mijn vriendinnen gingen uit, maar ik niet, ik keek met mijn ouders naar tv. Ik was toen al gefascineerd door de acteurs en actrices die ik daar zag.

Maar rebelleren of het uithangen, dat deden tieners toen niet. Ik ben een oorlogskind hé, geboren in 1941, dat had echt veel invloed.’

Had je als kind al het plan om later actrice te worden?

‘Oh zeker, dat was mijn droom. Niet alleen door wat ik zag op tv, maar ook door met mijn ouders vaak naar het jeugdtheater te gaan. Geweldig vond ik dat! In dat jeugdtheater werd vaak gezongen, en op de terugweg naar huis zong ik samen met mijn ouders die liedjes op straat. Zo plezant!

Maar ja, ik was braaf hé, dus ik ging handel studeren omdat mama dat een goed idee vond. Ze kende iemand die op “nen buro” werkte, en die had gezegd: “Laat Janine maar steno-dactylo leren, dat is de toekomst.”

Ik heb toen effectief nog een tijdje bij een notaris gewerkt, maar om dat voor de rest van mijn leven te doen? Pfff, dat zag ik helemaal niet zitten.

Omdat ze mij toch wat tegemoet wilden komen, mocht ik van mijn ouders ‘s avonds naar de theaterschool in het Hessenhuis, en daar leefde ik helemaal op. We speelden Antigone en Romeo en Julia, en overdag bleef ik braaf brieven tikken bij de notaris.

Op een bepaald moment mocht één van onze acteurs auditie doen bij de KVS. Ik ging gewoon mee als zijn tegenspeelster, maar na die auditie bleek dat ze mij een contract wilden aanbieden! Stel je voor! In die jury zaten zowat alle grote acteurs van toen: Senne Rouffaer, Anton Peters, Nand Buyl en Ivonne Lex. En wauw, die wilden mij, Janine Bischops!

Ik was overdonderd en wou er heel graag op ingaan, maar ik weigerde het aanbod omdat het niet mocht van ons mama. Want het theater, dat waren allemaal “hoeren” volgens haar. (lacht)

Na een paar dagen heb ik achter mama’s rug om tóch dat contract getekend. Toen ik het haar ’s avonds vertelde was ze in alle staten, we hebben toen ruzie gehad tot ’s ochtends vroeg. Ze was ervan overtuigd dat ik mij in het verderf stortte en is een jaar lang niet naar mijn voorstellingen komen kijken. Papa kwam altijd alleen.

Toen ik een hoofdrol kreeg, wou ik heel graag dat ze toch kwam kijken, dus maakte ik haar wijs dat de directeur van de KVS alle ouders officieel uitnodigde. En oké, daar kon ze niet onderuit, vond ze! (lacht) Vanaf dat moment is ze blijven komen, ze heeft elk stuk gezien waarin ik meedeed.’

Merci moeder!

Je kreeg twee dochters, toch niet evident voor iemand die elke avond op de planken stond …

‘Mja, veel actrices zetten inderdaad die stap niet omwille van hun carrière, maar ik wou absoluut kinderen. En kijk, ik heb bewezen dat je het moederschap wél kan combineren met het theater, want ik heb heel mooie rollen mogen spelen.

Overdag was ik er voor Karen en Ingrid, dan kookte ik voor hen en deed ik alle typische moederdingen. ’s Avonds ging ik naar de KVS en kwam ons mama op de meisjes letten.

Het was een zegen dat ik naast mijn ouders woonde. Zeker toen ik gescheiden was van Walter, de vader van mijn dochters. Co-ouderschap bestond in die tijd nog niet, onze dochters bleven bij mij wonen, maar dankzij mijn pa en ma kreeg ik alles toch goed geregeld.’

LEES OOK > Martin Heylen wil een betrokken opa zijn: ‘Ik heb geen tijd, maar als Renée er is, bestaat alleen zij.’

Wat vond je belangrijk in de opvoeding die je hen gaf?

‘Ik heb Karen en Ingrid opgevoed volgens de waarden die ik zelf had meegekregen, en mijn moeder heeft ook een groot aandeel gehad in hun opvoeding. Ik heb héél toffe kinderen, dus: MERCI MOEDER! (Janine gooit een kus naar de foto van haar mama en glimlacht)

Ook al is ze er al lang niet meer, ik vertel nog altijd alles aan mijn moeder. Zowel mijn verdriet als mijn blijheid.’

Janine Bischops: 'Ik vind het zalig om op te trekken met jonge mensen'Wat voor band heb je nu met je dochters?

‘Een heel goeie, echt waar. We lachen veel maar kunnen ook lange, ernstige gesprekken voeren. Ik zie mijn dochters doodgraag, amai!

En die kleinkinderen zijn ook schatten. Kaat, één van de kleindochters, zei onlangs: “Oma, ik heb de indruk dat jij nog even zot bent als ik!” (lacht) Zij komt binnenkort zelfs hiernaast wonen, in het huis van mijn ouders. Geweldig toch?

Ik vind het zalig om op te trekken met jonge mensen, daarom speel ik ook zo graag in Familie en #LikeMe. Waarschijnlijk ben ik van geest nog geen oude doos en klikt het daarom zo goed.

Oude mensen kunnen zo saai zijn, hé. En zagen! (lacht) Maar toen ik vorig jaar ziek was en dacht dat ik ging sterven, heb ik ook gezaagd hoor …’

LEES OOK > Auteur Dirk Musschoot is een speelse opa: ‘Onnozel doen is belangrijk’

Oei, wat was er gebeurd?

‘Door corona en de lockdown zat ik altijd binnen en bewoog ik te weinig. Dat heeft mij op een bepaald moment de das omgedaan: ik ben van de trap gevallen, waarschijnlijk door een bloeddrukval. Ik ben pas een hele tijd nadien bij bewustzijn gekomen, in een plas bloed, met een gigantische zwelling op mijn hoofd. Mocht die zwelling aan de binnenkant van mijn hoofd ontstaan zijn, was ik dood.

Pfff, het was echt een zwaar jaar. Voordien moest ik hoogstens eens naar de dokter voor een verkoudheid of voor pilletjes voor de stem, maar na die val volgde het ene op het andere.

In één jaar tijd ben ik veel ouder geworden, ik zie dat aan mijn gezicht. Ik ben normaal iemand die altijd lacht en anderen graag laat lachen, maar ik heb vorig jaar veel geweend.

Pas op, ik heb me volledig herpakt nu. Ik beweeg meer en heb nu zelfs een stappenteller die alles registreert. Dus ik heb geen keus, ik MOET stappen! (lacht) En ik fiets ook weer! Niet door de stad, dat durf ik niet meer, maar wel op de mobilhome die mijn dochters me gekocht hebben.’

Euh …?

‘Oeps! De hometrainer natuurlijk! (lacht) Dat heb ik dus al heel mijn leven, van die gekke versprekingen. Dat komt omdat ik altijd te veel en te snel wil vertellen. Karen zegt dan: “Mama, haal eens adem, straks ga je nog hyperventileren!”‘

LEES OOK > Op latere leeftijd beginnen sporten? Zo pak je dat aan

Corona & kriebels

We kijken terug op een allesbehalve gewoon jaar. Heb je tijdens de lockdowns soms nieuwe gewoontes ontwikkeld of hobby’s ontdekt?

‘Ik heb heel wat schriftjes volgeschreven, een beetje zoals een dagboek, maar dan met fotootjes en gedichtjes ertussen.

Poëzie schrijven, knippen en plakken: toen ik nog een meisje was, deed ik dat ook al enorm graag. Eigenlijk ben ik nu nog altijd dat meisje van toen.

Mijn inspiratie? Alles wat ik zie, hoor, meemaak … én voel! Want als ik verliefd ben, krijg ik automatisch wat meer inspiratie. Ik ben blij dat ik nog kriebels kan voelen. Niet dat ik ooit nog een man ga binnenlaten in mijn leven, ik ben door de breuk met mijn laatste ex té hard gekwetst geweest.’

Je staat vandaag opvallend positief in het leven, terwijl je toch het een en ander hebt meegemaakt …

‘Mja, klopt. Die tweede scheiding heeft mij serieus gekraakt, maar ik ben er op de ene of andere manier in geslaagd om mijn vrolijkheid te behouden.

En ondanks die perikelen van vorig jaar, heb ik nu weer een pak energie en veel goesting om te lachen en onnozel te doen. De dag dat ik niet meer lach, ben ik dood. Schrijf dat maar op! (lacht)’

Moemoe was geen gewone

Haar grootouders aan vaders kant heeft Janine nooit gekend, maar bij die aan moederskant bracht ze als kind ontzettend veel tijd door.

‘Ik bleef heel graag bij mijn grootouders logeren, ook al was ik altijd een beetje bang in dat kleine slaapkamertje in hun huisje in Hoevenen. Maar mijn moemoe, jongens toch, ik heb echt de allerbeste herinneringen aan haar!

Wanneer mijn ouders vertelden dat ze op vakantie gingen naar zee, was mijn reactie altijd: “Ik ga niet mee, ik ga naar ons moemoe!” Tot mijn zestien jaar ging ik bij haar op vakantie: hele dagen spelen en in de bomen klimmen met de jongens uit de buurt.

Mijn moemoe stond dikwijls in de deuropening en had altijd een propere voorschoot aan. Heel Hoevenen kende haar, ze was enorm grappig en haalde met iedereen mopjes uit. Dan riep ze van ver naar een jongetje: “Louis, kom! Ik zal uw plastron knopen, maar dan moet jij voor mij krieken gaan halen!” Waarop ze die gast een stenen pispot meegaf. (lacht) En even later stond hij daar terug, met een pispot vol krieken! Zulke toeren, dat was typisch mijn grootmoeder.

Ik was ongelooflijk graag bij haar: ze lachte altijd, kon heerlijk vertellen en lekker koken, speelde spelletjes, knutselde … een zalige grootmoeder, geen gewone. Wanneer ze met mijn neef en mij “frituurke” speelde, draaide ze de frietjes in papier van De Volksgazet. “Allez moemoe, onze frietjes staan vol letters!” – “Da’s niet erg, dat schuurt de maag!” (lacht) Onvergetelijk, ik denk nog erg vaak aan moemoe.’

Foto’s: Kristof Ghyselinck

Dit artikel verscheen eerst in het Magazine voor GROOTouders (nr. 9, 2021). Ook ontvangen? Schrijf je dan in voor het magazine en de bijbehorende nieuwsbriefVolg de Gezinsbond ook op FacebookTwitter en Instagram om op de hoogte te blijven van nieuwtjes en activiteiten. Lid worden van de Gezinsbond kan hier.

Gepubliceerd op: 22/06/2021, laatste update op: 16/08/2021