Elke dag komen wij in aanraking met honderden verschillende chemische stoffen. Dat is op zich geen probleem, als die stoffen geen vervelende neveneffecten hebben. En daar knelt het schoentje: een boel stoffen waar we dagelijks mee in aanraking komen, verstoren de werking van hormonen in ons lichaam.

Over de risico’s van hormoonverstoorders (EDC’s of endocrine disrupting chemicals) berichtte de Wereldgezondheidsorganisatie al in 2002. Maar politici blijven, onder invloed van de chemische industrie, twijfelen om maatregelen te nemen om vervuilende stoffen uit onze (ongeboren) kinderen te houden. De Gezinsbond pleit dan ook al jaren bij politici om hormoonverstoorders aan te pakken. Wat willen wij dat er gebeurt?

1. Criteria bepalen om EDC’s te identificeren.

Daarbij kunnen we niet langer steunen op de zogenaamd veilige limieten per stof. Dat is de hoeveelheid die geen effect heeft of reactie uitlokt. Aangezien chemische stoffen voor verschillende mensen in verschillende hoeveelheden effect kunnen hebben (lagere dosissen voor kinderen dan voor volwassenen bijvoorbeeld), is het onmogelijk om voor de hele bevolking een veilige grens te bepalen.

2. Alle hormoonverstorende stoffen identificeren én uitfaseren.

Dat wil zeggen dat het gebruik van een stof moet uitdoven zodra we weten dat ze hormoonverstorende effecten heeft. Prioriteit hierbij zijn producten waar zwangere en borstvoedende vrouwen en baby’s mee in contact komen. Als er een veilig alternatief voorhanden is, moet het schadelijke element onmiddellijk vervangen worden.

3. Blootstelling van kwetsbare groepen (foetus, baby en peuter, tiener) meten volgens betrouwbare indicatoren.

4. Consumenten moeten geïnformeerd worden in welke producten EDC’s of hormoonverstoorders zitten.

Zo kunnen ze een geïnformeerde keuze maken. Informatiecampagnes moeten zich richten op groepen die het meest kwetsbaar zijn voor de blootstelling aan hormoonverstoorders.

5. Beleidsmaatregelen moeten altijd rekening houden met de personen die het meest gevoelig zijn aan de effecten van hormoonverstorende stoffen, namelijk foetussen, baby’s, peuters en tieners.

Idealiter wordt voor blootstelling aan stoffen, net als voor luchtkwaliteit en verkeersveiligheid, één duidelijke norm ingevoerd: de kindnorm. Het principe van een kindnorm is eenvoudig: om een veilige grens te bepalen voor iedereen in onze samenleving wordt de veilige grens voor kinderen gebruikt. Kinderen zijn extra gevoelig: hun lichaam en hersenen zijn nog in ontwikkeling en dus vatbaar voor meer verschillende stoffen.  Dat geldt niet alleen voor hormoonverstoorders maar bijvoorbeeld ook voor luchtvervuiling. Een kind ademt vaker in en uit en krijgen zo in verhouding veel meer vuile stoffen binnen.

Er beweegt iets

In Europa verscheen de eerste wetgeving om de blootstelling aan hormoonverstorende stoffen te verminderen rond 2012. Maar de nodige criteria om hormoonverstorende stoffen te beoordelen ontbrak. Weinig mogelijke hormoonverstoorders werden al getest, waardoor ze nog steeds gebruikt mogen worden. De Belgische Senaat reageerde in 2018 met een lijst aanbevelingen.

Rond 2020 nam Europa hormoonverstoorders op in de plannen voor een Green Deal. De verschillende lidstaten, waaronder België, werken aan actieplannen, maar het gaat traag. België lanceerde (samen met andere Europese landen) een website met stoffen die als hormoonverstoorder gekend zijn, of onderzocht worden.

Zweden en Denemarken namen als eersten concrete maatregelen. Het Nordic Ecolabel bijvoorbeeld wordt niet toegekend als er hormoonverstoorders aanwezig zijn. Het EU Ecolabel volgde in 2022 gedeeltelijk: cosmetica die het EU Ecolabel dragen, mogen geen hormoonverstorende stoffen, nanomaterialen, ftalaten, parabenen en microplastics bevatten.

In Vlaanderen werd het ontbreken van goede regelgeving opnieuw duidelijk tijdens het PFOS-schandaal rond de 3M-site in Zwijndrecht. Chemische stoffen uit de PFAS-groep hebben een hormoonverstorende werking in dierproeven. De toelaatbare waarden in voeding zijn de afgelopen jaren sterk verstrengd door de Europese autoriteit voor voedselveiligheid. De normen voor aanwezigheid in de bodem of het grondwater volgden nog niet. Het is nu aan onze overheid om ook die normen in lijn te brengen met de Europese aanbevelingen.

Ontdek hier hoe je de blootstelling aan hormoonverstorende stoffen in voeding, kledij, schoonmaakmiddelen, in de keuken en in cosmetica kan verminderen

Dossier hormoonverstoorders

Het dossier hormoonverstoorders kwam tot stand met de gewaardeerde financiële en inhoudelijke steun van BV OECO. Het doel van dit dossier is mensen in te lichten over de gevaren van hormoonverstoorders en tips aan te reiken om de blootstelling te verminderen.

De Gezinsbond is een voorstander van een veilige omgeving voor iedereen en kinderen in het bijzonder. Daarom pleiten we voor het hanteren van een kindnorm: alle producten moeten veilig zijn voor de gezondheid van kinderen. Want wat veilig is voor kinderen, is veilig voor iedereen. Help ons deze kindnorm te verdedigen en word lid.

Gepubliceerd op: 22/05/2019, laatste update op: 13/01/2023