Als je klein bent, is spreken een complexe aangelegenheid. Tussen de leeftijd van 2 en 5 jaar gebeurt er zo veel in een klein kinderhoofdje. Alle kleuters haperen wel eens als ze beginnen met praten. Maar wanneer wordt stotteren bij kinderen een probleem? Wanneer moet je hulp inschakelen? En wat kan je doen om te helpen?

Stotteren bij kinderen

We kennen allemaal wel zo’n enthousiaste kleuter die van school komt en veel tijd nodig heeft om een verhaal te vertellen. ‘Maar, maar, maar mama maar de juf eef gezegd – maar mama …’ Kleuters kunnen soms wel tien keer hun zin herbeginnen tot ze de juiste formulering gevonden hebben.

‘Die onvloeiendheden zijn normaal, zeker bij kleuters tussen 2 en 5 jaar’, vertelt Veerle Waelkens. Ze is logopediste, lector aan de Artevelde Hogeschool en heeft haar eigen praktijk voor spraakstoornissen, stotteren, broddelen en spreekangst.

‘Deze “normale” haperingen klinken altijd rustig en helpen de kleuter net om de juiste formulering te vinden.

Ook als het echt stotteren is – zoals bijvoorbeeld mmmmmama – is er geen hulp of doorverwijzing nodig als de kleuter rustig blijft en de ouders zich geen zorgen maken. Taalformulering heeft nu eenmaal tijd nodig.’

LEES OOK > Trage ontwikkeling bij je baby: wat zijn de alarmsignalen?

Maak je je zorgen? Zoek hulp

‘Maak je je als ouder wel zorgen en ben je ongerust, dan is het belangrijk om hulp te zoeken. Met wat uitleg en een paar tips kunnen die zorgen vaak al weggenomen worden.

Te veel ongerustheid zorgt onrechtstreeks ook bij de kleuter voor ongemak. De kleuter voelt dit en dat is weer een drukfactor die het stotteren kan verergeren.

Vaak merk je het ook als je kleuter er last van heeft. Sommige kinderen knipperen mee met hun ogen, zuchten, duwen mee met hun lichaam of stampen met de voet. Ook als je kleuter zegt “Ik heb een stoute mond” of “Ik wil een andere mond!”, is dat een signaal om verder hulp te zoeken.’

Therapie

Gaat stotteren dan altijd over met therapie? ‘Niet altijd. Recente studies wijzen uit dat ongeveer 8% van de kleuters een periode doormaakt waarin ze stotteren. Van die groep zal ongeveer 80% herstellen, met of zonder therapie.

Stotteren is een complexe aangelegenheid. Ook erfelijkheid of temperament van het kind kunnen een rol spelen. Het gaat niet altijd over met therapie, maar ook als het niet over gaat, heb je wel een goede basis gelegd om veel leed te voorkomen.’

LEES OOK > Voor Katrien (20) is stotteren geen beperking: ‘Het houdt me niet tegen!’

Niet de schuld van de ouders

‘Ik wil zeker nog eens onderstrepen dat stotteren niet de schuld is van de ouder’, vertelt de experte. ‘Wanneer een kleuter meer druk ervaart dan zijn spraaksysteem op dat moment aankan, kan stotteren ontstaan.

Maar druk is niet de enige factor. Tussen de leeftijd van 2 en 5 jaar gebeurt er zo veel in een kinderleven. Ze gaan naar school, er komt een zusje of broertje bij, er is zoveel evolutie in taal en motoriek.

Ben je ongerust, dan is het niet verkeerd om hulp in te schakelen. Je kan je kindje niet zelf op een rustige manier helpen als je zelf ongerust bent.’

‘Het gaat wel over’. Dat krijgen veel ouders vaak te horen als advies. ‘En het gaat ook in veel gevallen gewoon over’, vult Veerle Waelkens aan, ‘maar maak je je zorgen of zie je dat je kind er last van heeft, dan is het geen goed idee om er lang mee rond te lopen.’

Drie tips om meteen goed te reageren op het stotteren van je kleuter:

  • Geef geen technische adviezen. Je kind zeggen dat het trager moet spreken, heeft geen zin. Je maakt het niet alleen extra moeilijk voor je kleuter, het krijgt ook nog eens de boodschap: ik doe het niet goed.
  • Bij kleuters is het altijd goed om de boodschap te reflecteren. ‘Iiiiik heb gezwemd vandaag!’ kan je beantwoorden met ‘Oh, heb je gezwommen vandaag? Vond je het leuk?’
  • Probeer open vragen te vermijden. Vraag niet ‘wat heb je gedaan op school?’ maar wel: ‘Heb je geschilderd vandaag?’ Bij open vragen moet de kleuter veel informatie ordenen. Een gesloten vraag geeft minder druk. Als je voldoende wacht zal de kleuter zelf bepalen wat hij aan het antwoord nog wil toevoegen.

Volg de Gezinsbond ook op FacebookTwitter en Instagram om op de hoogte te blijven van nieuwtjes en activiteiten. Lid worden van de Gezinsbond kan hier.

Gepubliceerd op: 22/06/2021