Rukhsana Zubaïr en Tom Creyf wonen met hun dochter Rani (11) in Bredene. Tom is treinbegeleider. Rukhsana probeert beroepsmatig en in haar vrije tijd een verbindingsfiguur te zijn tussen mensen met en zonder migratieachtergrond. Ze hoopt dat dochter Rani haar weg in het leven minder zal moeten bevechten dan zij zelf heeft moeten doen. Ze vertellen over hun gemengde relatie.

Toen Rukhsana negen was, kwam ze vanuit Pakistan naar België samen met haar mama, broers en zussen. Ze trokken in bij haar grootouders en papa, die al langer in Oostende woonden. OKAN (OnthaalKlas Anderstalige Nieuwkomers, red.) bestond nog niet. Rukhsana moest, omdat ze het Nederlands niet beheerste, naar het eerste leerjaar. ‘De lagere school liep moeilijk, ik voelde me er niet thuis’, vertelt ze.

Op haar veertiende rondde ze het zesde leerjaar af en kreeg ze het advies om naar het BSO te gaan. ‘Toen kwam de klik: ik wil en kan meer. Ik koos de richting sociaal-technische wetenschappen en werd de eerste van de klas, terwijl ik altijd de laatste was geweest. Ik wilde me bewijzen.’

Alles alleen uitzoeken

‘In de Pakistaanse gemeenschap in Oostende had niemand verder gestudeerd. Meisjes trouwden er jong, met een Pakistaanse jongen die voor hen werd gekozen. Dat stond mij ook te wachten.

De leerkracht die me aan het einde van het middelbaar zei dat ik hogere studies aankon, gaf mijn leven een andere richting. Ik ging naar opendeurdagen en won informatie in bij het CLB. Ik moest alles alleen uitzoeken, had geen ondersteuning van de familie en geen voorbeelden.

Ik mocht uiteindelijk verder studeren onder strikte voorwaarden: niet op kot, alles zelf betalen en bij herexamens meteen stoppen. De huwelijksplannen werden on hold gezet tot na mijn studies.

Tijdens mijn studies sociaal werk ontmoette ik Tom en we werden een koppel. Ik heb onze gemengde relatie voor mijn ouders verzwegen tot ik mijn diploma had. Een relatie met een Belgische jongen, die zich niet tot de islam wilde bekeren? Dat kon niet voor mijn familie. Ik ben toen thuis vertrokken. Dat was zwaar, maar ik kon niet anders, ik wilde mijn leven leiden. Dat ik ook de weg vrijmaakte voor volgende generaties gaf me kracht. Ik kon het voorbeeld zijn dat ik zelf had gemist.’

LEES OOK > Nahile Huseynova wil als leerkracht wiskunde rolmodel zijn voor nieuwkomers: ‘Ik blijf les volgen om mijn Nederlands te verbeteren’

Gemengde relatie

‘Mijn traject was minder spannend’, zegt Tom. ‘Mijn vader werkte bij de NMBS, mijn moeder in het onderwijs. Meer doorsnee kan het niet. Ik ben enig kind en verder studeren was vanzelfsprekend. Mijn ouders betaalden mijn studies, ik moest niet zelf het geld bijeen sprokkelen door weekend- en vakantiejobs, zoals Rukhsana.

Ik was een speelvogel op school. Ik had al een poging in de opleiding luchtvaarttechnieken achter de rug toen ik overstapte naar sociaal werk. Op kot mocht ik niet omdat mijn ouders vermoedden dat ik te vaak de bloemetjes zou buitenzetten. Rukhsana was een toegewijde studente en haalde goede resultaten, ik had het eerste jaar 20 herexamens op 24 vakken. Door haar ben ik me meer gaan toeleggen op mijn studies. Tegen het derde jaar had ik maar één herexamen meer.

Toen ik thuis vertelde dat we verliefd waren, zeiden mijn ouders: “Zijn er niet genoeg Belgische meisjes?” Ik begrijp dat wel. Maar ze hebben Rukhsana wel meteen aanvaard. Mijn moeder zei: “Als je met dat meisje in zee gaat, moet je het serieus menen.” Ik ben sowieso nogal ouderwets en streng opgevoed, mijn kijk op relaties was traditioneel. In die zin had mijn opvoeding ook wel raakpunten met die van Rukhsana.

In de verschillen hebben we elkaar altijd ruimte gegeven. Ik ben vrijzinnig, Rukhsana is als moslim opgevoed. Op de eis van haar ouders dat ik me zou bekeren kon ik niet ingaan. Als je niet in een god gelooft, kan je niet ineens doen alsof je het licht gezien hebt.’

Oma wil kleinkind zien

Toen Rukhsana thuis wegging, trok ze naar Gent. ‘Ik wilde afstand van mijn familie, en Tom en ik vonden het nog te vroeg om te gaan samenwonen. ‘In Engeland waren er in die periode enkele eremoorden op meisjes die voor een Britse jongen kozen’, vertelt Tom. ‘Wij vroegen de politie om een oogje in het zeil te houden, maar hebben geen problemen gehad.’

Enkele jaren later ging het koppel samenwonen in Oostende, later in Bredene. Rukhsana vond er ook werk. Sinds de geboorte van hun dochter Rani is het contact met de familie hersteld. ‘Mijn moeder zei: “Ik wil mijn kleinkind zien”.

Het liep in het begin wat stroef, maar nu zijn we helemaal aanvaard in de familie, ook Tom. Bij familiebijeenkomsten en feesten zorgen we dat iedereen zich goed kan voelen. We integreren sowieso elementen van beide culturen in ons leven. Op ons huwelijk droeg ik een kleed uit Oostende, met een Pakistaanse sjaal en juwelen. De hapjes waren Pakistaans, de uitnodiging had oosterse krullen. Ook het geboortekaartje van Rani was kleurrijk oosters met olifantjes. Respect voor elkaar en elkaars overtuigingen en manier van leven is de sleutel voor samenleven in diversiteit.’

LEES OOK > En dan plots zie je je kleinkinderen weer, na jaren verbroken contact

Altijd maar mezelf bewijzen

De gemengde relatie van Rukhsana en Tom werd eerst niet geaccepteerd: 'Ik moest thuis weggaan om mijn eigen pad te kunnen volgen'

Rukhsana werkte in Gent als sociaal werker rond diversiteit. Tom had ook enkele jobs in de sociale sector, maar vond daar zijn draai niet en hij stoorde zich aan het lage loon. ‘Mensen werken hard en het loon is niet in verhouding met de hoge mentale werkdruk, dat vind ik niet serieus’, zegt hij.

Intussen is hij tien jaar aan de slag als treinbegeleider. ‘Niet dat het daar allemaal rozengeur is. De sfeer op de trein is in die tien jaar
veel verslechterd: veel meer wanbetalers, onbeschofte reacties en agressie. In mijn beginperiode zag ik mensen een kaartje leggen op de trein, of ze sloegen een babbel. Nu turen de meeste reizigers op hun gsm, vaak met oortjes in. Mijn beeld van de mensheid is momenteel niet zo positief. Ik probeer als treinbegeleider wel iets te betekenen: vriendelijk zijn, informatie geven, een praatje slaan…’

‘Ik kijk meer door een positieve bril’, zegt Rukhsana, ‘al loop ik ook tegen frustraties aan. In Gent stond men al verder op het vlak van samenleven in diversiteit en op mijn werk stelden ze mijn inbreng – vanuit mijn ervaring als nieuwkomer – op prijs.

Aan de kust ervaarde ik dat men niet zat te wachten op iemand met een migratieachtergrond die bruggen wil bouwen tussen culturen. Ik moest me opnieuw bewijzen en botste op weerstand tegen verandering, dat is frustrerend. Als brugfiguur op een school kon ik wel een verschil maken. Ik bracht er ouders met en zonder migratieachtergrond samen, want elkaar leren kennen is de sleutel tot begrip.’

Poppen met een verhaal

‘De samenleving is divers en zal dat ook blijven. Er is nog wat werk aan de winkel om iedereen zich daar thuis te laten voelen. Ik werkte een tijdlang als vrijwilliger bij TeJo (vrijwilligersorganisatie die therapeutische gesprekken met jongeren aanbiedt, red.). In een opleiding voor begeleiders moesten we met duplo- en playmobilfiguurtjes onze familie voorstellen. Ik herkende mezelf en mijn familie niet in die figuurtjes.

Op voorstel van onze dochter Rani ging ik zelf popjes maken. Mijn schoonvader zaagde bezemstelen in stukken en we gebruikten houten ladeknopjes als hoofdjes. Die beschilderde ik in verschillende huidskleuren en aangepaste kleren.

Ik geef daar nu workshops mee, “Poppen met een verhaal”. Ik vertel over mijn traject met de popjes en dan komen de verhalen van deelnemers vanzelf. “Eindelijk iemand die dat gevoel kent van altijd ‘de vreemde’ te zijn”, zeggen ze me.’

LEES OOK > TEJO geeft laagdrempelige hulp aan jongeren met psychische problemen

Het beste van beide culturen

‘Toen ik uit mijn familiebubbel brak, gaf dat een schok. Maar zo kwam er zuurstof binnen. Intussen zijn er nog koppels met een gemengde relatie in de familie. Ik neem de positieve elementen van beide culturen mee. De kans om jezelf te ontwikkelen en je eigen pad te kiezen hier in het Westen heb ik gretig omarmd. Ik verweef het met de aandacht voor verbinding tussen mensen, samenzijn, feesten, elkaar steunen… Wat in de Pakistaanse cultuur en in veel andere culturen zo belangrijk is.

Ik hoop dat mijn dochter zichzelf kan zijn en zich niet zo moet bewijzen als ik. We stimuleren haar hobby’s en de ontwikkeling van haar talenten. Ik heb die pas op mijn veertigste ontdekt. Het is mooi dat het op haar jonge leeftijd al kan.’

Foto’s: Kristof Ghyselinck

Dit artikel verscheen in januari 2023 in De Bond, het ledenblad van de Gezinsbond. De Bond kan ook bij jou (gratis!) in de bus vallen. Het enige wat je hoeft te doen, is lid worden. Nieuwtjes en activiteiten van de Gezinsbond meevolgen kan ook via FacebookTwitter en Instagram.

Gepubliceerd op: 06/01/2023