Écht praten met je partner, doorheen de drukte van elke dag en de zorg voor je kindje … het is soms allesbehalve evident. En soms lijkt je lief, je man of je vrouw wat nukkig of ongelukkig, maar lukt het niet om erover te praten. Nina Mouton geeft graag een paar tips en handvaten om beter te communiceren met je partner.
Basisemoties
‘Als je ziet dat het niet goed gaat met je partner, is het belangrijk om even stil te staan bij wat hij of zij voelt. We moeten dan terug naar de vier basisemoties: blij, bang, boos en verdrietig.
Dat klinkt misschien eenvoudig, maar veel volwassenen staan daar ver vanaf. Net omdat ze in hun kindertijd dikwijls te horen kregen: “Kom, kom. Je moet niet wenen, wees maar niet verdrietig.” Of: “Niet zo boos kijken, dat is lelijk!”
Deze generatie ouders heeft meegekregen dat ze niet mogen voelen wat ze voelen. Daardoor is het voor hen moeilijk om te beseffen wat ze eigenlijk nodig hebben, welke behoefte er onder hun gevoelens zit. Want ieder mens, jong of oud, heeft een aantal basisbehoeftes. En dat is niet alleen eten, drinken en rust, maar ook bijvoorbeeld: autonomie, respect en liefde.’
Mild Ouderschap
‘Wanneer ik het heb over Mild Ouderschap, zeg ik heel vaak dat je moet kijken naar wat de reden is van het gedrag van kinderen. Wanneer jonge kindjes iets voelen, uiten ze dat op de enige manier die ze kennen. Zijn ze bijvoorbeeld bang, dan trekken ze zich terug. Zijn ze boos of verdrietig, dan krijgen ze een woedeaanval of gaan ze huilen.
Ik raad dan aan om dat gedrag niet te bestraffen, maar om te kijken naar wat er onder zit: wat willen die kindjes zeggen?
Wel, eigenlijk kan je dit ook vertalen naar het gedrag van volwassenen. Want onder elk gedrag zit er een emotie en een behoefte, alleen beseffen we dat niet altijd.
Je ziet bij boosheid en irritatie tussen koppels vaak twee soorten gedrag. Ofwel belanden mensen in een passief-agressieve staat, zeggen ze niets maar lopen ze nors en lastig rond. Ofwel belanden ze in een agressieve staat en gaan ze roepen, tieren en met de deuren slaan.’
LEES OOK > Perfecte ouders bestaan niet: een pleidooi voor mild opvoeden
Gedrag doorprikken
‘In beide gevallen verwachten ze onbewust van hun partner dat die ziet dat er iets mis is, dat ze iets nodig hebben. Maar omdat ze vastzitten in die kinderlijke manier van uiten, is het dan heel moeilijk om te verbinden.
Voor de partners is het op zo’n moment niet evident om iets op te pikken of dat gedrag te doorprikken, want ze denken: oei, die is kwaad op mij. Terwijl dat vaak helemaal niet zo is. Maar als je verder kunt kijken dan dat gedrag, kan je wel verbinden met je partner.
Ben jij zelf degene die vastzit in dat agressieve of passief-agressieve gedrag, denk dan eens na over wat de reden is waarom je je zo gedraagt en wat je eigenlijk nodig hebt. Hoe vaker je dat doet, hoe meer je bewust voor jezelf én voor je relatie kan zorgen.’
De ik-boodschap
‘Je gevoelens en behoeftes op een efficiënte manier uitdrukken, doen we door “geweldloze communicatie” te gebruiken, een concept van de Amerikaanse psycholoog Marshall Rosenberg.
Om te beginnen praat je vanuit jezelf. Je gebruikt ik-boodschappen, dat komt namelijk veel minder aanvallend over dan wanneer je begint met: “JIJ! Jij doet altijd …” Je bent dan aan ’t veralgemenen, want uiteraard doet je partner dat niet ALTIJD. Je vergroot het uit om je woorden kracht bij te zetten.
Maar het komt er dus op aan om te verwoorden wat je voelt, wat je ziet en wat je nodig hebt, en van daaruit iets te vragen van je partner. Zonder dat die zich aangevallen voelt. Bijvoorbeeld: jij bent heel gevoelig voor lawaai, je komt thuis na een drukke werkdag en je kroost loopt gillend rond in huis. Het gaat je niet af en je kruipt in dat passief-agressieve gedrag: je zwijgt en je kijkt nors. Je partner moet maar zien dat je het moeilijk hebt.
Of je belandt in agressief gedrag en roept keihard: “Het is hier altijd hetzelfde, zo veel lawaai! Ik ben terug weg!”‘
LEES OOK > Praten met je partner: deze tips kunnen helpen
Geweldloze manier
‘Als je de situatie op een geweldloze manier wil aanpakken, zeg je eerst wat je hoort en ziet: “Hier is heel veel lawaai en ik voel dat het hard binnenkomt bij mij, ik word daardoor geïrriteerd.”
Daarna zeg je wat je nodig hebt: “Ik heb nood aan rust, het was zo’n hectische dag dat ik deze drukte er even niet bij kan hebben.” En ten slotte stel je een verzoek: “Zou jij even met de kinderen naar buiten kunnen gaan?”
Dus in plaats van passief-agressief in je potten te staan roeren of agressief met de deur te slaan, kan je met vier zinnetjes heel makkelijk zeggen wat je nodig hebt én dat vragen aan je partner.
Uiteindelijk begint het altijd bij verbinding met jezelf. Als jij goed beseft wat je wilt en wat je voelt, kan je veel makkelijker verbinding zoeken met de andere. Dan ga je van “de andere moet maar weten wat ik nodig heb” naar écht communiceren met je partner. En dat maakt het leven een pak simpeler.’
Dit artikel is eerder verschenen in Brieven aan Jonge Ouders, het gratis tijdschrift voor alle ouders. Pas bevallen of nog in verwachting? Schrijf je hier in om deze razend interessante reeks gratis te ontvangen. Voor ouders van kindjes tot 18 maanden zijn er ook de NieuwsBrieven aan Jonge Ouders, elke maand in je mailbox.
Gepubliceerd op: 10/09/2021