Op de poep, op handen en knieën of ineens rechtop? Voor een kruipend kindje opent zich een heel nieuwe wereld. Maar wat als je kindje niet wil kruipen en meteen stapt? En wat als hij of zij liever op de billen schuift dan op de knieën kruipt? Experten An Jansen, hoofd kinderneuroloog bij UZ Brussel, en Ilse Dereu, pediatrisch kinesitherapeut aan het Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen bij UZ Brussel, helpen jou en je baby op weg.

Kruipen overslaan

Klopt het dat sommige kinderen het kruipen overslaan?

Ilse Dereu: Absoluut. Op vlak van beweging doorloopt een kind vanaf de geboorte verschillende fases, om uiteindelijk tot staan en stappen te komen. Sommige kinderen slaan één van die fases over, zoals bijvoorbeeld het kruipen.

Waarom het ene kind wel gaat kruipen en het andere niet kan het gevolg zijn van veel verschillende factoren. Factoren die eigen zijn aan het kind, maar ook aan de omgeving.

Kan het moeilijkheden geven als een kind het kruipen overslaat?

An Jansen: Wees gerust, het is niet zo dat die kinderen sowieso bewegingsproblemen krijgen. Wel houden we hun ontwikkeling beter in de gaten.

Door niet te kruipen, hebben ze bepaalde vaardigheden namelijk minder goed geoefend. Bij kindjes die het kruipstadium overslaan, duurt het vaak langer om te leren hoe ze rechtstaan vanuit zithouding.

En als ze beginnen te stappen, vallen ze vaker. Logisch ook, want ze hebben minder goed op hun handen leren steunen. Als ze tijdens het stappen hun evenwicht verliezen, vangen hun handjes dat bovendien niet altijd juist op.

Ilse Dereu: Elke ontwikkelingsfase die kinderen al spelend inoefenen, zoals omrollen of hun hoofdje oprichten als ze op hun buik liggen, is een voorbereiding op de daaropvolgende motorische stap. Zo is kruipen ook de voorbereidende leerschool op het latere stappen, lopen of fietsen.

Wie die fase dus overslaat, heeft minder ervaring opgedaan op vlak van evenwicht en coördinatie. Maar dit hoeft zeker niet te leiden tot bewegingsproblemen.

LEES OOK > Huisdier én een kruipende baby: waar moet je op letten?

Rugliggers kruipen niet

Hoe komt het eigenlijk dat steeds meer kinderen die kruipfase overslaan?

Ilse Dereu: In de campagne rond wiegendoodpreventie krijgen ouders – héél terecht – te horen dat het ontzettend belangrijk is dat hun baby op de rug slaapt.

We merken dat veel ouders hun kindje, ook als het wakker is, minder vaak op de buik leggen. Bovendien worden sommige baby’s te snel in zithouding geplaatst.

Wordt dat te vroeg geforceerd, dan slaan kinderen ook weer een aantal stappen over. Zij zullen zich al zittend proberen voort te bewegen. Met als gevolg: poepschuiven, ook wel billenschuiven genoemd.

An Jansen: Jammer, want als baby’s regelmatig op hun buik liggen, is er meer kans dat ze eerst kruipen voordat ze stappen. Vanop hun buik draaien ze naar links en rechts, komen ze tot handen- en knieënsteun en gaan ze geleidelijk aan kruipen.

Dat geeft hen dan weer een stabiele basis om te leren rechtstaan en hun eerste stapjes te zetten.

LEES OOK > 7 voordelen van je baby regelmatig op zijn buik te laten liggen

Het is dus belangrijk dat baby’s regelmatig op hun buik liggen?

Ilse Dereu: Zeer zeker. Is je kindje wakker en is het een goed moment, leg hem of haar dan zoveel mogelijk op de buik. Beter een aantal korte momenten per dag dan éénmaal wat langer.

Hoe vroeger je hiermee begint, hoe makkelijker je kindje dit aanvaardt. Je zoon of dochter zal in deze houding dan ook van alles uitproberen en bijgevolg ook leren.

Kinderen die pas op latere leeftijd regelmatig op hun buikje worden gelegd, vinden die houding vaak minder prettig. Ze kunnen dan namelijk al wat meer en vinden het vervelend dat ze hun handjes niet vrij hebben en niet goed kunnen rondkijken.

Eigen tempo

Je kind stimuleren is dus goed, maar kan je daarin ook overdrijven?

An Jansen: Alle kinderen ontwikkelen op hun eigen tempo. Het is dus inderdaad belangrijk dat je niet te hard pusht.

Veel ouders kijken uit naar het moment dat hun baby echt kan zitten, kruipen en lopen. Als je kindje begint te rollen, draaien en sluipen op het buikje (ook: tijgeren), laat hem of haar dan rustig experimenteren.

De coördinatie tussen hoofd, romp, armpjes en beentjes wordt op die manier volop geoefend en de rest volgt vanzelf.

Ilse Dereu: Als je als ouder de kansen creëert om je kind te laten ontwikkelen, ben je al heel goed bezig. Leg dus gewoon een speelmat neer waarop je kindje volop kan spelen en ontdekken.

Loopwagentjes waarin baby’s zitten raden we af, want baby’s hangen hier alleen maar passief in en leren niets actief bij. Bovendien worden ze in een houding geplaatst waarvoor ze eigenlijk nog niet de juiste vaardigheden hebben.

LEES OOK > Met dit speelgoed help je de motoriek van je baby ontwikkelen

Poepschuivers

Sommige kindjes zijn geen kruipers, maar heuse billen- of poepschuivers. Kan je hen nog aan het kruipen krijgen?

An Jansen: Het is niet evident om een manier van bewegen zomaar om te buigen. Eens het poepschuiven er stevig in zit, blijft dat meestal zo.

Als je baby voor de rest vlot, soepel en zowel links als rechts beweegt, hoeft dat geen probleem te zijn.

Ilse Dereu: Wel blijft het steeds belangrijk om na te gaan waarom een kindje zo beweegt. Heeft dat baby’tje te weinig op de buik gelegen of ging het al te vroeg zitten?

Een aantal poepschuivers hebben te soepele gewrichten waardoor ze meer moeite hebben om te kruipen. Soms ligt een neurologisch probleem aan de basis. Maar het is een fabel dat elke poepschuiver onderliggende problemen heeft.

Wanneer moet je je als ouder wel zorgen maken?

An Jansen: Als je kindje een hardnekkige poepschuiver of een asymmetrische kruiper is, steek je best je licht op bij de (kinder)arts. Soms word je dan doorverwezen naar een (kinder)kinesitherapeut die je kindje het juiste kruippatroon aanleert.

Ilse Dereu: Wanneer je baby niet kruipt, maar voor de rest perfect gelukkig is en op ontdekking gaat, hoef je niet in te grijpen.

Maar als je kind echt gefrustreerd raakt omdat hij of zij vastzit in het eigen bewegingsrepertoire of als er bijkomende ontwikkelingsmoeilijkheden opduiken, bekijken we het graag eens van dichterbij.

An Jansen: Kinderen die nog niet kunnen kruipen, raken vaak gefrustreerd. Ze zijn bovendien angstig omdat ze mama of papa niet achterna kunnen kruipen als die plots verdwijnt.

Door hen te leren kruipen, geef je baby’s een flinke boost. Ze kunnen dan de wereld verkennen zonder dat ze daarbij afhankelijk zijn van anderen.Ze ontdekken voortdurend nieuwe dingen en voelen zich daardoor zekerder. Niet onbelangrijk!

LEES OOK > Trage ontwikkeling bij je baby: wat zijn de alarmsignalen?

Tips: van rug naar buik

Zo ligt je kindje wél op de buik als hij of zij wakker is:

  • Als baby’s van in het begin regelmatig op hun buik liggen (bijvoorbeeld op jouw borst), wordt het een gewoonte en merk je nauwelijks protest.
  • Motiveer je kindje door zelf eens voor hem of haar neer te gaan liggen.
  • Zing, babbel of speel met je baby om het nog leuker te maken.
  • Leg het favoriete speelgoedje ook eens wat verder weg. Zo stimuleer je je zoon of dochter om er naartoe te kruipen.
  • Oefen regelmatig, maar hou het kort en leuk. Pak je kindje op vóór een huilbui losbarst.
  • Ook op het verzorgingskussen of in de box kan je kind op de buik liggen.
  • Leg je baby niet op een gladde ondergrond of op een deken dat kan wegglijden, want zo is het moeilijker om te bewegen.
  • Vergeet niet dat ook broers en zusjes kunnen helpen. Je baby vindt het ongetwijfeld superleuk om door andere kinderen geëntertaind te worden. Zelfs als dat op het buikje moet.

Meer weten? Op kindengezin.be lees je hoe je buikliggen of kruipen kunt stimuleren.

Dit artikel is eerder verschenen in Brieven aan Jonge Ouders, het gratis tijdschrift voor alle ouders. Pas bevallen of nog in verwachting? Schrijf je hier in om deze razend interessante reeks gratis te ontvangen. Voor ouders van kindjes tot 18 maanden zijn er ook de NieuwsBrieven aan Jonge Ouders, elke maand in je mailbox.

Gepubliceerd op: 08/10/2021