Een crèche of een onthaalouder is niet zomaar de plek waar je je kindje afzet voor het werk en ophaalt na het werk. Het is zoveel meer: het is de plek waar je kindje geborgen is, dingen bijleert, geknuffeld wordt, met anderen leert spelen … Daarom betrekt de kinderopvang ouders best in de aanpak van de opvang van hun kindje. In de Brusselse kinderopvang Elmer gaat ze nog heel wat verder. ‘Er zijn duizend manieren om ouders te betrekken bij de opvang’, is hun motto.

Dat maakt ons als gezinsorganisatie natuurlijk benieuwd. Wat zijn die duizend manieren om ouders te betrekken in de kinderopvang? We vroegen het aan Anne Lambrechts, coördinator van Elmer.

Ouderbetrokkenheid

Waarom vinden jullie het zo belangrijk om ouders te betrekken bij de opvang?

Anne: ‘De ouder is de eerste opvoeder van het kindje. Zeker op jonge leeftijd moet de kinderopvang dit principe heel actief toepassen. Het kind komt vaak pas voor het eerst in aanraking met een nieuw opvoedingsmilieu in de opvang.

De opvoeding in Elmer en thuis is hoe dan ook verschillend, maar we zien het als onze opdracht om deze verschillen, zeker in de beginperiode, zo klein mogelijk te maken. In de eerste plaats gaat het dan natuurlijk over dingen zoals de slaap- en eetgewoontes van het kindje en samen met ouders te overleggen hoe we daarmee omgaan.

Maar we merken ook dat ouders én dus ook kinderen zich beter voelen als ze op de hoogte zijn van en meedoen met het dagelijkse reilen en zeilen van de opvang.’

LEES OOK > Wat als je een probleem hebt met de crèche of onthaalmoeder?

Hoe geef je ouderbetrokkenheid concreet vorm?

‘We weten dat niet alle ouders zin hebben om in een ouderraad te zitten. Ze zijn het Nederlands niet machtig, vinden zichzelf niet mondig genoeg, of vinden het gewoon niet leuk. Die ouders gaan misschien wél mee op uitstap als we extra begeleiders zoeken (bij Elmer kunnen ouders ook om niet-werkgerelateerde redenen beroep doen op opvang, zie onderaan, nvdr). Nog andere ouders werken dan weer tijdens de opvanguren, maar brengen graag recyclagemateriaal mee van thuis voor knutselprojecten, doen mee aan klusdagen of engageren zich volop in ons “tuinproject”.’

Wat is dat tuinproject precies?

‘In Molenbeek hebben we het geluk over een relatief grote tuin te beschikken. Die levert ons heel wat mogelijkheden voor ouderbetrokkenheid op. Het begon al met een ouderbevraging waar de suggestie kwam om de tuin wat beter in te richten en zo meer te benutten. Met een werkgroepje werd er gebrainstormd en ontworpen. Tijdens die eerste bijeenkomst stond er al een ouder klaar met de laarzen in de hand, zoveel enthousiasme wekte het project op! Ouders schreven mee aan een subsidiedossier.

In juni voerden we voorbereidende werkjes uit om de tuin klaar te maken voor de grote werken. We organiseren regelmatig klusjesdagen. En als de tuin helemaal klaar is, kunnen ouders helpen om de kippen eten te geven en de moestuin te onderhouden. We kunnen er ook feestjes in organiseren waar ouders elkaar ontmoeten en beter leren kennen.’

LEES OOK > Zo wordt moestuinieren met kinderen een succes

Open houding

Heeft het project de betrokkenheid opgeleverd die jullie wilden bereiken?

‘Meer dan we hoopten! Onze ouders bleken het echt leuk te vinden om in het weekend of zelfs in de week wat te komen werken in de opvang. Tijdens de klusdagen leerden ze elkaar beter kennen. Ze hadden een leuke tijd samen, hoorden wat over elkaars achtergrond (“Wat? Spitten in de tuin en tegelijk vasten? Hoe doe je dat?”).

We hebben natuurlijk ook veel geluk met zo’n stuk tuin midden in een grootstad, maar ik ben ervan overtuigd dat elke opvang een project kan vinden dat hetzelfde effect heeft.’

Heb je tips voor andere kinderopvanginitiatieven om ouders meer te betrekken?

‘Ouderbetrokkenheid begint bij het eerste onthaal en bouwt zich dag na dag op tijdens het dagelijks contact met elke ouder. Belangrijk is om een open houding aan te nemen, niet te oordelen en zeker te geloven dat elke ouder betrokken is. We spreken graag van kinderopvang die betrokken is op de ouders. Ouderbetrokkenheid volgt dan vanzelf!’

Meer over Elmer

Elmer vzw dankt zijn naam aan de gelijknamige veelkleurige olifant uit de boeken van David McKee. Het olifantje wil graag grijs zijn, net zoals de andere olifanten. Maar hij ontdekt dat het ook fijn kan zijn om anders te zijn. Op het einde van het verhaal spreken alle olifanten af om zich één keer per jaar te tooien in alle kleuren.

In Brussel staat het woord ‘Elmer’ gelijk aan de buurtgerichte kinderopvang met vier verschillende vestigingen in Schaarbeek, Anderlecht, St-Jans-Molenbeek en Brussel-Stad. Samen vingen die vorig jaar 353 kindjes van drie maanden tot 3,5 jaar op. En dat aantal zal de komende jaren zeker nog stijgen door een nieuwe uitbreiding.

Net als in het kinderboek, zit diversiteit in de DNA van de opvang: de begeleiders hebben 15 verschillende nationaliteiten, de gezinnen maar liefst 51.

De sociale functie van de kinderopvang is erg belangrijk bij Elmer. Dat uit zich in een enorme flexibiliteit naar ouders toe. Niet alleen in opvangplannen maar ook in redenen waarom ouders een beroep kunnen doen op opvang: niet alleen voor werk, maar ook voor opleiding, medische redenen, crisissituaties, ontwikkeling van het kindje… Bijna twee derde van de gezinnen leeft onder de inkomensgrens.

Omdat Elmer tegelijk ook een opleidingsproject is, stromen er bovendien heel wat ouders door naar een opleiding en job bij Elmer zelf.

Elmer is ook een inclusieve opvang, wat betekent dat kindjes met bijzondere zorgnoden er terechtkunnen. Voor deze opdrachten wordt Elmer extra gesubsidieerd.

Dit artikel verscheen in oktober 2017 in De Bond, het ledenblad van de Gezinsbond. De Bond kan ook bij jou (gratis!) in de bus vallen. Het enige wat je hoeft te doen, is lid worden. Nieuwtjes en activiteiten van de Gezinsbond meevolgen kan ook via FacebookTwitter en Instagram.

Gepubliceerd op: 18/10/2017, laatste update op: 08/12/2022