Als een kindje overlijdt, dan is er verdriet, woede, ongeloof, soms schuldgevoel. Ook bij grootouders. Voor hen is er dubbel verdriet: om het kleinkind dat je niet of amper hebt gekend. En om je kind en schoonkind, die hun baby moeten afstaan.

Het is niet iets waarvan je denkt dat het jou kan overkomen. Maar het gebeurt helaas af en toe wel: dat een baby’tje in de baarmoeder overlijdt of wordt geboren met een onvoorziene afwijking en daardoor niet lang leeft.

Niets of niemand kan je voorbereiden op de pijn en het verdriet als je kleinkind overlijdt. Verdriet om wat is, verdriet om wat nooit heeft mogen zijn. Dat het oneerlijk is, dat het kindje niet heeft mogen groeien, lachen, spelen en zingen. Pijnlijk dat jullie je kleinzoon of kleindochter moeten missen, terwijl anderen die van hen kunnen knuffelen en hun geluk van de daken schreeuwen. Onvoorstelbaar, dat alle hoop, dromen en verwachtingen zijn weggevaagd.

Er is geen handleiding

Een handleiding om met een sterrenkleinkind om te gaan, is er niet. Rouw is iets individueel, hoe je reageert als je kleinkind overlijdt, is afhankelijk van je persoonlijkheid, de omstandigheden, de timing. Een eerste kleinkind of niet, een medisch probleem of een plotse vaststelling, … dat kan de impact ervan mee bepalen.

Ook reacties verschillen. Je partner, je kind, anders rouwen, het anders tonen. Dat is oké. Het vergt soms tijd en liefde om toe te staan dat je partner of je zoon of dochter anders reageren dan jijzelf. Een andere beleving van rouw betekent niet dat ze minder verdriet hebben of minder pijn lijden.

LEES OOK > Getuigenis van een sterrenoma

Wat helpt

Het gemis en het verdriet gaan niet voorbij. Er zijn dagen dat het gaat, en er zijn dagen dat het niet gaat. Wat helpt, is mogen vertellen en alle emoties mogen voelen. Welke dat ook zijn. Dat kunnen uiten, en daar begrip voor krijgen, dat helpt.

Als grootouder zijn er meerdere lagen aan je verdriet. Het verdriet om het kleinkind, dat je zo kort hebt gezien en gekend. En het verdriet voor je kind en zijn partner, dat ze hun kindje niet zullen zien opgroeien. Dubbel verdriet, zo wordt gezegd, en een dubbele taak. Want je hebt je eigen verdriet én tegelijk moet en wil je er zijn voor je kind, en andere kleinkinderen als ze er zijn.

Steun

Hoe doe je dat, je eigen kind ondersteunen als het zijn kind is verloren?

Er zijn, samen zijn, gewoon zijn, kan al veel doen. Praten mag, maar hoeft niet altijd. Luister naar het verhaal, het gemis, het verdriet, de pijn maar ook de trots, de fierheid en de liefde voor het kind dat maar zo weinig even heeft mogen zijn. Hoe vaak dat ook mag zijn, hoeveel tijd er ook al verstreken is.

Samen huilen, je verdriet delen, met je partner, met je kind en schoonkind, met de familie. En tegelijk begrip opbrengen voor verschillende vormen van rouwen. Niet iedereen zal huilen, en dat is oké, dat maakt het verdriet niet minder.

Als het kan, steun ze praktisch. Maak soep, haal de vaatwas uit, neem de kinderen mee naar de speeltuin. En als het niet kan, benoem dat dan. ‘Ik zou dit voor je willen doen, maar nu kan ik even niet’.

LEES OOK > Het Koesterboekje: een beetje troost voor wie een kindje verliest

Contact

Koester het samen-zijn en samen doen. Een wandeling maken en een pannenkoek eten, uitwaaien, de gedachten verzetten. Al is het maar voor even. Nodig het hele gezin uit, ook de andere kinderen. Ook zij hebben nood aan steun, aan het uiten van gemis en verdriet.

Regelmatig contact in de vorm van een berichtje kan ook ondersteunend werken. Vraag hierbij naar je kind én schoonkind, of stuur het naar hen samen. Waak erover dat niet alle aandacht en zorg naar de sterrenmama gaat en niet(s) naar de sterrenpapa of de meemama.

LEES OOK > Hoe help je een kind omgaan met het verlies van een baby?

Een eigen plek

Geef het sterrenkindje een plek. Letterlijk: het kaartje, een foto, een kaarsje op een kast. Een teken dat het kind er was en er altijd zal zijn.

Maar ook figuurlijk: herinner de verjaardag, noem de naam, betrek het kindje in de gesprekken. Stuur de foto’s van je sterrenkleinkind ook door naar vrienden, eventueel na te vragen of ze ervoor openstaan. Zo krijgt het kindje een gezicht, en dus bestaansrecht.

Dragen en zorgen

Tot slot is er je draagkracht. Zorg dragen voor jezelf, je partner, je kind en andere kleinkinderen, dat kan doorwegen. Neem tijd voor jezelf, om dingen te doen die je nodig hebt of leuk vindt. Ook jij mag je verhaal doen. Je partner of een goede vriendin zullen vaak in de eerste plaats klankborden zijn. Als dat niet kan, dan is er bijvoorbeeld ook Tele-Onthaal (106) waar je 24u op 24u terecht kan voor een luisterend oor en begrip.

En als het even kan, geef dan ook tijdig je grens aan. Wordt de zorg te veel, praat erover met je kind. Misschien vind je het niet eerlijk om hen daar (terug) mee te belasten, maar het heeft ook geen zin om er zelf aan onderdoor te gaan. Samen kom je misschien tot een andere oplossing.

Kom je er niet door, of zie je je (schoon)kind afglijden, dan is het tijd om in te grijpen en aan te dringen op professionele hulp bij rouwverwerking. Er zijn lotgenotengroepen via Met Lege Handen, Berrefonds, Saying goodbye vzw of de Vereniging voor ouders van Overleden kinderen.

Op de website van Het Berrefonds vind je een actuele boekenlijst met ook boeken over rouw na een overleden kleinkind.

Wil je het Magazine voor GROOTouders ontvangen? Schrijf je dan in voor het magazine en de bijbehorende nieuwsbrief. Volg de Gezinsbond ook op FacebookTwitter en Instagram om op de hoogte te blijven van nieuwtjes en activiteiten. Lid worden van de Gezinsbond kan hier.

Gepubliceerd op: 01/10/2019, laatste update op: 25/07/2023