Van kinderen wordt gezegd dat ze veerkrachtig zijn. Dat klopt ook, maar niet elk kind is even veerkrachtig of is veerkrachtig op elk moment. Gelukkig kan je je kind wel veerkrachtiger maken. Ook in het gezin kan je eraan werken.

Veerkracht is het vermogen om je aan te passen aan stress en tegenslag. Je ‘veert’ telkens terug. Bij lage veerkracht stapelt stress zich op en weegt elke bijkomende uitdaging zwaar door. Veerkracht is niet statisch, een hoge veerkracht betekent niet dat je onkwetsbaar bent en aan lage veerkracht kan gewerkt worden.

Om ‘Samen veerkrachtig’ te zijn en te worden, kan je als ouder of grootouder deze dingen doen:

1) Graag zien

Graag gezien worden en gedragen worden: daar begint het mee. Het kind voelt dat het kan vertrouwen dat de ouders (of andere zorgfiguren) er zijn, dat hij er mag zijn zoals hij is. In kleine dagdagelijkse dingen kan het kind gedragen en gesteund worden: samen eten, interesse tonen in de dag of hobby’s, spelen, gaan wandelen of fietsen en gewoonweg zeggen dat je ze graag ziet.

2)  Taakjes laten uitvoeren

Huishoudtaakjes dienen voor meer dan alleen leren afwassen, opruimen en stofzuigen. Kinderen oefenen verschillende vaardigheden en geven het vertrouwen dat ze iets kunnen. Bovendien leren ze stapje voor stapje omgaan met verantwoordelijkheid. Het zal niet altijd perfect gedaan zijn, maar ook dat moeten ze leren!

TIP: kies taakjes die geschikt zijn voor de leeftijd en bouw de verwachtingen op.

LEES OOK > Welke huishoudelijke klusjes kunnen kinderen doen?

3) Fouten maken mag

Wie schrik heeft om fouten te maken, die verkrampt en durft niets meer ondernemen. Dit kan leiden tot faalangst en bovenmatige stress. Ook ouders geven wel eens die boodschap, door angstig te reageren op niet zo goede schoolresultaten bijvoorbeeld.

Je kan een fout ook zien als een kans om te leren dan versterken ze ook de veerkracht. Na een fout, een mislukking, een ‘val’ moet je namelijk terug opstaan en weer doorgaan: dat is veerkracht.

Hoe reageer je dan wel? Blijf zelf (zoveel mogelijk) kalm, vraag wat er gebeurd is en of ze zelf een oplossing zien. Indien niet, zoek samen naar een oplossing en werk met kleine stapjes. Zo leert het kind ook een uitweg of oplossing bedenken.

Schiet je eens uit je krammen om het zoveelste omgestoten glas of rondslingerend speelgoed waar je over valt? Dat gebeurt. Koel even af, excuseer je voor je reactie en zoek dan alsnog samen naar de oplossing.

4) Eigenwaarde

Een gevoel van eigenwaarde begint met goed kunnen inschatten waar je talenten liggen en waar niet. Het is oké om niet overal even goed in te zijn, maar proberen en doorzetten zijn ook belangrijk.

Ook gevoelens zijn oké, wat een kind voelt, mag er zijn en dat mag ook geuit worden. Een kind mag niet denken dat een ander zijn gevoelens of ideeën niet belangrijk gaat vinden (of misschien wel gaat uitlachen). Ook hier komt het erop aan te leren dat fouten maken mag, aan ideeën kan geschaafd worden.

5) Praten over gevoelens en problemen

Opkroppen heeft een negatief effect op veerkracht, praten over gevoelens en problemen versterkt de veerkracht. Problemen en zorgen blijven dan niet malen in het hoofd en je loopt loopt niet vast op cirkelredeneringen, er wordt perspectief geboden.

Als ouder speel je daarop in door zelf te praten over eigen gevoelens en problemen (en hoe je ze aanpakt). Ook kan je de boodschap geven dat er met de ouders, familie of vrienden kan en mag gepraat worden: “Praat erover, kom naar ons, wij zijn er voor je. Denk niet dat jouw probleem niet belangrijk is voor ons.” Neem een probleem dan ook serieus (ook al lijkt het voor jou banaal) en geef niet enkel oplossingen. Luister naar het kind, stimuleer dat hij zelf aan oplossingen kan denken.

Een (moeilijk) gesprek aanknopen is, tjah, moeilijk. Kies een rustig moment en een kalme of neutrale plek om een gesprek te starten en deel ook eigen ervaringen.

LEES OOK > Praten met tieners in 7 gulden regels

6) Humor is de beste saus

Kunnen lachen als er iets faliekant misloopt, inzien dat een fout niet het einde van de wereld is, problemen van een andere kant bekijken: het helpt om te verwerken en ermee om te gaan. Dit wil niet zeggen dat problemen niet serieus worden genomen, wel dat een zware of bedrukte sfeer kan worden doorbroken, waardoor zuurstof en energie vrijkomt om het aan te pakken.

7) Leren zorgen voor zichzelf

Goed zorgen voor jezelf betekent dat je in de beste conditie bent om het leven en zijn uitdagingen aan te kunnen. Voldoende slapen, gezond(er) eten, ontstressen of stoom aflaten horen daar zeker bij. Probeer uit te zoeken wat werkt voor het kind. Bewegen en sporten geeft letterlijk zuurstof, en dat kan al door gewoon te gaan spelen in een buurtpark of speeltuin. Is het kind eerder een knutselaar of net heel sociaal, zoek dan een activiteit die erbij past.

Ook grenzen leren stellen, durven nee zeggen maar ook (samen) grenzen leren verleggen, versterken die veerkracht.

Het goede voorbeeld

Als ouder heb je de bevoorrechte (en soms vervloekte) positie om het goede voorbeeld te mogen (heu, moeten) geven. Hoe jij omgaat met problemen, tegenslag, oplossingen, straalt af op de kinderen. Je mag de kinderen best uitleggen hoe jij je voelt bij een tegenslag en wat je eraan wil doen. Dat het oké is om even down te zijn bij een tegenslag, maar dat het er ook op aankomt je te herpakken. Ze zien hoe je hulp vraagt om de weg te vinden of dat je vriendelijk en beleefd vraagt dat er met jouw noden wordt rekening gehouden, of dat nu om een lactosevrij alternatief, een rookvrije kamer of het respecteren van grenzen is.

Elke dag opnieuw leren je kinderen van jou. Veerkracht is niet standaard bij evenveel mensen aanwezig en het is ook niet elke dag even sterk.  Dat is oké. Maar je kan het wel leren en versterken, en daar heeft iedereen baat bij.

Volg de Gezinsbond ook op FacebookTwitter en Instagram om op de hoogte te blijven van nieuwtjes en activiteiten. Lid worden van de Gezinsbond kan hier.

Gepubliceerd op: 02/10/2017, laatste update op: 13/06/2023