Je kind veilig en gelukkig houden – dat is de hartenwens van elke ouder. Maar soms kan dat verlangen ook angstige ouders van ons maken. Je kunt je kind niet altijd en overal beschermen tegen nare dingen en tegen de boze wereld. En kinderen zijn daar ook niet bij gebaat. Toch blijft het voor veel ouders lastig loslaten.
Kindertherapeut Klaar Hammenecker zoomt in de online cursus ‘Ge moet niet bang zijn’ in op de angst die ouders regelmatig lam lijkt te leggen. Voor haar gratis webinar stond de teller binnen de kortste keren op meer dan 3.000 deelnemers. Het toont hoe angst in veel gezinnen mee aan de keukentafel zit. We klopten bij haar aan voor advies.
LEES OOK > Klaar Hammenecker over verbindend opvoeden: ’Loslaten is je kind iedere keer weer anders vasthouden’
Angstige ouders
De ondertitel van jouw webinar was: waarom ouders van onzekere kinderen vaak net het omgekeerde doen van wat hun kind nodig heeft. Welke goede raad wil je graag geven aan ouders van onzekere kinderen?
Klaar Hammenecker: ‘Ik denk dat het belangrijk is dat ouders aanvaarden dat heel veel lastige dingen gewoon bij het leven horen. Het is niet omdat het lastig is, dat dat meteen betekent: alle hens aan dek.
Kinderen zullen in hun leven regelmatig tegen hindernissen aanlopen. Dat is normaal. Het wordt problematisch wanneer ouders krampachtig proberen om alle lastige aspecten van het leven weg te nemen voor hun kind. Dat is namelijk precies het omgekeerde van wat een kind nodig heeft.’
Waar denk je dat die kramp vandaan komt?
Klaar Hammenecker: ‘Er is de laatste tijd veel aandacht voor het belang van die eerste duizend dagen – wat ik overigens toejuich. We leven bovendien in een maatschappij die erg veel druk bij het individu legt: “Jij bent zelf verantwoordelijk voor je eigen geluk én dat van je kinderen.”
Tel daarbij op dat ouders om de oren worden geslagen met honderden opvoedingsadviezen. Bij veel ouders zorgt al die druk voor angst. Ze lijken hun realitycheck te verliezen, en nemen heel wat dingen voor waar aan, waarvan ik regelmatig denk: is dat wel zo?’
Kan je daar een concreet voorbeeld van geven?
Klaar Hammenecker: ‘Het idee dat je er altijd moet zijn voor je kinderen. Sommige ouders zijn dat wat te letterlijk en simplistisch gaan invullen. Er voor je kroost zijn, hoeft niet te betekenen dat je hele leven in het teken staat van daadwerkelijk voortdurend bij je kinderen zijn. Zo leren ze namelijk niet om dingen zélf te doen, en ontneem je hen een stukje autonomie. Op die manier voelen je kinderen zich enkel veilig met jou naast hen, letterlijk. Terwijl kinderen moeten leren zich veilig te voelen, ook zonder dat je naast hen zit.
Onlangs sprak ik een moeder voor wie het onmogelijk was om haar peuter enkele uurtjes bij iemand anders achter te laten. Alsof ze haar kind daarmee iets vreselijks aandoet. Maar op die manier zeg je eigenlijk aan je kind dat niemand anders die zorg kan opnemen, én dat je er niet op vertrouwt dat je kind zelf met lastige emoties om kan gaan.’
Veilig bij jezelf
Hoe kunnen ouders hun kinderen leren om veilig te zijn bij zichzelf?
Klaar Hammenecker: ‘Taal speelt hierin een grote rol. Van zodra kinderen woorden kunnen geven aan wat ze voelen, worden ze niet meer zo hard overspoeld door emoties. Het is dus een goed idee om je kind te leren hoe ze hun gevoelens kunnen benoemen. Mijn kinderboekjes ‘Lio is boos’, ‘Lio is bang in het donker’ en ‘Lio neemt afscheid’ schreef ik vanuit die overtuiging.
Daarnaast moet je het als ouder in de eerste plaats voorleven. Straal vertrouwen uit wanneer je kind iets gaat doen wat in eerste instantie misschien wat spannend lijkt. Want kinderen spiegelen de emoties die ze bij hun ouders zien. Daarna is het vooral een kwestie van hen te laten oefenen.
Hoe kunnen peuters vertrouwen krijgen in zichzelf, als ze nooit de kans krijgen om iets te proberen wat ze eigenlijk eng of spannend vinden? Eerst samen met jou, daarna alleen. Kortom, het gaat niet over “bij mij ben je veilig”, maar wel over “bij mij kan je leren wat je nodig hebt om je veilig te voelen”.’
LEES OOK > Kleine kinderen en hun grote angsten: zo jaag je de spoken weg
Hoe ziet dat proces eruit bij een jong kind?
Klaar Hammenecker: ‘Heel wat peuters zijn op een bepaald moment bang voor het donker. Wel, zit dan eens samen met je kindje in het donker en vertel: “Wist je dat je toch kan kijken als je heel lang in het donker zit? Veel dieren kunnen dat ook. Zullen we dat eens proberen? Ik kan al een beetje zien. Ik zie bijvoorbeeld jouw knuffel op de kast zitten. Zie jij dat ook?”
Op die manier neem je het donker niet weg, maar geef je je kind wel tools mee om zich veilig te voelen in het donker.’
Hindernis overwinnen
Soms is het nodig om professionele hulp in te schakelen. Wat zijn alarmsignalen?
Klaar Hammenecker: ‘Voor mij is de belangrijkste barometer: lijdt het kind er zelf onder? Als de angst het normale leven belemmert, dan is dat een duidelijk signaal. Je peuter wil niet meer eten of slapen, of krijgt zelfs dwangneuroses of paniekaanvallen.
Op dat moment ga ik samen met de ouders op zoek naar een oplossing waarvan hun kind kan groeien. Niet de hindernis wegnemen, wél ontdekken wat er nodig is om de hindernis te overwinnen. Want je kan niet leren zwemmen door voortgeduwd te worden op een luchtmatras. Nee, daarvoor moet je in het water kunnen oefenen. Stapje voor stapje.’
Klaar Hammenecker is kinderpsycholoog en begeleidt o.a. in haar praktijk Mamagement kinderen en hun gezin.
Dit artikel is eerder verschenen in Brieven aan Jonge Ouders, het gratis tijdschrift voor alle ouders dat je automatisch in de bus krijgt. Daarnaast hebben we ook een maandelijkse nieuwsbrief voor kersverse ouders die perfect de leeftijd van je kindje volgt. Schrijf je hier snel in!
Gepubliceerd op: 08/08/2023, laatste update op: 13/11/2023