Het klopt gewoon niet. Pubers moeten plezier maken, de wereld ontdekken, het leven omarmen. En toch zijn er die zelfmoord plegen. We zoeken tekst, uitleg en preventietips bij een paar experts ter zake.
Waarom toch?
Piepjonge mensen die er een eind aan maken, hoe kun je zoiets bevatten?
Manu Keirse: ‘Na een zelfdoding denkt iedereen: ‘Waarom toch? Het woord ‘waarom’ vraagt eigenlijk naar een reden, en een reden vraagt naar een schuldige… en die is jammer genoeg dood. Ouders piekeren: ‘Heeft onze tiener het gedaan omdat wij gescheiden zijn?’, maar dan zouden dertig procent van de jonge mensen zelfmoord moeten plegen! Nee, dat is de reden niet.
Zelfdoding is meestal te wijten aan een combinatie van factoren, maar bij pubers blijkt het vaak ook een soort kortsluiting te zijn. Een plotse reactie, eigen aan de puberteit, ze kiezen een definitieve oplossing voor een tijdelijk probleem.
Neem nu pubers met groot liefdesverdriet: zij missen het perspectief om te zien dat ze daar ooit overheen raken. Als je het al een paar keer meegemaakt hebt, weet je dat het op een dag weer beter gaat, maar op jonge leeftijd heb je die ervaring niet.’
‘Wat moet ik dan doen?’
‘Zo was er onlangs een jongen, zijn vriendinnetje had het uitgemaakt. ‘Wat moet ik dan doen?’, had hij gevraagd. Waarop zij antwoordde: “Hang u op!” Wel, hij is naar huis gegaan en heeft zich opgehangen. Hij heeft eerst nog een paar mailtjes gestuurd naar zijn vrienden, en één van die vrienden antwoordde: ‘Wel, heb je je nu al opgehangen?’
Dat is normaal gedrag van jonge gasten onder elkaar, maar mochten ze geleerd hebben hoe belangrijk het is om op zo’n moment in te grijpen, mee te voelen en te praten met hun vriend, hadden ze zijn zelfmoord misschien kunnen voorkomen.
Want een jongen van veertien jaar wil eigenlijk niet dood maar stelt een stoere, impulsieve daad. Hij doet een touw rond zijn nek en springt, zonder er bij stil te staan dat het dan definitief gedaan is.’
‘Het is niets’
Evamaria Jansen: ‘Er is zeker een verschil tussen jongens en meisjes: meisjes zullen eerder praten, jongens gaan sneller actie ondernemen. Het zelfmoordcijfer bij Vlaamse jongeren is trouwens één van de hoogste in de wereld. Vlaanderen heeft heel sterk de “het is niets”-cultuur. Als we struikelen, vallen, een jaar moeten overdoen of liefdesverdriet hebben: ‘Het is niets.’
Jonge mensen weten niet goed hoe ze moeten omgaan met gevoelens, ‘flink zijn’ is wat telt. Volgens mij kun je het hoge zelfmoordcijfer daar zeker aan linken.’
De juiste reactie
Zelfdoding haalt heel regelmatig het nieuws. Hoe moet of kun je daar als ouders op reageren?
Evamaria Jansen: ‘Het baart me wel zorgen dat zelfmoord zo vaak in de media komt, het lijkt alsof de drempel daardoor verlaagt, alsof het een oplossing is die je moet overwegen.’
Manu Keirse: ‘We zouden ouders en scholen moeten verplichten om daar op in te spelen en over te praten. Ik denk nu aan het verhaal van een meisje: voorzitster van de klas, leidster van de jeugdbeweging, een vrolijk en aangenaam kind. Op een dag komt ze komt thuis, neemt haar fiets en gaat zich op treinsporen leggen. Ze laat een brief na aan haar ouders: ‘Jullie treft geen enkele schuld, ik weet zelf niet waarom ik het doe.’ Niemand had ooit iets gemerkt, iedereen was met verstomming geslagen. Wat later blijkt dat ze tegen haar twee beste vriendinnen wel gezegd had dat ze aan zelfmoord dacht. Maar ze had die meisjes op hun erewoord doen beloven er tegen niemand met een woord over te reppen.
We moeten tieners leren dat het belangrijk is om in een dergelijk geval meteen aan de alarmbel te trekken. Zoiets mag je niet voor jezelf houden, dat kun je gewoonweg niet beloven. Je verbreekt misschien een vriendschap en een belofte, maar je redt een leven.
Er zijn heel wat scholen die het onderwerp niet ter sprake willen brengen: ‘Je gaat leerlingen op het idee brengen. ‘Wel, sorry, er zijn leerlingen die dat idee al hébben. Als het zo’n belangrijke doodsoorzaak is bij jongeren, weet je toch al genoeg?’
Wat doe je als je merkt dat een puber effectief met zulke plannen rondloopt?
Lut Celie: ‘Als tieners mij zeggen dat ze niet meer kunnen en niet meer willen, vind ik het belangrijk om dat gevoel eerst en vooral te erkennen. Ik probeer er niet tegenin te gaan. Wanneer zij zich zo voelen, moet je dat niet zitten ontkennen.
Hoe je erkenning kunt geven? Vertel dat je ermee zit, dat je wil begrijpen waarom het niet meer lukt.
Verder probeer ik samen met die tieners te zoeken naar wat er achter zit, en vaak bots ik op een spaak gelopen identiteitsontwikkeling of een knagende, emotionele pijn. Jongens en meisjes die niet weten wie ze zijn of wat ze moeten doen met gevoelens. Ook de maatschappij maakt het hen niet gemakkelijk. Daarom is het letterlijk van levensbelang om te leren omgaan met gevoelens, met je binnenkant.’
Getuigenis
De boezemvriend van onze zoon heeft vorig jaar zelfmoord gepleegd. We wisten dat het niet goed ging met die jongen en hadden afgesproken dat hij een tijdje bij onze zoon zou komen wonen. Toen we twee weken tevoren bij hem aankwamen voor een bezoek, bleek dat we net te laat waren.
We waren compleet ontredderd, maar konden niet anders dan respect tonen. Respect voor de stap die deze jongen gezet had en die wij in dit geval begrepen, respect voor het immense verdriet van onze zoon. Het is intussen een jaar geleden maar het gemis en het verdriet blijft duren: zijn beste vriend komt niet meer terug en hij wil nooit nog een andere.
We geven die overleden jongen op alle manieren een plaatsje in ons huis en we laten onze zoon treuren op zijn eigen manier. Terwijl ik misschien denk dat hij beter zou praten, rouwt hij voornamelijk via muziek… of hij stampt een paar keer flink tegen zijn deur. Het gat dat ontstond toen hij die eerste dag met zijn wanhopige vuist door de deur ging, laten we gewoon zitten. Als eerbetoon. (Evamaria Jansen)
Volg de Gezinsbond ook op Facebook, Twitter en Instagram om op de hoogte te blijven van nieuwtjes en activiteiten. Lid worden van de Gezinsbond kan hier.
Gepubliceerd op: 05/12/2016, laatste update op: 19/06/2023