Als grootouder vervul je een belangrijke rol in het leven van je kleinkind. Onderzoek van de Gezinsbond wijst uit dat grootouders erg betrokken zijn en graag tijd doorbrengen met hun kleinkinderen. Toch zijn er voor heel wat grootouders grenzen aan de opvang van kleinkinderen.

Geen voltijdse opvang

Veel grootouders vangen hun kleinkinderen op, deels om hun kinderen te helpen, deels vanuit de emotionele band met hun kleinkinderen. Bijna 80 procent helpt hun kinderen met de combinatie werk en gezin en 91 procent vangt hun kleinkinderen op als ze ziek zijn.

Toch geven veel grootouders aan dat ze liever niet volledig instaan voor de kinderopvang. Dat is niet onlogisch: oppassen op kleine kinderen is best intensief en een vaste oppasrol is zwaar. Bovendien ben je als grootouder vaak nog (deeltijds) aan het werk en wil je daarnaast ook een stukje van de eigen vrije tijd behouden.

LEES OOK > Grootouders zijn heel betrokken bij het leven van hun kleinkinderen

Hoe geef je je grenzen aan?

Of je een meer of minder actieve rol in de oppas wil spelen, is een individuele keuze waarvoor je je niet hoeft te verdedigen. Niettemin vinden de meeste grootouders het vervelend om uit te leggen dat ze niet op vaste momenten willen oppassen, omdat ze een druk voelen om kinderen te helpen en niet onder te doen voor de schoonfamilie.

Hoe kan je (beter) je grenzen aangeven wat de opvang van de kleinkinderen betreft? Elke Valgaeren, dienstchef studiedienst van de Gezinsbond, geeft enkele tips.

  • Wat wil je wel en wat wil je niet als het om oppassen gaat? Bespreek dit ook met je partner als je die hebt. Het is niet alles of niets. Bepaal onderling hoe en wanneer jullie voor opvang willen instaan.
  • Wees duidelijk en eerlijk over wat je wil en kan doen qua opvang en wat. Het is je goed recht om niet te willen oppassen of de kinderen niet van school te willen halen.
  • Luister naar de verwachtingen van je kinderen en zeg duidelijk en eerlijk of die haalbaar zijn voor jou. De ouders weten meteen waar ze aan toe zijn en kunnen op tijd naar andere oplossingen zoeken.
  • Afspraken over je rol in de opvang hoeven niet voor altijd vast te liggen. Situaties en je fysieke mogelijkheden kunnen veranderen. Bespreek dit met je kinderen.
  • Is het je eerste kleinkind? Hou er rekening mee dat er nog kleinkinderen kunnen volgen en denk na of je voor iedereen hetzelfde wil doen. Praat erover met al je kinderen, want misschien verwachten zij niet allemaal hetzelfde.

Kinderopvang is de verantwoordelijkheid van de ouders. Zie het niet als een verplichting voor jou als grootouder. Jij hebt je taak als opvoeder immers volbracht en je krijgt in deze levensfase de kans om te genieten van meer vrijheid. Vervul dus de oppasrol die voor jou goed aanvoelt en die vlot te combineren is met je andere activiteiten.

Behoed je voor overbelasting die kan leiden tot stress of gezondheidsklachten en bepaal zelf het evenwicht dat jij nodig acht tussen je kinderen helpen en zelf de nodige rust inbouwen. Maak je geen zorgen over de relatie met je kleinkinderen, ook wie niet structureel oppast, kan met hen een fijne band ontwikkelen tijdens uitstapjes, logeerpartijtjes en familiebijeenkomsten.

Wil je het Magazine voor GROOTouders ontvangen? Schrijf je dan in voor het magazine en de bijbehorende nieuwsbriefVolg de Gezinsbond ook op FacebookTwitter en Instagram om op de hoogte te blijven van nieuwtjes en activiteiten. Lid worden van de Gezinsbond kan hier.

Gepubliceerd op: 02/09/2019, laatste update op: 16/02/2023