Ingrid De Jonghe (67), bezielster van Therapeuten voor Jongeren (TEJO), ontmoet vaak jongeren voor wie het gezin geen veilig nest is. Daarover was ze zo verontwaardigd dat ze dertien jaar geleden het eerste TEJO-huis oprichtte, een initiatief dat nu over heel Vlaanderen bestaat.
Zoals ze een houvast is voor heel wat jongeren, zo spreekt ze ook over de band met haar elf schatten van kleinkinderen. Deze ‘moelie’ – ooit hoorde ze die naam en zo wilde ze als oma genoemd worden – vond het heel fijn om ook dat verhaal eens te kunnen delen.
Ben jij zelf in een veilig nest opgegroeid?
Ingrid De Jonghe: ‘Ik kom uit een gezin waar ik alle kansen kreeg om mij te ontplooien. Ik zat graag op school en in mijn vrije tijd las ik veel, speelde gitaar en ging naar de muziekacademie. Ik herinner me vooral sommige gesprekken met leerkrachten die me veel deugd deden.
Onze ouders werkten hard en hadden niet veel tijd voor ons, zeker mijn vader niet. Maar de momenten in het weekend met hem koesterde ik wel. Mijn papa was mijn held! Ik keek naar hem op, al kon hij ook streng zijn. Vooral als ik ziek was, soigneerde hij mij enorm. Ik was dus vaak ziek. (lacht) Maar hij vertelde mij ook dat ik goed bezig was en zo’n mooi gezin had…
Ik ben trouwens van plan om een boekje over mijn ouders te schrijven. Het wordt iets heel poëtisch over de empathie van mijn papa en de warmte van mijn mama. Hoe zij mij het taalgevoel bijbracht en mooie boeken gaf. Almaar meer besef ik hoe dat alles mij als mens gevormd heeft.’
LEES OOK > TEJO geeft laagdrempelige hulp aan jongeren met psychische problemen
Het leven vieren
Ingrid De Jonghe: ‘Helaas is mijn vader vroeg gestorven door een hartinfarct, en ook van mijn moeder kon ik niet echt afscheid nemen. Op het eind van haar leven was ze dement. Het feest met de kleinkinderen toen ze negenentachtig was – ik vond dat we in die zomer het leven mochten vieren – is niet meer kunnen doorgaan …
Gelukkig hebben we de jaren voordien wel veel mooie, feestelijke momenten met haar en de familie beleefd. En ik zal nooit vergeten wat ze mij nog verteld heeft voor ze begon te dementeren: ‘Ingrid, wat jij doet, had ik ook graag gedaan in mijn leven.’ Ik vond die uitspraak heel ontroerend, maar tegelijk voelde ik daarin de tristesse van een ‘kind van de oorlog’. Nog altijd breng ik mijn ouders geregeld ter sprake en vertel ik liefdevol over hen, want zo hou ik ze levend.’
Zijn er familiegewoonten die je nu ook als oma aan je kleinkinderen doorgeeft?
Ingrid De Jonghe: ‘Dan denk ik spontaan aan de soep die mama zo fantastisch kon maken. Dat waren lekkere combinaties, waarvan ik haar vaak vroeg of ze de recepten eens wilde opschrijven. Ze vond dat niet nodig, maar toch hou ik die soeptraditie in ere. Zoals ook andere gewoonten.
Zo zie ik bijvoorbeeld hoe mijn kinderen aan hun kroost verhaaltjes voorlezen bij het slapengaan, net als wij dat bij hen deden. En ik probeer mijn kleinkinderen ook te tonen hoe belangrijk het is dat kinderen de aandacht krijgen die ze nodig hebben. Met het ene kind doe je vaak iets anders dan met het andere, want elk kind is verschillend en uniek.’
Moelie & pappijo
Je hebt elf kleinkinderen. Hoe maak je tijd voor hen, met jouw nog altijd drukke leven?
Ingrid De Jonghe: ‘Ik heb met allemaal een heel fijn contact. Dat is natuurlijk anders bij de jongsten van bijna twee jaar oud dan bij de grote kleinkinderen. Elke woensdagnamiddag zorg ik voor vijf van hen. Mijn man – die ze ‘pappijo’ noemen – haalt ze samen met mij van school. Dan blijven ze de hele namiddag bij ons.
Ik maak bewust tijd. We genieten van de maaltijd – met lekkere soep! – en beluisteren hun verhalen. Ze lezen wat en we spelen samen spelletjes. Voor hen is dat uiteindelijk chilltijd, al zijn er intussen twee die ook huiswerk moeten maken. Dan zet ik mij met hen apart, bijvoorbeeld om een dictee te oefenen.
Telkens als de kleinkinderen er zijn, ben ik bijzonder blij. Maar ik geef toe dat ik dan ’s avonds ook echt moe ben. Die momenten zijn best intens.’
Komen ze soms logeren?
Ingrid De Jonghe: ‘De kleinkinderen van Ronse, die verderaf wonen, zijn soms een heel weekend bij ons. Ook dan hebben we natuurlijk onze rituelen. Ik kook hun lievelingseten en we stoppen ze in bad. Dat vinden ze heel leuk. Hun mama belt dan nog eens, bijvoorbeeld om te zeggen dat ik ook hun haartjes mag wassen. Voor het slapengaan bekijken ze meestal nog een kort filmpje en dan volgt er een verhaaltje.
Ze vragen ook weleens naar verhalen uit mijn kindertijd toen ik zelf bij mijn grootouders ging logeren. Die hielden dieren en hadden een grote tuin vol groenten en bessenstruiken. Ik vertel dan over de besjes die ik daar plukte en ruilde tegen snoepjes van de buurjongen. “Jawel”, zeg ik dan, “moelie was best wel ondeugend als kind”. (lacht)’
Kaakbijtritueeltje
Op welke manier ben jij als oma een ‘houvast’ voor je kleinkinderen, zoals jullie dat ook bij TEJO willen zijn?
Ingrid De Jonghe: ‘Als we bij TEJO over ‘houvast’ spreken (zie ook kadertje onderaan, red.), bedoelen we iemand in je omgeving die je graag ziet, die je vertrouwt, die goed voor je zorgt en naar je probeert te luisteren. Elk kind heeft immers behoefte aan structuur, warmte en positieve aandacht. Aan een veilig nest.
Alleen als er in je leven een volwassene is die ziet wie je echt bent, kan er een relatie ontstaan. En zo’n extra houvast – want ze hebben gelukkig wel hun ouders als houvast – probeer ik ook voor mijn kleinkinderen te zijn.
Zo herinner ik mij hoe Joanna (13) nauwelijks zes jaar oud was en tegen mij zei: “Moelie, ik vind het zo fijn om met jou te babbelen. Ik vind het zo jammer dat we niet even oud zijn. Jij gaat misschien dood en ik wil je mijn hele leven bij mij hebben.” Zoiets geeft een warm gevoel en zorgt voor een band. We hebben ook een soort ‘kaakbijtritueeltje’. We geven dan een zoentje en een knuffel als we elkaar zien.’
Weten de kleinkinderen waar je mee bezig bent bij TEJO?
Ingrid De Jonghe: ‘De oudsten zijn daar zeker van op de hoogte. Mattia (15) maakte eens met LEGO-figuurtjes een filmpje over pesten om zo onze werking in beeld te brengen. Schitterend was dat. Ook Ella Lucia (10) weet goed wat ik doe. Ze beseft bijvoorbeeld dat niet elk kind de aandacht van zijn ouders krijgt zoals dat bij haar wel is. Als zij een probleempje heeft, kan ze altijd bij haar mama of papa terecht. Haar mama ontwierp de ‘houvast-broche’ en Ella Lucia gaf onlangs een spreekbeurt over TEJO, zoals ook andere kleinkinderen dat al deden.’
Au sérieux
Nog urenlang zou moelie Ingrid kunnen doorgaan met allerlei anekdotes over hoe ze geniet van de wakkere gesprekken met haar kleinkinderen. Naast Federika en Jean, de allerjongsten van twee jaar, zijn er nog Lou en Oliver (bijna vier), Viola (7), Sanna Linnéa (8), Arthur (bijna 10) en Aïnda (bijna 12 jaar).
Ingrid De Jonghe: ‘Ik vraag altijd hoe het met hen gaat, zodat ze zich echt beluisterd voelen. Alleen zo neem je kinderen serieus. Ik wil hier dan ook zeker geen enkele naam vergeten te noemen.
In 2019 kreeg ik de Prijs voor de Opvoeding. Bij de bedanking noemde ik de namen van mijn kleinkinderen en ik vergat Viola, die dan pas vier jaar was. Ze wist heel goed dat ze niet in het rijtje voorkwam en liet dat ook blijken…
En toen ik de titel van barones kreeg, maakte elk kleinkind een tekening. Joanna tekende zelfs het schild na. Die tekeningen zitten bij mijn officiële papieren en ik koester ze even hard als dat chique document.’
TEJO biedt jongeren een houvast
Ingrid De Jonghe is jurist, pedagoog, psycholoog en psychotherapeut. In 2009 richtte ze Therapeuten voor Jongeren (TEJO) op. Deze vrijwilligersorganisatie werkt met vrijwilligers die therapeutische ondersteuning bieden aan jongeren tussen tien en twintig jaar. Intussen telt Vlaanderen meer dan twintig TEJO-huizen en satelliethuizen. Ook in Nederland zijn er drie huizen. De therapeutische hulp is laagdrempelig, kortdurend, anoniem en gratis.
Na publicaties als ‘Toveren met jongeren’ (2013) en ‘Verlies ze niet!’ (2019) plant Ingrid De Jonghe nu een volgend boek. Daarin wil ze het hebben over hoe we allemaal een houvast voor jongeren kunnen zijn en zo werkelijk kunnen inzetten op preventie. ‘Jongeren hebben pas een veilig gevoel als ze een echt vertrouwens-contact ervaren’, zegt ze over die plannen. ‘Als dat niet lukt met hun ouders, kan dat misschien met een grootouder, een opvoeder, een leerkracht … Dat is het doel van de Houvast-beweging, die we nu met TEJO op gang brengen. We willen de samenleving wakker schudden door op een andere manier met jongeren om te gaan, door ze positieve aandacht te geven en opnieuw in hun kracht te zetten. En dat vanuit de overtuiging dat iedereen iets kan doen.’
Foto: Kristof Ghyselinck
Dit artikel verscheen eerst in het Magazine voor GROOTouders (nr. 17, 2023). Ook ontvangen? Schrijf je dan in voor het magazine en de bijbehorende nieuwsbrief. Volg de Gezinsbond ook op Facebook, Twitter en Instagram om op de hoogte te blijven van nieuwtjes en activiteiten. Lid worden van de Gezinsbond kan hier.
Gepubliceerd op: 03/08/2023