Guido Vandenbroucke en Trees Vanbeveren wonen aan de rand van natuurreservaat De Blankaart in Woumen (Diksmuide), waar Guido conservator is. Oma Trees en opa Guido delen hun liefde voor alles wat leeft en groeit met hun 5 kleinkinderen. Die vinden het heerlijk om met de fluisterboot op de Blankaartvijver te varen, terwijl opa hen de wonderen in, op en rond het water laat ontdekken. ‘De band die wij met onze kleinkinderen hebben, is helemaal anders dan wij destijds met onze grootouders hadden.’ Volgend jaar willen Trees en Guido de oudste kleinkinderen deelgenoot maken van een andere grote passie: wandelen in de bergen.
De niet zo goeie oude tijd
Guido: ‘Mijn grootmoeder van vaders kant woonde de laatste jaren van haar leven bij ons in, een autoritaire madame. Niet zo makkelijk in een gezin met negen kinderen. De opa langs moeders kant was doof, incontinent en dement en werd thuis verzorgd door twee zonen die vrijgezel waren gebleven. Er was nog geen aangepaste zorg voor mensen met dementie en ook geen luiers. En maar wassen, en stinken dat die broeken deden. Ik herinner me hoe ik met mijn moeder naar de donkere ommegang in Poperinge moest om te bidden dat peter Cyriel zou sterven en verlost zou worden.’
Trees: ‘Mijn grootouders zijn vroeg overleden, met uitzondering van mijn grootmoeder die tien jaar bij ons inwoonde heb ik weinig herinneringen. Meter was ook dement. Van één opa herinner ik me dat hij met zijn pijp in de zetel zat en het volgende beeld is op zijn sterfbed. Ik moest mee met mijn moeder gaan kijken.
De band die wij met onze kleinkinderen hebben, is helemaal anders dan wij destijds met onze grootouders hadden. Wij kunnen gelukkig wél een rol spelen in het leven van onze kleinkinderen.’
En toen waren we met vijf
Guido en Trees hebben één ‘eigen’ dochter. Annebel woont met man en kinderen in Poperinge. Een zus van Trees werd 31 jaar geleden van de weg gemaaid door een auto en overleefde het niet. Haar kinderen Katrijn en Roselien waren 9 en 6 jaar. Annebel was toen 3 jaar.
Tijdens de week verbleven Katrijn en Roselien bij hun papa. Op woensdagnamiddag, in het weekend en vakanties vonden ze bij Trees en Guido een thuis. ‘Ze maakten deel uit van ons gezin. Toen ze verder studeerden, bleven ze op vrijdagavond hier neerstrijken om op zondagavond weer naar hun kot te vertrekken.’
Onverwacht oma
‘Toen Roselien zwanger was, zag ik mezelf niet als toekomstige oma van haar kindje’, zegt Trees. ‘Die titel was voor hun mama, vond ik. Maar Roselien wilde graag dat haar kinderen me oma zouden noemen. Ik voelde me vereerd. Ik was 53 maar heb nooit gedacht “daar ben ik nog te jong of nog niet klaar voor”. Toen Sid geboren was, stonden we in geen tijd ginder om hem te zien.
Intussen zijn er bij Roselien in Drongen twee kleinkinderen – Sid (10) en Nelson (6). Annebel heeft er ook twee – Lena (9) en Morris (6). Katrijn heeft één kindje Nouh (3) en woont in Brussel. We beschouwen ze allemaal als onze kleinkinderen. De kinderen van Annebel zien we wel veel meer dan de andere. Ze wonen dichterbij en we gaan daar vaak helpen met de hop en de wijngaard. Daardoor en misschien ook door de situatie is de band toch anders. Maar als er ergens iets scheelt, zijn we even bekommerd. Ze komen allemaal graag op vakantie en kennen elkaar als neefjes en nichtjes. Morris kijkt heel erg op naar Sid.’
‘Ik ga niet naar grootouderfeestjes in de school van Sid, Nelson en Nouh, zoals Trees wel doet’, licht Guido zijn rol toe. ‘Ik wil niet concurreren met de biologische opa. Voor de kinderen zelf maakt dat niets uit. In het begin noemden ze me bij de voornaam, maar dat is geëvolueerd, nu is het ook gewoon opa.’
LEES OOK > De kleinkinderen komen slapen: eerste hulp bij slaapwandelen en andere slaapvragen
Ruimte om te spelen
‘De kleinkinderen hebben hier ruimte zat om buiten te spelen, dat is een grote luxe’, zegt Guido. ‘Het doet me denken aan mijn jeugd. We woonden met negen kinderen op een klein boerderijtje, en hadden het niet breed. Vader en moeder moesten hard werken om rond te komen. We hadden praktisch geen speelgoed, maar ik heb dat niet gemist. We hadden veel plaats om buiten te spelen.
Als ik de kleinkinderen bezig zie in hun winkeltje buiten en hoe ze allerlei spulletjes in klei maken om te verkopen, denk ik: precies zoals wij deden vroeger. Zij hebben nochtans computer en games, maar spelen ook nog graag en veel buiten en spreken hun creativiteit aan.’
‘Als ze hier zijn plannen we van alles om met hen te doen’, vertelt Trees. ‘Al spelen ze ook soms gewoon samen in de tuin – kampen maken enzo – zonder volwassenen, dat is ook belangrijk.’
Grootouder zijn is luxe
Guido ging een jaar geleden met pensioen, Trees pas recent. ‘Toen de eerste kleinkinderen nog heel klein waren, werkte ik vier vijfde. Op mijn vrije dag reed ik ’s morgens vroeg naar Gistel (heen en terug 45 kilometer) waar ik Sid oppikte die meekwam met Roselien die in Oostende werkt. Annebel bracht Lena mee naar Woumen op weg naar haar werk in Diksmuide.
Eigenlijk was het een beetje te zwaar. Maar je wil de jonge ouders helpen en het is ook fijn om een band met de kleintjes te hebben. Later ging ik halftijds werken, dat maakte het wat relaxter. En nu ik met pensioen ben, heb ik alle tijd voor hen.’
Guido: ‘Ik ervaar grootouder zijn als een luxeversie van ouder-zijn. We doen dezelfde dingen als we met de kinderen deden, maar tegen dat het misschien te veel zou kunnen worden, zijn ze weer naar huis. Zo blijft het altijd leuk.’
Kinderen horen en weten veel
Trees: ‘Als je volop in het actieve leven staat, een huishouden te runnen hebt, huiswerk moet nakijken en noem maar op, heb je geen tijd en zin om een uur te discussiëren met je kind. Dat kan nu wel met mijn kleinkinderen. Lena eet bijvoorbeeld niet graag vlees. Ik vind dat ze dat niet volledig kan weglaten omdat ze volop in de groei zit. “Ik ben toch al de grootste van de klas”, zegt ze dan. “Het is niet alleen voor fysieke groei, maar ook voor de hersenen”, probeer ik te overtuigen. Maar ze heeft alweer een antwoord klaar.
Discussiëren deed haar mama als kind ook, maar toen zei ik sneller: “omdat ik het zeg”. Nu gaan we er rustig inhoudelijk op in. Die kinderen horen en weten veel meer dan wij toen we kind waren. Wat ze allemaal opsteken uit Karrewiet, schitterend tv-programma. Dan komen ze met vragen. Over Oekraïne bijvoorbeeld, waarom mensen zoiets doen. Ik kan dan alleen maar zeggen dat er in de wereld dingen gebeuren die niet zouden mogen gebeuren en waar ik ook niet bij kan.’
LEES OOK > Tips om wat vaker veggie of vegan op het menu te zetten
Niet doemdenken
‘Ik probeer hen niet te veel met allerlei wereldproblemen op te zadelen. Ze moeten kind kunnen zijn. Het klimaat bijvoorbeeld en de droogte waar we afgelopen zomer mee te kampen hadden, gaan ons ter harte. Ik maak me soms zorgen over de wereld waarin ze zullen opgroeien als bijvoorbeeld een klimaattop niet tot de beslissingen leidt die broodnodig zijn. Maar het heeft geen zin hen bang te maken.
Toen ze waterspelletjes wilden doen, heb ik wel gezegd dat we spaarzaam moesten zijn met water. Dat begrepen ze. Ik gaf hen een halve emmer water en ze kwamen achteraf trots tonen dat ze nog wat over hadden. Leren hoe ze zelf een steentje kunnen bijdragen, liever dan doemdenken over iets waar je geen vat op hebt.’
Meer aandacht voor natuur dan vroeger
‘Ik focus ook liever op het positieve’, pikt Guido in. ‘Mensen die zich inzetten voor natuurbehoud hebben het vaak over wat verloren gaat, maar er zijn ook goede evoluties. Wat we hier in De Blankaart hebben kunnen verwezenlijken, is echt mooi. Kan het nog beter? Zeker. Maar waar het waterpeil rond de jaren zeventig steeds verder achteruitging met alle gevolgen vandien, zorgde een natuurinrichtingsproject de voorbije jaren voor herstel en uitbreiding van het moeras.
Er is nu meer aandacht voor natuur dan enkele decennia geleden. Omdat het bewustzijn groeide dat we er zorg voor moeten dragen. Ook veel landbouwers zijn intussen overtuigd dat je beter met de natuur meewerkt dan de bodem uit te putten of te snel naar giftige sproeistoffen te grijpen. Dat mag ook gezegd worden. We hebben in de Blankaart een ploeg vrijwilligers die op donderdag mee beheerwerken komen doen. Mensen zijn enthousiast omdat het doel – zorg dragen voor de natuur – hen na aan het hart ligt, maar ook omdat we het gezellig houden. Het hoeft allemaal niet zo zwaar op de hand te zijn.’
Nesten geroofd
Guido raakte als kind gefascineerd door de natuur door buiten te spelen en te ontdekken. ‘Dat was niet altijd diervriendelijk’, bekent hij. ‘We hebben nesten geroofd, vogels gevangen en gebakken in de pan om op te eten. Niet om een voorbeeld aan te nemen, maar zo leerden we wel hoe het in elkaar zat en kregen er gaandeweg respect voor.
Ik zal het mijn kleinkinderen uiteraard niet op die manier leren. Maar ik hoed me er wel voor te belerend te zijn. In onze fluisterboot geef ik geen saaie uiteenzettingen. Ze willen met een stok in het water roeren, en met een schepnetje aan de slag of ze willen dat ik de fuik leg om te zien wat er aan visjes en andere beestjes in het water zit. Die laten we daarna weer vrij. Ze kennen de natuur zoals die in elkaar zit, ook met de wrede kanten zoals de vos die hun kippen doodbeet.
Natuur is niet alleen maar romantisch. Wel ontzettend boeiend en wij maken er deel van uit. Dàt wil ik met hen delen. Ik krijg de kriebels van educatieve opdrachten waarmee kinderen de natuur ingestuurd worden. Dan zie ik klasgroepen lopen met vragenlijst in de hand. Ze moeten de juiste antwoorden vinden en kunnen een prijs winnen. Laat hen toch vrij rondlopen, en zelf ontdekken.’
Trees: ‘Je kan maar aanbieden wat je zelf waardevol vindt. Onze Annebel ging als kind regelmatig mee naar activiteiten van natuurpunt, maar soms had ze geen zin. We verplichtten haar niet, als je te veel in een bepaalde richting duwt kan dat averechts werken. Zij en haar man zijn nu heel erg begaan met natuur en milieu.’
LEES OOK > Buiten spelen: een leuke manier om bij te leren
Het offer van Abraham
Niet alleen voor kennis over de natuur, maar ook voor verhalen uit de Gewijde Geschiedenis kloppen de kleinkinderen bij opa Guido aan. ‘Ik heb als kind uren de grote hangplaten in de klas bekeken. Later heb ik er enkele op de kop kunnen tikken om hier in de woonkamer te hangen. En zo gingen de kleinkinderen ernaar vragen. “Opa wat is dat? Vertel nog eens.” Soms moet ik zelf de verhalen herlezen, want zo goed ken ik die ook niet meer.
Het zijn indrukwekkende verhalen. Abraham die zijn zoon ging offeren en op het nippertje werd tegengehouden door God zelf. ‘Maar waarom ging die papa dat doen?’, vraagt Morris dan verbouwereerd. En ‘Wie was God?’, want ze gaan niet naar een katholieke school en zijn ook niet katholiek opgevoed. Zelf heb ik mijn geloof al vroeg verloren. Met vragen en twijfels moesten wij thuis en op school niet afkomen.
Ik ben dus zelf niet meer katholiek, maar de verhalen bieden stof om van gedachten te wisselen op hun niveau. En het is ook een stukje van onze cultuur. Dat ze iets missen omdat ze dat nu niet meer meekrijgen, hoor je mij niet zeggen. Zoals het ons werd bijgebracht in elk geval niet. Wij hebben ons ervan moeten bevrijden. Kinderen hebben nu meer vrijheid om keuzes te maken.’
Als ze maar een doel hebben
‘Die vrijheid is ook niet altijd gemakkelijk’, vindt Trees, “Opgroeiende kinderen moeten het allemaal zelf uitzoeken want er is niet één leidraad.’
‘De rol van ouders – en misschien ook een beetje grootouders – is daarbij nu belangrijker’, vindt Guido. ‘Om houvast en structuur te geven en hen te helpen om hun weg te vinden. Je hoopt dat ze de juiste keuzes maken. Dat heb je nooit helemaal in de hand.’
Wat ze later studeren of doen, maakt voor Trees niet uit. ‘Als ze zich maar goed voelen en een doel hebben in hun leven. Iets waar ze zich willen voor inzetten. Ik denk dat buiten zijn en kunnen genieten van de natuur ook bijdraagt tot dat goed voelen. Het is belangrijk voor de fysieke gezondheid en voor de mentale weerbaarheid.’
LEES OOK > Wat leren kleinkinderen van hun grootouders?
Stoere kleinzonen, rustige Lena
De kleinkinderen komen regelmatig samen op vakantie in Woumen. ‘Heel verschillende karakters’, zegt Trees. ‘Morris probeert alles uit, soms een beetje te veel. Zeker nu hij wil doen wat Sid doet. Dan roept hij: “Kijk ik zit in de boom, ik kan dat al hoor”. En proberen wij hem tot wat voorzichtigheid aan te sporen. Lena vindt die stoerdoenerij maar niks en trekt het meest op met Nelson, die is rustiger. Nu ze wat ouder wordt, valt ze er soms wat buiten. Dan gaan wij binnen samen iets doen met ons tweetjes.’
Wouter de nieskabouter
Toen corona tot afstand dwong, hadden Trees en Guido het zoals veel grootouders lastig. Vooral Lena en Morris, die ze anders zowat dagelijks zagen, werden gemist. Guido liet zijn creatieve kant en liefde voor taal opborrelen en stuurde Morris en Lena elke avond een gedicht op rijm, een raadsel én een verhaal over Wouter de Nieskabouter. De rijmgedichten werden intussen bijeengebracht in een boekje. Wouter werd eigenlijk geboren toen Annebel nog klein was en papa haar elke avond voor het slapengaan vertelde. Tijdens de coronacrisis kwam de kabouter weer tot leven en werden zesenveertig afleveringen ingesproken. Om ooit eens uit te schrijven.
Intussen kunnen de kleinkinderen gelukkig weer in de armen gesloten worden. En Trees en Guido dromen nu van een staptocht in de bergen volgend jaar, met de rugzak zoals ze met de eigen kinderen deden. ‘Zo heerlijk wat bergen met een mens doen. Dat wil je je kleinkinderen toch ook laten ervaren.’
Meer informatie over natuurgebied De Blankaart kan je vinden via de website.
Foto’s: Kristof Ghyselinck
Wil je het Magazine voor GROOTouders ontvangen? Schrijf je dan in voor het magazine en de bijbehorende nieuwsbrief. Volg de Gezinsbond ook op Facebook, Twitter en Instagram om op de hoogte te blijven van nieuwtjes en activiteiten. Lid worden van de Gezinsbond kan hier.
Gepubliceerd op: 25/08/2022, laatste update op: 04/10/2022