Een duurzame levensstijl wordt de norm in een wereld die de gevolgen moet ondergaan van de klimaatcrisis. Voor de ene is duurzaam leven een evidentie, voor de andere een breuk met oude gewoonten. Mia (83), Els (53) en Charlotte (24) zijn drie generaties kwieke dames uit hetzelfde nest. Elk hebben ze hun eigen kijk op duurzaam leven. ‘Soms denk ik: mijn dochter leeft vandaag opnieuw zoals mijn moeder vroeger. Waar is het met mij fout gelopen?’
Els (53): ‘Toen Charlotte op kot ging in Leuven, moest ik plots overal lege bokalen gaan zoeken. Bleek dat ze haar inkopen deed in een verpakkingsvrije winkel waar je zelf je eigen potjes meebrengt. Plastiek is er uit den boze. Ik dacht: wat krijgen we nu? Maar ik vind het wel moedig dat ze die inspanning doet.’
Charlotte (24): ‘Het vraagt wat organisatie, maar je koopt veel bewuster. Ik koop nu precies de hoeveelheid die ik nodig heb en niets meer. Zo gooi ik veel minder eten weg. Een studentenbudget is beperkt, maar duurder is dit niet omdat je minder verspilt. Vaak verkoopt de verpakkingsvrije winkel ook lokale producten. Nog een goede reden om er je inkopen te doen.’
Mia (83): ‘Soms hoor je dat ouderen minder begaan zijn met het milieu. Maar als kind heb ik nooit plastiek in mijn leven gekend. De brouwer of de melkboer kwamen aan huis. Ze gingen zelf in de kelder de bak met lege glazen flessen wisselen voor een volle. Wat hadden wij moeten sorteren? Als mijn kleindochter vertelt dat ze zelf bokalen vult in de winkel, dan denk ik: kind, dat deden wij ook.’
Els: ‘En daar zit ik dan tussen. Mijn dochter leeft vandaag blijkbaar opnieuw zoals mijn moeder vroeger! Waar is het met mij dan fout gelopen? Maar ik weet wel dat ik twee generaties heb leren sorteren: zowel mijn dochter als mijn moeder. Ik ben een kind uit de plastiektijd. Ik heb nog geweten dat alle vuilnis in één zak ging. Nu hebben we er drie of vier of brengen we ons afval naar het containerpark. Natuurlijk vind ik dat belangrijk.
Als kind zag ik mijn vader de assenbak van de auto gewoon in de straatgoot uitkappen. Nu is dat waanzin, maar niemand stelde zich daar toen vragen bij. Mijn generatie komt van heel ver.’
LEES OOK > Verpakkingsvrije supermarkt: waarom kies je ervoor en waar kun je zo’n winkel vinden?
Meer tweedehands
Mia: ‘Toen ik kind was, voerden we ons afval met een bakfiets – “triporteur”, zeiden wij — naar een bouwput in de buurt. Wat later ging daar zand over en was het afval verdwenen, althans uit het zicht. Ach, maar we recycleerden ook veel. Mijn broer haalde houten kistjes uit elkaar en verkocht dat van deur tot deur als aanmaakhout voor de stoof. Er ging weinig verloren. Wat nu afval is, had voor ons nog een waarde.’
Charlotte: ‘Bij opa en oma wordt nog altijd niets weggegooid! Als wij op kot gingen, vonden we bij hen altijd wel een kast of een zetel die we konden gebruiken, of anders timmerde opa iets in elkaar. Opa’s tuin staat vol vogelhuisjes. Die heeft hij allemaal met afvalhout geknutseld. Alles wordt hier vroeg of laat hergebruikt.’
‘Vroeger ging er weinig verloren. Wat nu afval is, had voor ons nog een waarde’ – oma Mia
Els: ‘Dat hergebruiken van spullen heb ik wel van mijn mama meegenomen. Vandaag koop ik mijn kleren in de kringwinkel. Waarom nog 200 euro betalen als je tweedehands een even mooie jurk voor twintig euro op de kop kan tikken? Ik doe dat niet alleen omdat het goedkoper is: ik stel me steeds vaker de vraag waarom we alles altijd weer opnieuw moeten produceren en kopen. Meestal vind je het ook gewoon tweedehands.’
Charlotte: ‘Als er in onze straat een garageverkoop is, doen wij altijd mee. Dan vraagt mama me om op mijn kamer de spullen te verzamelen die ik niet meer nodig heb. Gewoon om ze een tweede leven te geven. We vinden het stom die zaken als afval weg te gooien.’
Niet zo zwart-wit
Els: ‘Ik heb ook mijn espressomachine buiten gegooid. Jaren geleden moest iedereen plots thuis zo’n toestel hebben. Wij ook. Maar de berg afval van die koffiecups kon ik niet meer aanzien. Nu koop ik gewoon weer mijn eigen koffiebonen en maal die zelf in een koffiemachine.’
Mia: ‘Dat deden wij vroeger ook. Maar dan niet elektrisch.’
Els: ‘Ik wil best een inspanning leveren om duurzamer te leven. Maar ik wil me ook niet moeten verantwoorden waarom ik iets niet doe. Ik besproei het gras niet. Dat is drinkwater, dus dat doe je niet tijdens een zomer zoals we die de afgelopen jaren gekend hebben.
Anderzijds hebben we drie jaar geleden in de tuin wel een zwembad aangelegd. Ecologisch is dat niet op het eerste gezicht, dat geef ik toe. Maar in plaats van drie weken naar het zuiden op vakantie te gaan, zijn we dit jaar zes dagen naar Nederland geweest en voor de rest namen we vakantie in de eigen tuin. Ik weet niet zo zeker of dat minder duurzaam was dan een verre reis. Het is niet altijd zo zwart-wit.’
Charlotte: ‘Ik pleit schuldig dat ik nog vaak de auto neem. Ik ben nochtans erg sportief en fiets graag. Maar ik ben opgegroeid in een klein dorp waar we alle verplaatsingen met de auto deden. Toen ik in de stad op kot ging, zag ik plots dat alles er bij de hand was en iedereen met de fiets of te voet ging. Dat wil ik ook! Mocht de stad betaalbaar zijn, zou ik er meteen gaan wonen. Wil je duurzaam leven, dan moet je goed nadenken over je woonplaats.’
Els: ‘Toen wij 25 jaar geleden een woning bouwden, hebben wij daar geen moment bij stilgestaan. Een mooi huis met tuin in een rustig dorp, dat wilden we. Voor de rest hadden we twee bedrijfswagens waar we overal mee naartoe konden. Wat wil je? We lieten wel een grote regenwaterput aanleggen, waar de toiletten en de wasmachine op aangesloten zijn. En later legden we ook zonnepanelen op het dak.
Mijn dochter heeft vandaag andere prioriteiten. Dat doet ook mij nadenken. Voor een uur vergaderen met de auto naar Brussel? Dat doe ik niet meer. Dat vind ik nu ook onverantwoord. Elke keuze die je vandaag maakt, is een bewuste keuze.’
Vertrouwen in de toekomst
Mia: ‘Ik heb wel te doen met de generatie van Charlotte en die die erna zullen komen. Het moet voor haar nog allemaal beginnen, maar zij gaan het niet gemakkelijk hebben. Een duurzame wereld kost een pak geld. Onze ramen zijn vijftig jaar oud. Ik ga dat enkel glas echt niet meer vervangen door duur dubbel glas. Maar zij zullen het wel allemaal moet betalen.’
Charlotte: ‘Goh, ik voel me nog te jong om daar lang bij stil te staan. Ik maak me wel zorgen over de gevolgen van de opwarming van de aarde. In de zomer begeleid ik kampjes voor kinderen. Dit jaar kon je met hen bijna niet buitenkomen. Zó heet was het. Niet te doen! Maar ik wil niet nadenken over hoe de wereld eraan toe zal zijn wanneer ik kinderen of kleinkinderen heb.’
‘Ik heb mijn espressomachine buitengegooid. De berg afval van die koffiecups kon ik niet meer aanzien’ – mama Els
Els: ‘Ik ben niet zo pessimistisch. Ik heb er vertrouwen in dat de maatschappij altijd een nieuw evenwicht kan vinden. Jammer genoeg moeten we daarvoor vaak eerst door een crisis. De Tweede Wereldoorlog heeft ook nieuwe inzichten gebracht over samenwerken tussen landen en volkeren waar we nadien de vruchten van geplukt hebben.
Ik hoop alleen dat de ecologische crisis niet te diep moet gaan, vooraleer we echt ingrijpende maatregelen nemen die het tij kunnen keren. Als individu kun je zelf wel duurzaam proberen te leven, maar de overheden moet zelf meer doen. Het moet ook van bovenaf komen.’
Foto’s: Kristof Ghyselinck
Dit artikel verscheen in oktober 2022 in De Bond, het ledenblad van de Gezinsbond. De Bond kan ook bij jou (gratis!) in de bus vallen. Het enige wat je hoeft te doen, is lid worden. Nieuwtjes en activiteiten van de Gezinsbond meevolgen kan ook via Facebook, Twitter en Instagram.
Gepubliceerd op: 13/10/2022, laatste update op: 07/11/2022