‘De adoptie van onze vijf kinderen liep over de periode 1990 tot 1996’, zeggen Karel Cannaert en Lydie Goethals. ‘Op dat moment woonden er hier nog niet veel mensen met een andere huidskleur, behalve één Congolees gezin. Zelf stonden we daar niet echt bij stil.’ We trokken naar het West-Vlaamse Tielt om er de levensverhalen te sprokkelen van Tisia, Destin, Stelvio, Franck en Siam, de intussen volwassen adoptiekinderen van het ‘kleurrijke gezin’ van Lydie en Karel.

Het was de droom van Lydie (72) en Karel (63) om een groot gezin te hebben. Toen het helaas niet lukte om zelf kinderen te krijgen, dachten ze aan adoptie. Geen eenvoudige weg om als koppel te bewandelen.

Lydie: ‘Zoals je bij veel adoptieverhalen hoort, gaat er een hele tijd overheen tussen de aanvraag en het moment waarop je je kind echt in de armen kunt nemen. Meestal zijn dat een aantal jaren, maar soms veel langer.

Siam, ons eerste adoptiekind, zijn we in 1990 zelf in Thailand gaan ophalen. Hij was toen zes jaar oud en verbleef in een weeshuis voor vondelingkinderen.

Pas vijf jaar later mochten we Stelvio en Tisia verwelkomen. Stelvio kwam uit Madagaskar, ook op de leeftijd van zes jaar. Tisia heeft Vietnamese roots en was een baby’tje van amper vier maanden oud toen ze naar België kwam.

En in 1996 was ons gezin compleet met de komst van Franck en Destin uit Burundi. Franck, de oudste van de twee broers, was op dat moment acht jaar oud en Destin nog maar vier. Bij hen sleepte de procedure ruim tien jaar aan. Dat had ook te maken met de genocide in Rwanda (1994). We zouden immers eerst adoptiekinderen uit dat land krijgen. Het lange wachten, de mislukkingen … Dat maakt het emotioneel allemaal bijzonder lastig.’

Karel: ‘Ik herinner me vooral de zware psychologische testen en hoe ze ook onze materiële en financiële situatie controleerden.

We spreken wel over de procedure van dertig jaar geleden. Ik kan me voorstellen dat sinds de aanpassing van de regelgeving het voorbereidingstraject nu totaal anders verloopt.

Sowieso zijn er intussen veel minder buitenlandse adopties in vergelijking met de jaren waarin wij onze kinderen geadopteerd hebben. De thuislanden zoeken immers meer oplossingen ter plekke voor kinderen die door hun ouders afgestaan zijn.’

LEES OOK > Wat is het effect van adoptie op je relatie?

Reis rond de wereld

Wanneer Lydie en Karel vandaag terugkijken op de periode waarin ze hun kinderen adopteerden, komen in de eerste plaats de herinneringen naar boven over hun aankomst in ons land.

Karel: ‘De aanpassing was vanzelfsprekend het grootst bij onze kinderen die in hun eerste levensjaren in hun thuisland opgegroeid zijn.

Karel en Lydie hebben vijf adoptiekinderen: 'We hebben onze kinderen altijd alles verteld over hun roots'

Hoe Tisia haar adoptie beleeft, verschilt van hoe haar broers ernaar kijken. Siam, Stelvio, Franck en Destin moesten eerst nog Nederlands leren en waren ook verplicht om vrij snel naar school te gaan.’

Lydie: ‘Ik herinner me nog goed die eerste schooldag van Siam. We lieten hem starten in de derde kleuterklas omdat de stap naar het eerste leerjaar te groot was. Gelukkig vond hij gaandeweg wel zijn draai op school. Verder legde hij zich vooral toe op muziek en tekenen.

Bij Stelvio lag dat anders. Die had het moeilijker op school en vond vooral zijn passie in ballet en dans. Bij het ballet viel hij niet alleen op als jongen, maar ook door zijn huidskleur. Maar daar had hij gelukkig geen last van. Hij lag goed in de groep, met al die meisjes rondom zich. (lacht) Hij was pas aangekomen uit Madagaskar toen hij al mocht meespelen in een balletvoorstelling.’

Karel: ‘Die voorstelling verbeeldde een reis rond de wereld en een “kindje met kleur” paste voor de juf helemaal in dat verhaal. Meteen bleek ook dat hij duidelijk – net als zijn zus Tisia trouwens – danstalent had. Als tiener is hij zelfs een tijdlang dansleraar geweest.’

Puberteit niet altijd even gemakkelijk

Naar de komst van Franck en Destin uit Burundi hebben Lydie en Karel dus jarenlang moeten uitkijken. Maar ook hun adoptie is goed verlopen. Bij familieleden van de twee broers, die in dezelfde tijd naar België kwamen, ging dat moeilijker. ‘Je moet als adoptieouders toch wat geluk hebben, want het kan altijd mislukken’, zeggen Lydie en Karel. ‘Maar ook bij bloedeigen kinderen kan het fout lopen, dat heb je als ouder nooit in de hand.’

Met vijf kinderen was het gezin Cannaert een groot gezin met adoptiekinderen uit alle uithoeken van de wereld. Uit hun levensverhalen blijkt dat de een al meer bezig is met dat adoptieverleden dan de ander. Zeker in de puberteit was het voor sommige kinderen niet altijd even makkelijk om daarmee om te gaan.

‘Als je ziet hoeveel polarisatie er in veel maatschappelijke debatten is, hebben we nog een lange weg te gaan’ – Lydie

Lydie: ‘We hebben onze kinderen altijd alles verteld over hun roots, maar ze zijn er vrij in om ernaar op zoek te gaan. Vooral Siam haalt weleens minder goede herinneringen uit het weeshuis naar boven, die hij nu nog altijd met zich meedraagt.’

Karel: ‘Ze weten ook goed dat er in ons land organisaties bestaan waar geadopteerden verhalen met elkaar delen. Maar niemand van onze kinderen had er ooit behoefte aan om zich daarbij aan te sluiten.

Ze bouwen nu hun eigen leven uit. Vier van hen hebben een relatie met een partner die in Vlaanderen geboren is. Een van de beste vrienden van Stelvio is uit de Filippijnen afkomstig, maar eigenlijk is dat puur toeval. Herkomst speelt bij die vriendschap geen rol. Uiteindelijk zijn het in hun doen en laten allebei twee echte West-Vlamingen.’

Lydie: ‘We probeerden onze vijf kinderen altijd voldoende stabiliteit, rust en geborgenheid te geven in ons gezin. En dat deed hen veel deugd. Tielt werd heel snel hun thuis. Iedereen kende hen ook, in zo’n kleine stad. Toen vielen ze nog op, terwijl dat vandaag anders is.

Toch dachten we altijd dat onze multiculturele samenleving ook voor meer verdraagzaamheid zou zorgen. Maar als je ziet hoeveel polarisatie er in de maatschappelijke debatten is, hebben we nog een lange weg te gaan.’

LEES OOK > Opvoeden tegen racisme, hoe doe je dat?

De adoptiekinderen

Tisia

‘De adoptie heeft weinig impact op mijn leven’, zegt Tisia (26). ‘Mijn broers en ouders hebben een andere huidskleur, maar daar stond ik vroeger niet bij stil. Pas toen ik ging studeren, besefte ik hoe bijzonder sommigen mijn verhaal vonden. Nu ik zwanger ben, houdt me dat meer bezig: hoe zal de baby eruitzien? Welke karaktertrekken zal hij/zij hebben?

Soms vraag ik mij af hoe mijn biologische moeder mij zo snel heeft kunnen afstaan. Zelf weet ik goed dat ik het Bourgondische leven en het gat in mijn hand van mijn vader heb. Van mijn moeder leerde ik aandacht te hebben voor minderheden in onze samenleving. Hoe ouder ik word, hoe meer ik ervan overtuigd ben dat familie zijn niet in het bloed hoeft te zitten.’

Stelvio

Stelvio (33) is afkomstig uit Madagaskar. Hij verbleef daar in een weeshuis en kwam op zijn zesde in ons land terecht. School was niet echt zijn ding, maar in buitenschoolse activiteiten als muziek, ballet en dans kon hij zich helemaal uitleven. Hij werkt als magazijnier en heeft een gezin met drie kinderen. Zijn jongste zoon is begin dit jaar geboren.

‘Als kind heb ik nooit echt last gehad van racisme’, vertelt hij, ‘maar in het uitgaansleven ondervond ik wel moeilijkheden door mijn huidskleur. Ook toen ik een job zocht, werd ik daar weleens op aangesproken.’

Siam

Siam (37) is het allereerste adoptiekind van Lydie en Karel. Op de vraag hoe hij met zijn adoptieverleden omgaat, antwoordt hij: ‘Ik voel me weinig verbonden met mijn thuisland Thailand. Alleen als toerist zou ik er naartoe gaan, zonder het weeshuis te bezoeken. Ik eet wel graag Thais. Ik besef goed dat ik niet zou geworden zijn wie ik nu ben wanneer ik daar gebleven was.’

Franck

Franck (33) was acht jaar toen hij in België arriveerde, zijn jongere broer Destin vier. ‘We zijn al eens naar ons geboorteland geweest en hebben daar onze biologische moeder ontmoet’, vertelt hij.

Anders dan Destin kan Franck zich wel nog iets herinneren van zijn eerste kinderjaren. ‘Ik weet nog dat ik in het midden van de nacht uit bed gehaald werd om te vluchten. Ik moest dan alles bijeenrapen wat ik kon en op mijn blote voeten naar de bergen rennen. Zodra we daar waren, zagen we de huisjes in brand schieten. Ik heb alleen vage herinneringen. Het moet moeilijk geweest zijn voor onze ouders.’

Destin

Destin (30) heeft het karakter van een doorzetter, die er keihard voor gaat, zeggen Lydie en Karel. Franck is rustiger, maar raakte jarenlang zijn energie kwijt in de sport. Karel: ‘Het is door hem dat wij als vrijwilliger bij de atletiekclub zijn blijven “plakken”.’ (lacht)

Vragen over adoptie?

Vlaams Centrum voor Adoptie, adoptie@opgroeien.be, tel. 02-533 14 76 of op kindengezin.be.

Afstammingscentrum, afstammingscentrum.be, tel. 09-277 04 43 (weekdagen 14-16 uur).

Foto’s: Kristof Ghyselinck

Dit artikel verscheen in mei 2022 in De Bond, het ledenblad van de Gezinsbond. De Bond kan ook bij jou (gratis!) in de bus vallen. Het enige wat je hoeft te doen, is lid worden. Nieuwtjes en activiteiten van de Gezinsbond meevolgen kan ook via FacebookTwitter en Instagram.

Gepubliceerd op: 09/05/2022