De dramatische gebeurtenissen in de kinderopvang het afgelopen jaar laten de roep naar meer kwaliteit volop weerklinken. Het besef groeit dat acht à negen kinderen per begeleider echt te veel is. ‘Ouders mogen verwachten dat élke Vlaamse kinderopvang goed en veilig is’, zegt professor Michel Vandenbroeck van de Universiteit Gent. In zijn pas verschenen boek #negenisteveel vertelt hij over de crisis in de kinderopvang en geeft hij een antwoord op heel wat prangende vragen waar ouders met jonge kinderen nu mee zitten.

Crisis in de kinderopvang

Ouders willen hun kind met een ‘gerust hart’ naar de kinderopvang brengen. Maar welke voorwaarden moeten daarvoor vervuld zijn?

‘In de huidige crisis in de kinderopvang – met alle schandalen die nu aan de oppervlakte komen – is het niet verwonderlijk dat je twijfels hebt over de kinderopvang van je kind. Het is logisch dat ouders zich afvragen wat je wel of niet van de crèche of onthaalouder mag verwachten.

In 2016 deden we daarover voor het eerst een uitgebreide kwaliteitsmeting aan de hand van MeMoQ. Met dat inspectie-instrument brachten we zowel het welbevinden en de betrokkenheid als de emotionele en educatieve ondersteuning in kaart. We stelden toen vast dat de meeste kinderen zich goed voelen in de kinderopvang. Ook bleek dat er algemeen goed voor hen gezorgd wordt en dat de emotionele veiligheid dus gewaarborgd is.

Waar we wel nog in tekortschieten, is hoe de kinderopvang kinderen kan uitdagen in hun ontwikkeling. Dan gaat het bijvoorbeeld over zorgmomenten aangrijpen om ook iets educatiefs mee te doen. Wat telt – en dat zien we nog het meest bij de allerjongste kinderen – is dat een kinderbegeleider snel en gepast op signalen reageert. Maar dat kan alleen als je voor niet te veel kinderen tegelijk moet zorgen.’

LEES OOK > Nodig: een lagere kind-begeleiderratio in de kinderopvang

Vandaar de titel van je boek: #negenisteveel?

‘Dat klopt. Ooit heb ik nog in jullie blad gepleit voor vier kinderen per begeleider, maar het zou al goed zijn wanneer het er gemiddeld vijf worden.

Sinds de dramatische gebeurtenissen kwam eindelijk het besef dat de norm in de Vlaamse kinderopvang van acht à negen kinderen per volwassene echt te veel is. Onder de hashtag #negenisteveel trokken begin dit jaar kinderbegeleiders samen met ouders de straat op om dat aan te kaarten. Groepsgrootte en het aantal kinderen per volwassene bepalen mee de kwaliteit en de voorwaarden waaronder kinderbegeleiders en onthaalouders werken.

Bij ons is het aantal kinderen een van de hoogste van Europa. De meeste Europese landen hebben een norm tussen drie en zes. Vlaanderen bengelt achteraan het Europese peloton.’

Geen snelle, goedkope oplossingen

Om die norm te bereiken, moeten meer mensen als kinderbegeleider willen werken. Maar die medewerkers zijn er vandaag niet…

‘En dat is nu net de essentie van de huidige crisis in de kinderopvang. We zitten al met een plaatstekort van 7.500 à 8.000 plaatsen en dat zal misschien nog stijgen. Als we bovendien naar die norm van gemiddeld vijf kinderen per begeleider streven, betekent dat nog eens extra personeel.

Deze crisis is dus zo ingewikkeld dat ze niet zomaar opgelost raakt. Laat ons daarbij vooral niet de fouten uit het verleden maken door nu te zoeken naar snelle en goedkope oplossingen. Als we dat doen, ondervinden we daar over twintig jaar opnieuw de gevolgen van.’

Welke pistes moet het beleid dan wel bewandelen?

‘Het is verleidelijk om het personeelstekort te proberen op te lossen door de lat te verlagen en mensen zonder getuigschrift toe te laten. Op die manier zij-instromers toelaten, lijkt een goede oplossing op de korte termijn. Maar een verlaging van de instapvoorwaarden gaat wellicht samen met een verlaging van de kwaliteit.

Zij-instromers zijn alleen een goede piste als je ze goed omkadert. Wie die stap zet, moet zich via opleidingen verder kunnen bijscholen en zo ook perspectief krijgen op een betere verloning. En met de huidige maatschappelijke noden in de zorg algemeen, gaan we meer moeten inzetten op jongens om zorgopleidingen te volgen. Ook via het volwassenenonderwijs kan je in de kinderopvang aan de slag.

Maar die leerlingen, hoe gemotiveerd ook, worden afgeschrikt door de voorwaarden: druk werk, weinig doorgroeimogelijkheden en lage lonen.’

LEES OOK > Kinderbegeleider Saartje over de hoge werkdruk en te weinig middelen: ‘Het is elke dag jongleren en zoeken naar creatieve oplossingen’

Zelf zicht krijgen op kwaliteit?

Hoe kan je als ouder een goed zicht krijgen op de kwaliteit van de kinderopvang van je kind?

‘Je kunt dat niet verwachten van ouders. Andere volwassenen zorgen per definitie voor je kind op de momenten dat jij er niet bent. Als die zorg niet gebeurt zoals dat zou moeten, ben je daarvoor niet mee verantwoordelijk.

Het is aan de overheid om ervoor te zorgen dat élke kinderopvang in Vlaanderen goed en veilig is. Wat ik in die zin toejuich, is de aanpak van welzijnsminister Hilde Crevits om nu allle probleemdossiers nogmaals grondig te laten screenen. Het effect daarvan zag je de voorbije tijd al volop gebeuren: kinderdagverblijven die niet goed zijn, gaan dicht. En ja, dat heeft enorme gevolgen voor ouders die daarmee geconfronteerd worden. Dat besef ik heel goed.

Maar de huidige aanpak van het agentschap Opgroeien om kort op de bal te spelen, schept een ander klimaat. We kunnen alleen maar hopen dat ouders zo weer vertrouwen krijgen in de kinderopvang. En sinds kort kan iedereen de nieuwe inspectierapporten lezen op de website van de Zorginspectie. Op zich is dat een goede zaak, maar die rapporten mogen geen instrument worden om de kwaliteit te beoordelen.’

Wat raad je ouders verder nog aan als ze met vragen zitten over de kinderopvang van hun kind?

‘Dit is in mijn boek de belangrijkste boodschap naar ouders: wees niet beschaamd en stel alle vragen waarmee je zit. Over het aantal kinderen per volwassene, over je onrust als je je kind de eerste keer achterlaat, over het wenmoment… Je mag als ouder ook de opvangplek van je kind bezoeken om te zien hoe het eraan toegaat. Maak van dat recht gebruik.’

LEES OOK > De zoektocht naar de juiste kinderopvang

Meer info

Michel Vandenbroeck is als hoofddocent gezinspedagogiek verbonden aan UGent en voorzitter van de onderzoeksgroep Vernieuwing in de Basisvoorzieningen voor Jonge Kinderen (VBJK). Hij doet al meer dan 35 jaar onderzoek naar de kwaliteit van kinderopvang en kleuterschool.

#negenisteveel, Michel Vandenbroeck, Borgerhoff & Lamberigts, 2022.

Webinar over kinderopvang en kleuterschool

Naar aanleiding van het boek #negenisteveel geeft Michel Vandenbroeck een webinar over kinderopvang en kleuteronderwijs. Dat webinar is een samenwerking tussen de Gezinsbond, het VBJK en het VCOK. In videofragmenten komen ook positieve getuigenissen aan bod van zowel ouders als professionals in de kinderopvang.

Schrijf je in voor dit gratis webinar op 26 januari 2023 en geef al meteen de vragen door waarmee je zelf zit.

Foto: Kristof Ghyselinck

Dit artikel verscheen in januari 2023 in De Bond, het ledenblad van de Gezinsbond. De Bond kan ook bij jou (gratis!) in de bus vallen. Het enige wat je hoeft te doen, is lid worden. Nieuwtjes en activiteiten van de Gezinsbond meevolgen kan ook via FacebookTwitter en Instagram.

Gepubliceerd op: 06/01/2023, laatste update op: 02/10/2024