Een kind dat één ouder of beide ouders verliest, heeft recht op een wezentoeslag. Deze toeslag krijgt het kind automatisch, en dit zolang hij of zij recht heeft op een groeipakket. Wanneer de overlevende ouder een nieuw gezin vormt of hertrouwt, vervalt het recht op de wezentoeslag voor kinderen die wees geworden zijn vóór 2019.

Hoeveel bedraagt de wezentoeslag?

Een kind dat één ouder verliest (halfwees) krijgt maandelijks het basisbedrag en daarbovenop een halfwezentoeslag, momenteel €86,59 en vanaf 2023 €138,56.

Een kind dat beide ouders verliest, ontvangt maandelijks het basisbedrag en daarbovenop een wezentoeslag, momenteel €173,19.

Het overlijden van een partner zorgt vaak ook voor inkomensverlies. Binnen het groeipakket kan je daarom de wezentoeslag combineren met een sociale toeslag.

LEES OOK > Wat is de sociale toeslag binnen het groeipakket?

Wees geworden vóór 2019

Een kind dat wees werd vóór 2019 behoudt de verhoogde wezenbijslag uit de oude kinderbijslagregeling (€382,92 euro).

Als de overblijvende ouder hertrouwt of gaat samenwonen met een nieuwe partner, is er geen recht meer op de verhoogde wezenbijslag. Het kind ontvangt dan het basisbedrag.

Gaat de overblijvende ouder later weer alleen wonen, dan heeft het kind opnieuw recht op de verhoogde wezenbijslag.

Volg de Gezinsbond ook op FacebookTwitter en Instagram om op de hoogte te blijven van nieuwtjes en activiteiten. Lid worden van de Gezinsbond kan hier.

Gepubliceerd op: 20/03/2022, laatste update op: 08/12/2022