Als een baby overlijdt voor of net na de geboorte, dan treft dat naast de ouders ook het hele gezin en bij uitbreiding de hele familie. Zelfs de kinderen, ook al zijn ze nog jong. Ze voelen de emoties aan, ze merken dat hun ouders niet zo aanwezig zijn, er verandert van alles aan de dagindeling. Hoe help je een kind omgaan met het verlies van een baby?

Bij schoolkinderen (vanaf 6 jaar) kan je er al van uitgaan dat ze veel van de situatie begrijpen. Ze weten bijvoorbeeld dat dood voor altijd is, en dat dat niet meer verandert. Dat weten mag echter niet verward worden met zelfstandigheid: emoties kunnen ze niet alleen verwerken en de nood aan veiligheid en verbinding blijft.

Praten over wat gebeurd is, is dus belangrijk om hen te helpen omgaan met het verlies van de baby. Net als benoemen dat je verschillende dingen kan voelen bij een overlijden, ook tegenstrijdige emoties zoals ‘opluchting’ (omdat broertje of zusje geen pijn heeft) naast ‘verdriet’.

LEES OOK > Boeken die kinderen kunnen helpen het overlijden van hun broer of zus te verwerken

Vragen beantwoorden

Kinderen van deze leeftijd stellen veel vragen, wat hun manier is om met de realiteit en hun groeiende wereld om te gaan. Ook over de dood kunnen ze hele moeilijke en pijnlijke vragen stellen. Hoe lastig het ook is, probeer dit altijd concreet en relativerend te beantwoorden.

Geen verbloemende taal (‘je broertje slaapt nu bij de engeltjes’) maar wel met een geruststelling eraan gekoppeld. Dat iedereen kan doodgaan maar vooral oude mensen, bijvoorbeeld. Dat jonge mensen bijna nooit doodgaan, maar wel bijvoorbeeld als ze ziek worden of een ongeval krijgen.

Bij het verlies van een baby is er vaak die ongrijpbare factor ‘pech’ of ‘genetische afwijking’. Hier is het heel moeilijk het kind een gevoel van veiligheid of controle te geven, want ‘pech’ of toeval kan je niet uitsluiten. Om hen te helpen om te gaan met de onzekerheid die dat plotse verlies van hun babybroertje of -zusje kan oproepen, kan je alleen proberen uit te leggen en te benadrukken dat ze altijd met vragen naar je toe kunnen komen. Probeer dit dan ook waar te maken: zo kom je het best te weten wat in hen omgaat.

Op zowat elke leeftijd is ‘regressie’ of terugval in ontwikkeling mogelijk. Bij oudere kinderen kan zich dat uiten in zich niet (alleen) willen aankleden, meer ruziemaken en vragen dat boterhammen worden gesmeerd en de boekentas wordt gedragen. Dingen die ze ‘allang’ zelf konden, maar die ‘plots’ niet meer gaan.

Impact op gedrag

Alertheid is nodig voor kinderen die ogenschijnlijk geen emoties vertonen de dagen en weken na het overlijden van de baby. Het kan dat het kind de emoties verstopt om de ouders te sparen. Of misschien worstelt het met tegenstrijdige emoties als ‘verdriet’, ‘opluchting’ en ‘schaamte’.

De emoties benoemen en ze (mogen!) toelaten is de manier om hiermee om te gaan. Verandert het gedrag ingrijpend een paar maanden na het overlijden, dan is professionele hulp wellicht aangewezen.

LEES OOK > Emotieregulatie bij je kind: van baby tot puber

Volg de Gezinsbond ook op FacebookTwitter en Instagram om op de hoogte te blijven van nieuwtjes en activiteiten. Lid worden van de Gezinsbond kan hier.

Gepubliceerd op: 20/09/2019, laatste update op: 25/07/2023