Emoties maken deel uit van het leven, maar soms zijn ze zo overweldigend dat je amper overeind blijft. Het omgaan met emoties is een leerproces en emotieregulatie speelt dan ook een cruciale rol in de opvoeding van kinderen. ‘Maar denk nu vooral niet dat je als ouder een perfect rolmodel hoeft te zijn.’  

Een woedeaanval in de supermarkt, tranen met tuiten bij het afscheid of angst voor het maken van een toets, emoties duiken altijd en overal op, ook bij kinderen en jongeren. Hoe leer je je kind omgaan met al die emoties en zorg je ervoor dat ze niet als een tsunami het gezin overspoelen en het verdere leven van je kind bepalen?

Caroline Braet, professor Klinische ontwikkelingspsychologie aan de Universiteit Gent ontwikkelde een trainingsprogramma voor emotieregulatie, specifiek gericht op kinderen en jongeren. Samen met professor Laura Wante en onderzoeksteam Elisa Boelens en Eva Van Malderen gelooft ze heel erg in de impact van ouders op de emotieregulatie van hun kind. Daarom is aan de UGent ook een ‘ouderprogramma’ opgestart, voor ouders die hun kind willen ondersteunen op vlak van emotieregulatie.

‘Het ene kind reguleert zijn emoties beter dan het andere’, licht de professor toe. ‘Dat hangt samen met het temperament waarmee het kind geboren wordt, maar ook met de omgeving en de manier waarop je er als ouder mee omgaat. Valt je kind, heeft het pijn en krijgt het meteen een snoepje als troost, dan wordt de emotie onderdrukt, en dan leert je kind niet om die pijn te erkennen.’

‘Elke emotie-expressie is een opvoedingskans’

75% van de psychische problemen op latere leeftijd ontstaan omdat emoties niet goed gekanaliseerd worden. Worden gevoelens onderdrukt, dan kunnen problemen als piekeren, eetbuien of gedragsproblemen ontstaan. ‘Maar het goede nieuws is, je kan emotieregulatie trainen’, licht het onderzoeksteam Klinische ontwikkelingspsychologie aan de UGent toe. Er kunnen concrete tools aangereikt worden om al die emoties beter te begrijpen en te kanaliseren.

‘We hebben de ouders daarbij nodig als rolmodel, maar ook als coach en supporter. Weet als ouder dat er niet één gouden regel is. Elk kind is anders en jij kent je kind het beste. Beschouw elke emotie-expressie als een opvoedingskans. Ook wanneer je kind zich in de supermarkt op de grond gooit.

Dezelfde stappen kan je steeds als leidraad gebruiken. Eerst moet je natuurlijk opmerken dat er iets aan de hand is. Je laat alles even liggen – ook in de supermarkt, why not – en focust op je kind. Dan probeer je het probleem te benoemen, en dat is niet altijd makkelijk. Wat voelt jouw kind allemaal? Waarom is je kind over zijn toeren? De kunst is hierbij om niet te snel dat gevoel te willen veranderen, ook niet wanneer mensen je op de vingers staan te kijken.

Het erkennen en het bevestigen van het gevoel is belangrijk. Kinderen moeten hun emoties leren onder ogen zien. Wat vertellen die gevoelens? Pas dan kijk je samen met je kind -en dat is met vallen en opstaan – welke strategieën voor hem of haar het best werken om met die emoties om te gaan. Een andere stemming oproepen bijvoorbeeld door aan iets positiefs te denken. Of de situatie die boos of verdrietig maakt proberen te veranderen. Ligt je kind krijsend op de grond in de supermarkt, focus dan de aandacht op iets anders. Vraag je kindje bijvoorbeeld om mee op zoek te gaan naar de appels.’

LEES OOK > Kinderpsychiater Sara Wouters over hoe jonge kinderen hun gevoelens beter kunnen uiten

Verschillende leeftijdsfases

De emotieregulatie-ontwikkeling is een proces. Het start al op jonge leeftijd en evolueert verder doorheen de kindertijd en adolescentie. Het is een levenswerk, want tot de leeftijd van twintig is emotieregulatie volop in ontwikkeling.

Baby

Baby’s kunnen hun emoties nog niet zelf reguleren en zijn volledig afhankelijk van hun ouders. Ze wenen of lachen en daar reageren de ouders of zorgfiguren op. Baby’s hebben hen nodig om getroost te worden of om rust te vinden. Een baby die ontroostbaar is, kan zelf nog geen afleiding zoeken. Door te troosten, te wiegen, te zingen, vast te houden en vooral liefdevol in te spelen op de emotie van je kind ondersteun je je baby om op een goede manier met de emotie om te gaan.

Je kindje leert in die fase vooral met zijn zintuigen. Dicht contact is dus het allerbelangrijkste. Zelfs al in die prille babyfase zie je een verschil in temperament. Sommige baby’s zijn moeilijker, minder flexibel en huilen meer. Andere baby’s hebben een makkelijk temperament zijn flexibeler en lachen meer. Het spreekt voor zich dat het voor ouders van die eerste groep een grotere uitdaging is om te begrijpen wat je kindje nodig heeft.

Vanaf de leeftijd van 12-18 maanden zie je dat er cognitief al iets meer mogelijk is. Kinderen kunnen hulp inschakelen wanneer iets niet lukt bijvoorbeeld of ze zoeken zelf afleiding in hun spel. Troost en nabijheid van ouders en zorgfiguren zijn hier nog steeds heel belangrijk.

Peuter

Vanaf 24 maanden merk je in hun spel dat peuters emoties al iets beter begrijpen. ‘Pop is verdrietig’. Je kan je kind in die prille kleuterfase al helpen om emoties te benoemen. ‘Ik zie dat je boos bent, laat ons eens samen kijken hoe we dit kunnen oplossen.’ Omdat kinderen op die leeftijd nog niet genoeg over taal beschikken, komt agressie in deze fase vaak voor. Dat pak je beter aan, door samen afleiding te zoeken bijvoorbeeld van die negatieve situatie en de confrontatie met anderen.

Lichamelijk troosten blijft op die leeftijd heel belangrijk. Zorg dat je kind weet en voelt dat het bij jou terechtkan. Als ouder ben je in die fase vooral ook een rolmodel. Kinderen leren op die leeftijd vooral met hun ogen.

LEES OOK > Hoe ga je om met typisch peutergedrag? ‘Geef geen time-out maar een time-in’

Kleuter

Vanaf de kleuterleeftijd kunnen kinderen steeds meer en kan je ook cognitief met hen de zaken anders benaderen. Stel, je kind is ziek, kan niet mee gaan zwemmen en is daarom verdrietig. Dan kan je je kind helpen om anders naar die vervelende situatie te gaan kijken. ‘Nee, vandaag kan je niet gaan zwemmen, maar dit weekend misschien wel, met papa.’ In die fase worden ook andere personen belangrijk, de juf of meester bijvoorbeeld. Je kind leert dat ze ook bij andere mensen terechtkunnen met hun emoties.

Jong kind

In de lagere school wordt de basis die eerder al werd gelegd gefinetuned. De cognitieve mogelijkheden blijven stijgen waardoor kinderen steeds beter alleen bepaalde situaties kunnen oplossen. In die fase zijn ouders een belangrijke supporter. Je kan coachen en begeleiden, maar laat je kind vooral ook zelf proberen.

Emoties die niet gereguleerd geraken, gaan op die leeftijd vaak gepaard met psychosomatische klachten: buikpijn of spanningshoofdpijn bijvoorbeeld. Dit kan een eerste signaal zijn voor jou als ouder, ‘oei, mijn kind zit iets dwars.’

Tiener

In de adolescentie zijn tieners emotioneel heel sensitief, dus emoties komen hard binnen. De emoties pieken, maar de cognitieve controlemogelijkheden zijn nog volop in ontwikkeling. Dat zorgt vaak voor uitbarstingen, die heel normaal zijn op die leeftijd. In die periode pieken vaak ook de strategieën die minder goed werken: jongeren gaan piekeren of proberen hun angst, boosheid of verdriet te ontwijken of te onderdrukken, waardoor ook het risico op psychische problemen toeneemt. Of jongeren zoeken hun toevlucht in drank, eten of drugs.

Ook peers en andere personen in het leven van je kind spelen hier een belangrijke rol. Omdat emotieregulatie nog volop in ontwikkeling is, kan je in die fase als ouder toch ook veel verwezenlijken, zeker als je betrokken bent als supporter. Hier betekent het heel veel als je als ouder duidelijk maakt dat ups en downs bij het leven horen. Als ouder ben je hier een belangrijk model. Adolescenten leren onder andere van hun ouders  hoe ze om kunnen gaan met minder fijne gevoelens, zoals stress of verdriet.

LEES OOK > Spoedarts Marc Sabbe pleit voor minder sociale druk: ‘Jongeren kunnen niet goed inschatten wat het effect is van alcohol’

Perfectly imperfect

‘En misschien toch nog even benadrukken dat je als ouder niet steeds het perfecte rolmodel hoeft te zijn’, besluit het onderzoeksteam. ‘Is je kind kwaad, maar ben je op dat moment zelf te gehaast of te gestresst om geduldig te reageren, kom er dan later op terug, geef je kind de nodige uitleg en zeg sorry. Ook dan ben je een goed rolmodel.

Je hoeft als ouder geen supermens te zijn. Als je kind weet dat al die emoties er binnen het klimaat van het gezin mogen zijn en dat het bij jou sowieso terechtkan, dan ben je als ouder goed bezig.’

Volg de Gezinsbond ook op FacebookTwitter en Instagram om op de hoogte te blijven van nieuwtjes en activiteiten. Lid worden van de Gezinsbond kan hier.

Gepubliceerd op: 30/09/2022, laatste update op: 10/01/2023

Tags: