Hilde, Marc, Bieke (28 jaar) en Jens (26) vormen op het eerste gezicht een heel gewoon gezin. En zo voelen ze zich ook. Toch is het traject dat ze aflegden buitengewoon. Jens maakte een gendertransitie door. ‘Het was geen sprookjesverhaal, maar de liefde voor ons kind leidde ons erdoorheen. En de gelukkige zoon die we nu hebben, is een geschenk. Het is een nieuw leven voor hem. Eindelijk echt leven.’
‘Het opgroeien van onze kinderen verliep niet rimpelloos, we waren al iets gewoon’, lachen Hilde en Marc. ‘Niet zoals bij onze broers en zussen, waar de kinderen moeiteloos hun school en studie voltooiden en daarna een geschikte baan vonden.
Onze oudste dochter kreeg na een moeilijk schoolparcours, pesterijen en bezoeken bij psychologen en therapeuten de diagnose autisme. Ze heeft haar weg met vallen en opstaan gevonden en is nu zelf mama. Ze kleurt nog altijd graag buiten de lijntjes, maar zo blijft het boeiend.’
LEES OOK > 6 misverstanden over autisme rechtgezet
Doodongelukkig
‘Jens was een gevoelig kind en had veel structuur nodig. In de puberteit was hij stil en teruggetrokken. Toen ook daar de diagnose autisme viel, dachten we dat dat de verklaring voor alles was. We dachten ook dat Jens misschien lesbisch was, maar transgender kwam niet in ons op, we wisten nauwelijks dat het bestond.
De angsten, de onzekerheid, het ongelukkig zijn die al zolang het leven van Jens beheersten, escaleerden toen hij verder studeerde en op kot ging, weg uit de veilige omgeving. Vreselijk was het hem te zien lijden.
De GON-begeleiding – ingeschakeld voor zijn autisme – bracht geen verbetering en we maakten radeloos een afspraak bij de psychiater. Zij schreef medicatie voor, maar ons kind gleed verder af. We waren doodongerust dat het slecht zou aflopen. We praatten veel en smeekten Jens niet op te geven.’
We dachten dat het zou overwaaien
‘In mei 2016 kwam Jens ineens thuis met kortgeknipt haar. Op de boodschap ook het haar op benen en onder de oksels te willen laten groeien, zei ik dat dat niet mooi was met een jurkje’, herinnert Hilde zich. ‘Ik kon en wilde de signalen niet zien. Toen Jens vertelde verder als jongen door het leven te willen gaan, zei ik dat hij er niet te veel op mocht focussen en het wellicht zou overgaan. Ik heb kwetsende dingen gezegd, maar ik had tijd nodig om alles een plaats te geven.
Pas na een maand heb ik het Marc verteld. Ik wilde eerst de grootste emoties verwerken zodat ik het hem rustig kon zeggen. Intussen besefte ik dat het niet zou overwaaien.
Had Marc Jens veroordeeld, ik zou voor mijn kind gekozen hebben. De leeuwin in mij stond op scherp. Marc reageerde rustig, hij is rationeler dan ik. Hij was wel bezorgd over de onomkeerbare ingrepen en wilde weten of Jens wel zeker was.’
LEES OOK > Jens maakte de transitie van meisje naar jongen: ‘Nu weet ik wat gelukkig zijn is’
Kon ik mijn kind beschermen?
Marc ging met Jens jongenskleren kopen. ‘Een mooi gebaar van vader naar zoon. Voor mij weer een stap verder in het besef dat het geen bevlieging was’, zegt Hilde. ‘Ik kon niet over het onderwerp praten zonder tranen. Ik dacht: ik zal mijn kind niet meer herkennen. Andere naam, stem, uiterlijk …
En zou ik Jens kunnen beschermen tegen het onbegrip en de oordelen die ik verwachtte? Tegen familie zwegen we nog. Ik kom uit een thuis van hard werken, weinig ruimte voor gevoelens, traditionele opvattingen. Ik was bang dat ze Jens zouden afwijzen.
In de meditatiegroep waar ik naartoe ging, gooide ik het wel in de groep. De begeleider, een goeie vriend, zei dat het een mooi geschenk voor me was. Ik was kwaad en dacht: mooi op een ander. Wat weet jij wat ik meemaak, dit is toch echt geen cadeau.’
Bang maar vastberaden
Jens nam contact op met het transgender team van dokter T’Sjoen in UZ Gent. Zes maanden wachten voor een eerste gesprek viel hem zwaar. ‘Mij gaf het de tijd om te wennen aan het idee, erover na te denken en te spreken en me te informeren’, zegt Hilde.
‘Op de vele wandelingen die we maakten vertelde Jens hoe de procedure zou verlopen. Ik kon tegen hem mijn bezorgdheden kwijt. Ook met Marc heb ik veel gepraat. Wat een zegen dat we er samen konden doorgaan. Het rouwproces was tegelijk een groeiproces.
Na de eerste gesprekken bij dokter T’Sjoen in Gent bracht Jens de familie op de hoogte. Ik was bang, maar ook vastberaden om mijn jong te beschermen. Er waren vooral veel mooie reacties. De negatieve raakten ons niet. Jens was sterker dan gedacht en ik ook. Dat de buitenwereld op de hoogte was, voelde als een bevrijding. Erover praten met familie en vrienden deed me deugd, al ging dat nog met emoties en tranen. Mijn ouders heb ik het toen nog niet verteld. Mijn moeder had dementie en zou het niet meer snappen en mijn vader kan soms weinig tactvol uit de hoek komen.’
Rouw en blijdschap
‘Het was nog eens een half jaar wachten op de start van de hormoonbehandeling. In die periode stelde Jens zich nog voor met zijn oude naam, dat voelde voor hem als bedrog en hij was doodmoe van het jarenlange vechten en zwijgen. Hij zakte zo diep dat hij een zelfdodingspoging ondernam.
Ik was kwaad. Nu waren we al zover, en dan toch nog dit. We hebben samen veel gepraat en gehuild. De angst dat het nog kon gebeuren hakte er bij mij in. Maar dat absolute dieptepunt was een keerpunt, het ging daarna beter.’
Een dik jaar na de outing gingen Marc en Jens naar Gent voor de eerste hormoonspuit. ‘Hij was zo enthousiast. Ik voelde rouw en afscheid, maar ook blijheid’, zegt Hilde. ‘Ons kind was gelukkig. Marc heeft het dan aan mijn vader verteld. Die sprak er nooit over, maar behandelde Jens met respect en dat was het belangrijkste.’
LEES OOK > Als je kind suïcidaal is: ‘Mijn dochter wil niet meer leven’
Borstoperatie en naamsverandering
De praktische Marc vond dat de meisjesnaam niet meer paste en spoorde Jens aan een andere te kiezen. De binder om de borsten plat te drukken was pijnlijk, een nieuwe stap in de gendertransitie – de operatie om de borsten weg te nemen – diende zich aan. ‘Daar hadden wij in het begin niet willen bij stilstaan. We zagen het als een verminking’, zegt Marc.
‘Maar de hormonen veranderden het uiterlijk zo sterk dat wij inzagen dat het lichaam niet meer klopte. Toen ze Jens naar de operatiezaal brachten, heb ik mijn tranen ingehouden tot hij weg was’, zegt Hilde.
‘Bij thuiskomst heb ik gevraagd of ik hem mocht wassen. Jens huilde alle spanningen eruit. En ik voelde bakken liefde. Mijn rouwproces was voorbij.
Al die tijd bleven de oude naam en een V op de identiteitskaart staan. Toen die eindelijk kon aangepast worden, fietsten we met zijn vieren naar het gemeentehuis. De ambtenaren waren onwennig. Maar Jens straalde en wij hadden niet kunnen vermoeden dat we ooit zo gelukkig zouden zijn dat we een zoon hadden.’
Je verliest je kind niet
‘Jens moet de rest van zijn leven om de veertien dagen een hormonenspuit zetten en de littekens op zijn borst kan je niet uitwissen. Hij zal nog wel stenen op zijn weg vinden, maar hij bloeit steeds meer open en heeft veel meer zelfvertrouwen.
Hij ging opnieuw studeren en de stages gingen nu wel goed. Hij haalde zijn diploma met glans. Wat waren wij blij en trots. Hij vond meteen werk, wij waren niet gewoon dat dingen zo vlot konden gaan.
We zijn nu bijna zes jaar na de outing. Ik praat er nu over zonder tranen en we zijn het gewoon dat we een zoon hebben’, zegt Hilde. ‘En het belangrijkste: we hebben nu een gelukkig kind. Het is een geschenk, de vriend die dat zei had gelijk.
Het is niet gemakkelijk geweest, maar we kwamen niet uit een sprookjesverhaal dat ineens ondersteboven gegooid werd door de outing. We hadden een doodongelukkig kind. De gendertransitie was niet “nog een probleem erbij” zoals ik eerst dacht, het was de oplossing. Met ons verhaal willen we ouders die het meemaken een hart onder de riem steken. Je verliest je kind niet, integendeel.’
LEES OOK > Senne Misplon (22) over zijn coming-out als trans man
Een nieuw en gelukkig leven
‘De gendertransitie was het begin van een nieuw leven, van leven in plaats van overleven. Als ouder moet je je kind steunen, veel praten en echt luisteren. In alle angst, emotie en bezorgdheid was de liefde voor ons kind onze leidraad. Die liefde toont je wat je moet doen.
Ik ben trots op Jens en op de weg die we met ons gezin hebben afgelegd. Door het autisme van beiden, leerden we met humor naar de eigenaardigheden kijken. Dat kunnen we intussen ook als het over de gendertransitie gaat. Als je zelf “gewoon” doet, reageren ook buitenstaanders positief en creëren we hopelijk meer openheid. Als er een kindje geboren wordt in de familie en de ouders zeggen: “’t is een meisje” of “’t is een jongen”, dan zeggen wij lachend “dat kan nog veranderen.”
Het drama is weg. Toen de kinderen het moeilijk hadden, we van therapeut naar psycholoog gingen, dacht ik dat ik het verkeerd deed als moeder. Maar ik kon perfect overweg met hun anders-zijn, het zijn de school en de samenleving die het er moeilijk mee hebben. Het oordeel over wat normaal is en wat niet maakt het extra moeilijk voor wie daar niet aan beantwoordt. Goed dat er stilaan meer openheid komt voor genderdiversiteit.’
Vragen over zelfdoding? Bij de Zelfmoordlijn (tel.1813) staat er iemand voor je klaar. Elk gesprek is anoniem en gratis.
Meer weten?
- Bij Lumi kun je terecht met al je vragen over gender en seksuele voorkeur
- Gendervonk ondersteunt transgender personen en hun ouders
- Berdache is een vereniging voor ouders met een gendervariant kind
- Transgenderinfo is dé plek voor al je vragen over het transgenderthema
- Wel Jong vzw is een organisatie voor en door LGBTQ+ jongeren
- Ons dossier Alle liefs voor M/V/X bevat een heleboel getuigenissen en herkenbare verhalen
Dit artikel verscheen in februari 2022 in De Bond, het ledenblad van de Gezinsbond. De Bond kan ook bij jou (gratis!) in de bus vallen. Het enige wat je hoeft te doen, is lid worden. Nieuwtjes en activiteiten van de Gezinsbond meevolgen kan ook via Facebook, Twitter en Instagram.
Gepubliceerd op: 07/02/2022, laatste update op: 13/06/2022