Hoewel uit cijfers voorlopig blijkt dat er in 2020 géén toename was in het aantal zelfdodingen of zelfmoordpogingen, is het wel zo dat veel mensen het mentaal erg zwaar hebben gehad het afgelopen jaar. Dat geldt zowel voor jongeren als voor volwassenen. Voor bijna iedere persoon die met zelfmoordgedachten worstelt, zijn er meerdere gezins- en familieleden die (letterlijk) mee-leven en mee-voelen en het zelf dus ook erg zwaar hebben. Hoe ga je ermee om als een gezinslid aan zelfdoding denkt?

Voor een kind of jongere is het extra zwaar om geconfronteerd te worden met een gezinslid dat aan zelfdoding denkt.

Niet alleen omdat ze het moeilijker kunnen begrijpen en het persoonlijk kunnen opvatten, maar ook omdat zij meestal een groot deel van de tijd samenwonen met het suïcidale gezinslid.

Daardoor kunnen ze moeilijk even ontsnappen aan de angst en onzekerheid. Hun thuis, die een veilige haven zou moeten zijn om tot rust te komen, wordt een emotioneel mijnenveld.

Wanneer een ouder aan zelfdoding denkt

Kinderen van iemand die aan zelfdoding denkt, hebben zelf extra ondersteuning nodig. Ze kunnen verschillende negatieve gevoelens ervaren, bijvoorbeeld onzekerheid, angst, verdriet, woede of schuld.

De ouder in kwestie heeft tijdens zo’n crisisperiode meestal niet de ruimte om ook nog met het mentaal welzijn van de kinderen bezig te zijn.

In de meeste gevallen is er een andere ouder, maar ook die zal mentaal en emotioneel al overbelast zijn door de zorg voor de suïcidale partner.

Wanneer een broer of zus aan zelfdoding denkt

Kinderen en jongeren die een broer of zus hebben met zelfmoordgedachten, kunnen dezelfde negatieve emoties ervaren.

Bovendien kunnen broers en zussen het gevoel krijgen dat ze niet eerlijk of gelijk behandeld worden, omdat de meeste aandacht naar het kind gaat dat aan zelfmoord denkt.

Ze vinden misschien dat deze broer of zus zich meer kan veroorloven zonder straf te krijgen. Ze kunnen zelfs denken dat hun broer of zus de situatie misbruikt.

Daarnaast lijkt het wel alsof ze constant moeten oppassen wat ze doen of zeggen, en dat ze voor alles begrip moeten tonen. En dat terwijl deze kinderen en jongeren in zo’n moeilijke situatie ook ondersteuning nodig hebben.

Anderzijds kan er tussen broers en zussen ook veel vertrouwen zijn. Soms weten ze meer van hun broer of zus dan de ouders. Daarom kunnen zij veel steun geven.

Het kind dat aan zelfmoord denkt, heeft speciale zorg nodig. Maar broers en zussen kunnen juist zorgen voor normale dingen, bijvoorbeeld door samen te ontspannen, te spelen, te plagen. Dit kan de spanningen verzachten.

LEES OOK > Wat als je tiener denkt aan zelfmoord?

Wat als een gezinslid aan zelfdoding denkt? Verbindende communicatie

Merk je, door verbale uitingen of door veranderd gedrag, dat iemand in je gezin aan zelfdoding denkt? Dan is het belangrijk daar op een niet-oordelende, open, en verbindende manier over te kunnen praten.

Als ouder of als jongvolwassene kan je zo’n gesprek proberen mogelijk te maken. Voor kinderen is het vooral belangrijk dat zij een vertrouwenspersoon hebben, een ouder of een ander familielid, een leerkracht, … bij wie ze kunnen zeggen wat ze nodig hebben.

Hoe pak je een gesprek aan, volgens de principes van verbindende communicatie?

  1. Neem tijd om tot jezelf te komen, je gedachten en gevoelens te ordenen. Ben je boos, ongerust, voel je onmacht, irritatie, twijfel? Laat die gevoelens toe. Zo kom je dichter bij jezelf. Zoek geen oplossingen voor je gevoelens, maar kijk wat jij nodig hebt.
  2. Benoem niet alleen wat je voelt maar ook wat je wil. Misschien wil je vooral eerlijkheid en vertrouwen? Of primeert je nood aan rust? Als je je gevoelens en behoeften goed kent en kan verwoorden, dan weet je dat je je gezinslid geen verwijten moet maken. Het gaat immers om joùw gevoelens en behoeften.
  3. Bevraag wat je gezinsleden voelen en willen. Soms denk je dat je dat wel weet. Toets het af, vraag of je idee klopt. Zo kan je hen beter begrijpen, en nadenken of je kan geven wat ze nodig hebben of willen.
  4. Formuleer op een positieve manier wat jij wil. Bijvoorbeeld: ‘Ik vind het leuk als je whatsappt om te zeggen waar je bent.’ in de plaats van ‘Je laat nooit weten waar je bent!’ Sta open voor onderhandeling. Benoem ook de gevoelens en behoeften van de ander. Zo toon je dat je rekening met hem of haar houdt.
  5. Praat samen. Als de emoties te hoog gespannen staan, laat het onderwerp dan een poosje rusten en praat er later over.

Nieuw onderzoek

We weten dat kinderen en jongeren die te maken krijgen met een gezinslid dat aan zelfdoding denkt, vaak zelf nood hebben aan ondersteuning. En op dat vlak zagen onderzoekers van het Kenniscentrum Gezinswetenschappen van hogeschool Odisee een hiaat in het bestaande hulpverleningsaanbod.

Enkele jaren geleden was er al een onderzoek naar de behoeften van ouders van een kind met zelfmoordgedachten, nu start een nieuw onderzoek naar de noden en ervaringen van broers, zussen en kinderen van iemand die aan zelfdoding denkt.

Ben je zelf of ken je een kind of jongere tussen 8 en 24 jaar die samenwoont met een mama, papa, broer of zus die zelfmoordgedachten heeft? Dan kan je meewerken aan dit onderzoek, zodat in de toekomst kinderen en jongeren in deze situatie beter ondersteund kunnen worden. Hier vind je meer informatie over dit onderzoek.

Het onderzoek naar behoeften van ouders van kinderen met zelfmoordgedachten resulteerde in de website Help! Mijn kind denkt aan zelfmoord.

LEES OOK > Als je kind suïcidaal is: ‘Mijn dochter wil niet meer leven’

Wie aan zelfdoding denkt of zich zorgen maakt om iemand anders kan 24 uur op 24 gratis en anoniem bellen naar de zelfmoordlijn op het nummer 1813. Chatten kan elke dag van 18.30 uur tot 22 uur via zelfmoord1813.be. Op de site staat ook informatie voor zelfhulp.

Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met het Kenniscentrum Gezinswetenschappen van hogeschool Odisee.

Volg de Gezinsbond ook op FacebookTwitter en Instagram om op de hoogte te blijven van nieuwtjes en activiteiten. Lid worden van de Gezinsbond kan hier.

Gepubliceerd op: 01/07/2021, laatste update op: 20/06/2023