Redactrice Rien Mertens en haar vriend zijn zwanger van hun derde kindje. Plots krijgt ze hevige bloedingen… Rien schreef een persoonlijk stukje over zwangerschapsverlies.

Bommetje in mijn buik

Er ontploft een bommetje in mijn buik: we blijken onverwachts zwanger van ons derde kindje. Waaw! En ook: kunnen we dit wel? Er raast een orkaan van emoties door mijn lijf: vreugde, angst, geluk, verdriet. Maar vooral liefde. Liefde, in het oog van de storm waar dit prille leven groeit. Wij kunnen dit!

De baby groeit in mijn buik en in ons hart. In onze hoofden zijn we al ouders van drie: een wens die we lang koesterden, maar niet durfden vervullen. We fantaseren hoe onze zonen kijken naar hun zus of broer, we zien onszelf aan tafel zitten met drie kinderen en trekken al rond in onze camper met een volle achterbank. We regelen gynaecologen en opvang, halen onze namenlijst boven en denken na over een meter en peter. Een nieuw leven krijgt vorm.

‘Er ontploft opnieuw een bommetje in mijn buik: ik verlies bloed. Niet veel, al doet het wel veel met me.’

Er ontploft opnieuw een bommetje in mijn buik: ik verlies bloed. Niet veel, al doet het wel veel met me. Het voelt dubbel. Moeilijk. Onzeker. Ik speel wat toneel: voor de mensen rond mij, maar ook voor mezelf. Is dit een slecht teken, of is er nog hoop? Ga ik naar spoed of wacht ik op mijn gynaecoloog? Ik wil mijn gedachten verzetten en afwachten, voor het zwarte gordijn mogelijks valt.

Mijn lichaam

Het bloeden wordt erger. Ergens wil ik zekerheid, ergens net niet. Ik hoop nog te veel op positief nieuws. Ik ben nog niet klaar voor een echo die mij in een doodlopende straat stuurt. Ik ben wel klaar met toneelspelen. Ik ween. Om wat was. Wat is. Wat kan komen. Ik ween nog meer. Mijn lijf lijkt de boodschap langzaam door te geven aan mijn hoofd. Het ziet er niet goed uit. Elk toiletbezoek is een confrontatie: rood op wit. Ik kan er niet naast kijken. Het kruipt onder mijn vel. Dus kruip ik vroeg in bed, zodat ik dit niet langer hoef te zien.

Het bloeden blijft, wordt zelfs erger. Ik voel schuld en schaamte: dit gebeurt allemaal in en met mijn lichaam. Ik kijk ernaar en probeer het los te laten. Al rijst er veel twijfel. Waarom wil dit baby’tje toch niet bij ons gezin? De ‘meant to be’ van onze zwangerschap krijgt een wrange nasmaak. Er is nog zo weinig zichtbaar en tegelijk is er zo veel veranderd. In ons hoofd en hart zijn wij al de ouders van drie kinderen. De klei zit klaar in mijn buik, als een vruchtbare bodem om droombeelden mee te boetseren. Al valt ons kunstwerk nu misschien uit elkaar. In duizend stukken, net als mijn moederhart.

‘De klei zit klaar in mijn buik, als een vruchtbare bodem om droombeelden mee te boetseren. Al valt ons kunstwerk nu misschien uit elkaar.’

Stilte

Zwangerschapsverlies: rouwen om dat lege gevoel vanbinnen

Na drie onzekere dagen, hebben we een avondafspraak bij onze vaste gynaecoloog. Dat geeft mij nog even de tijd om vast te houden, al snijdt de onzekerheid zachtjes in mijn vel. Ik ben nog niet klaar om los te laten, al voel ik tegelijk dat dit aan het gebeuren is. Bij elk toiletbezoek druppelt het besef meer door. Mijn hoofd zal mijn lichaam moeten volgen. Ik laat het komen en stromen: bloed, angstzweet en tranen. Het ziet er niet goed uit. Het voelt niet goed. Dat deel ik ook met de mensen rond mij. Om de klap wat zachter te maken, vooral voor mezelf.

Tijdens onze autorit naar het ziekenhuis klinkt er stilte. Stilte en storm in ons hoofd. Als ik uitstap op de parking, voel ik iets raars tussen mijn benen. Ik houd het even voor mezelf, in shock. Het vruchtje, en dus ook het verdict, is wellicht net gevallen. Angst en schaamte overvallen mij. Ik krijg deze boodschap nog niet over mijn beschaamde lippen, dus blijft alles daar nog even verborgen. Tot ik een toilet vind om in te vluchten, terwijl mijn vriend ons aanmeldt bij het onthaal. Wat moet ik verwachten? Wat krijg ik te zien?

LEES OOK > Je kindje verliezen: als vreugde omslaat in verdriet

Zwangerschapsverlies

De vrucht van onze liefde. Daar ligt ze, op de pechstrook van mijn onderbroek. Het lijkt op een klein stukje moederkoek. Duizend vragen weerkaatsen tegen de witte muren van het toilet. Is dit onze baby? Herken ik een kindje? Zou ik eraan voelen, een foto nemen of het meenemen in mijn handtas? Of is dat raar? Doorspoelen dan maar, samen met de vragen die mij overspoelen. Zonder goed na te denken of te voelen, gooi ik dit stukje van mezelf in het toilet. Alsof ik het enige tastbare bewijs van dit miskraam wil laten verdwijnen. Ik heb instant spijt als ik op de knop duw. Spoelde ik nu net mijn kind door?

‘Zonder goed na te denken of te voelen, gooi ik dit stukje van mezelf in het toilet. Alsof ik het enige tastbare bewijs van dit miskraam wil laten verdwijnen.’

Had ik maar geademd, gevoeld, geliefkoosd. Had ik maar even gezegd tegen dit kindje dat het goed was. Dat ik niet kwaad ben, wel verdrietig. Dat ik dit zieltje alle liefde en geluk wens, al kiest het om niet langer bij ons te zijn, om welke reden ook. Had ik het maar een plekje kunnen geven. In onze tuin. In ons gezin. In aanwezigheid. Bij ons. Dat gevoel lijkt nu koelbloedig doorgespoeld. Ik weet dat de warme intentie telt, dus die zal zeker bovendrijven. Maar iets tastbaars had troost kunnen bieden. Zingeving. Die nood is er, is nodig.

Zingeving

Ik zoek nu zingeving in andere dingen. Ik bombardeerde het roodborstje tot symbool voor dit kindje. Op de ochtend van mijn miskraam, vroeg ik naar dit vogeltje: als teken dat alles oké was met het leven in mijn buik. Ik kreeg er geen te zien. Diep vanbinnen verwachtte ik dus slecht nieuws. Dat was ook zo. Ik hoopte de dagen na ons zwangerschapsverlies op een roodborstje in de tuin, als troost. Ik kreeg er geen te zien. Mijn gedachten en gevoelens vlogen alle kanten uit. Ik liet mezelf toe om alles even te laten zijn. Om te zakken, met wat er is. Zijn. Zitten. Zien. Zonder veel te doen. Dat was (al moeilijk) genoeg.

Het duurde meer dan een week, voor er een roodborstje langs kwam: nét op de dag waarop onze eerste zwangerschapsecho gepland stond. Niets speciaals, kan je denken, want er zitten geregeld roodborstjes in onze tuin. Al spotte ik er geen enkel, sinds ons miskraam. Toeval? Dat kan. Al geloof ik graag van niet. Ik put daar troost uit. Toen het daar zat, op ons tuinhek en op ons terras, keek het nieuwsgierig naar binnen. Het draaide zijn kleine kopje en maakte zijn borst groot. Precies of het wilde zeggen dat het oké was. Dat alles oké was.

‘Rood symboliseert opnieuw meer dan dood. Het staat voor liefde en hoop. Voor het leven.’

Roodborstje

Rood symboliseert nu opnieuw meer dan dood. Het staat voor liefde en hoop. Voor het leven. Voor roodborstjes, en hun symbolische betekenis: ‘Het roodborstje steekt trots en moedig zijn rode borst vooruit, in de vorm van een hart, zodat iedereen het kan zien. Het helpt je groeien, veranderen en vol passie en wilskracht leven. Het roodborstje vraagt je om hobbels op de weg te bekijken vanuit een liefdevol hart en na te denken over de les die je hieruit kunt halen. Om sneller te helen.’

Ik voel stilaan opnieuw kleine gelukjes, zoals een roodborstje in de tuin of mijn zonen die zich tegen elkaar nestelen in bed. Dan geloof ik graag dat er een extra paar vleugels over hen waakt, over ons hele gezin. Waar of niet waar, dat maakt weinig verschil. Ik put daar troost uit, dat maakt veel verschil.

Dit kindje is en blijft er altijd bij, als een deel van ons gezin en van mij. Wij kunnen dit!

LEES OOK > Kinderpsycholoog Jasmine Luycx: ‘Spreek over je overleden kind, want ook dat is een deel van jullie verhaal’

Volg Rien op Instagram voor meer eerlijke verhalen rond zwangerschapsverlies en het ouderschap.

Volg de Gezinsbond ook op FacebookTwitter en Instagram om op de hoogte te blijven van nieuwtjes en activiteiten. Lid worden van de Gezinsbond kan hier.

Gepubliceerd op: 20/03/2023, laatste update op: 13/06/2023