Met jeugdauteur en opa Marc de Bel een boom opzetten over opvoeding, er zijn ergere manieren om je zaterdag door te brengen. Vader van vier, grootvader van twaalf en schoolmeester op rust, het kan niet anders of zo iemand stroomt over van wijze raad. Dat blijkt ook, al blijft de schrijver als steeds zijn relativerende, humoristische zelf en dus weerklinken er geregeld smakelijke lachsalvo’s. Zeiden we al dat er ergere manieren zijn om een zaterdag te spenderen?
Moeder, vader zult gij eren??
‘Je kinderen zijn je kinderen niet’, zegt Marc bij wijze van opener. ‘Het zijn niet mijn woorden, maar die van Kahlil Gibran, en hij heeft overschot van gelijk. Ik zie het zo: wij, de ouders, zijn de bogen, de kinderen zijn de pijlen. Je kan ze lanceren, maar ze moeten hun eigen vlucht volgen.
En ook: je moet ze heel veel liefde geven zonder liefde terug te eisen.
Mijn tenen gaan altijd een beetje krullen bij dat ene tiende gebod dat zegt: “Moeder, vader zult gij eren.” Hallo? Je zal maar een vader of een moeder hebben die aan de zuip is en je elke dag verrot slaat — of erger nog: jou misbruikt. Die mensen zou je dan moeten eren, want anders bega je een doodzonde? Nee, nee, nee. Ik dacht het niet. Kinderen zijn hun ouders niets verplicht.’
LEES OOK > Voor Marc de Bel is duurzaamheid een must: ‘Ik leef zonder auto of smartphone’
Geen zaken mee
Het is een visie die in schril contrast staat met hoe het er vroeger aan toeging. ‘Ik heb een paar vrienden die homoseksueel zijn, en ik kan je verzekeren dat die hebben afgezien. Hun moeder was meestal nog enigszins mild toen ze met hun geaardheid naar buiten kwamen. Hun vaders daarentegen wilden niet meer tegen hen spreken. Verbijsterend vind ik dat.
Eigenlijk is er maar één vraag die je je kind kan stellen als het met zulk nieuws komt: ben jij gelukkig? En of dat nu als hetero, homo, lesbo of nog iets anders is: so what?! Maar toen ik nog een klein manneke was, werd homo gebruikt als scheldwoord. Vreselijk.
Dat is gelukkig verbeterd, de laatste dertig jaar. Niettemin zijn er ook nog heel wat mensen van mijn leeftijd die het niet begrepen hebben. Als je hen vraagt hoe ze zouden reageren op het nieuws dat hun kind voor iemand van hetzelfde geslacht valt, dan is het antwoord meestal: “Goh, ik zou dat aanvaarden.”
Ja zeg, dat is dus het verkeerde antwoord, hé. Het impliceert dat een andere geaardheid nog altijd niet als normaal wordt beschouwd. Ik ben daar heel fel in: er is verdorie niets te aanvaarden! Het is wat het is, en in wezen heb je daar zelfs geen zaken mee, ook niet als ouder.’
Confituur
‘Hoe wij zelf onze kinderen hebben opgevoed? Daar kan ik eigenlijk kort over zijn: heel vrij, maar consequent én eerlijk. Wij hebben nooit gelogen tegen onze kinderen. En dus konden we ook van hen eisen – en nu nog steeds – dat ze niet liegen.
Van onze vier kinderen heeft er één een keertje gelogen. Eén keer, en dat was het. Mijn vrouw had confituur gemaakt. Je moet dat een tijd laten afkoelen, met een handdoek erover, zodat er geen vliegen aan kunnen. Onze vier koters liepen natuurlijk te likkebaarden. Wij zeiden klaar en duidelijk: ‘Afblijven. Anders komen er kiemen in en dan begint het zaakje te schimmelen en dat willen we niet.’
Tien minuten later stap ik de keuken in en zie ik dat die handdoek daar maar halfstok ligt. Bij nadere inspectie zie ik in één van de bokalen kindervingers staan. Hup, ik naar onze tweeling, die in de tuin aan het spelen was. ‘Wie van jullie heeft aan de confituur gezeten?’ Ze waren oprecht verrast en ontkenden stellig. Je kent je kinderen en ik wist: die zijn het al niet. Onze dochter, de oudste en een hele brave, viel ook koud uit de lucht.
‘Ik heb altijd tegen mijn kinderen gezegd: niet komen omdat je je verplicht voelt, maar omdat je goesting hebt’ – Marc de Bel
Er bleef dus maar één verdachte over: de oudste zoon, toen vijf jaar oud. Hij was op ’t straat aan het spelen. Ik stapte op hem af en stelde hem dezelfde vraag als zijn broers en zus. “Neu…” klonk het wat nonchalant. Door de manier waarop hij ontkende, wist ik hoe laat het was.
“Ik ga het je nog één keer vragen”, zei ik. “Heb jij aan de confituur gezeten?” Hij draaide zich om en antwoordde: ‘Ja, papa’. Hij kon ook moeilijk anders, want zijn gezicht was één en al confituur. (proest het uit) Toen mocht ik natuurlijk niet in de lach schieten, maar dat beeld van hem en de confituur rond zijn mond, dat vergeet ik nooit.’
Ik heb hem geen straf gegeven. Hij had eerst gelogen, maar trok ook snel zijn staart in, dus liet ik het zo. Ik heb hem natuurlijk wel ingepeperd dat hij nooit meer mocht liegen. Hij had zijn lesje geleerd.’
LEES OOK > De nieuwe tekenaar van Jommeke: ‘Word niet te snel volwassen, kreeg ik als advies’
Hijgtelefoon
En of hij zijn lesje geleerd had, zo zou later blijken.
‘Diezelfde zoon was als puber het soort kadee die vijf kapotte bromfietsen mee naar huis bracht om er dan één werkende van te maken’, ratelt Marc verder. ‘Van zodra hij 16 was, had hij zo’n mobylette onder zijn kont natuurlijk. Daardoor beperkte zijn fuifleven zich niet tot ons dorp, maar kon hij ook naar Oudenaarde trekken, acht kilometer verderop, of naar Deinze of Waregem.
Hij mocht van ons uitgaan, maar we hadden één duidelijke afspraak: hij moest om 1 uur thuis zijn. Je wil niet ’s nachts telefoon krijgen en ontdekken dat zijn bed leeg is. ‘Eén keer vijf minuten te laat en je krijgt een maand huisarrest’, verzekerde ik hem. Awel, een minuut voor één kwam hij de oprit opgebold. Klokvast.
Tot op een keer de telefoon ging ’s nachts, om kwart voor één. Wij lagen al te slapen. Ik stommel naar beneden en hoor een hijger aan de andere kant van de lijn. “Papa, ik ben het”, klonk het buiten adem. “Ik ga er niet geraken om één uur, ik sta in Kruishoutem op de markt. Mijn mobylette draait niet meer en ik ben al helemaal van Ooike naar hier gestapt.”
“Het is goed dat je gebeld hebt”, zei ik, waarop hij die laatste drie kilometer naar huis ook nog te voet heeft gedaan.
Mijn zoon wilde wel eens opwerpen dat het op die fuiven pas leuk werd om 1 uur ’s nachts. “En dan moet ik naar huis.” Nadat hij mij die nacht verwittigde dat hij te laat zou zijn, heb ik hem een uur extra gegeven. Man, je had zijn gezicht moeten zien. Pure vreugde.’
In de schuld
De vier koters van weleer hebben intussen zelf een nageslacht, samen twaalf koppen sterk. Wat is het verschil is tussen vader en grootvader zijn, willen we nog weten.
‘Het is gemakkelijker. Als ze in hun broek gescheten hebben, kan je de mama of de papa roepen’, antwoord Marc droog. ‘Als er nu eentje op mijn schoot zit en ik ruik iets, dan zeg ik: “Pak hem maar over!” Mie, mijn vrouw, zal gemakkelijk zelf die pamper verversen. Ze zegt: “Een moeder, dat ben je voor altijd.” En ze heeft gelijk. Dat geldt minder voor vaders, vind ik.
Weet je, wij hadden een huis in Frankrijk, maar we hebben dat vorig jaar verkocht omdat de afstand te groot werd. Ik zou makkelijk zes maanden per jaar in Frankrijk kunnen zitten, Mie niet. Die mist de kleinkinderen en het sociaal contact. Misschien zijn er vaders die dat ook niet kunnen, maar ik zou daar geen moeite mee hebben.
Mijn ouders eisten van hun zes kinderen dat ze elke zondag opdraafden. En als je er een keertje niet geraakte, kreeg je dat zonder pardon doorgestoken en dan had je het gevoel in de schuld te staan. Ik ben van een andere leer: ik vind dat je dat niet kan eisen, en ik pak het dus bewust heel anders aan. Ik heb altijd tegen mijn kinderen gezegd: niet komen omdat je je verplicht voelt, maar omdat je goesting hebt. Dat gezegd zijnde, moet ik toegeven dat ze gráág en vaak komen. Ook de kleinkinderen.’
LEES OOK > De rol van de smartphone in de opvoeding: heeft de gsm opvoeden moeilijker gemaakt dan vroeger?
Opie onder de douche
Je weet het of je weet het niet, maar Marc is een fervent voetballer. Altijd al geweest. En het is een microbe die in de familie rondwaart.
‘Ik ga zaalvoetballen met mijn zonen en kleinzonen. Dat is fantastisch. Ik vond het destijds al heerlijk om te sjotten met mijn zonen, maar met mijn kleinzonen is nog eens zo leuk. Als ik aankom, is het van opie hier en opie daar, maar eens de match begint, vallen de geplogenheden allemaal weg. Dan lopen we te vloeken als ketters tegen elkaar: “Allez, ik sta hier alleen, geef die bal toch af!”
Mijn vrouw gaat altijd mee kijken, en de eerste keer schrok ze van het animo op het veld. Maar na de match staan we allemaal samen in de douche en dan is het weer van opie. Dan ben ik weer de grootvader. Heel raar, maar ik vind het heerlijk.’
Er is overigens nog een ander beestje dat de hele clan in het bloed heeft zitten. Het heeft een naam: de moestuin. ‘Onze voetbalsessies doen ook dienst als uitwisselingsmoment. Mie ruilt dan prei, aardappelen en wortelen uit onze tuin voor ander lekkers uit de tuin van de kinderen. Iedereen content.’ (lacht)
Rest ons slechts Marc te danken voor een onderhoudend gesprek. En hem smakelijk eten te wensen, natuurlijk.
Foto’s: Kristof Ghyselinck
MEER WETEN? Op belirium.be lees je meer over Marc de Bel en zijn amusante theatervoorstelling die kinderen stimuleert om te worden wie ze zijn. En die tussendoor duidelijk maakt dat pesten fout is.
Dit artikel verscheen eerst in het Magazine voor GROOTouders (nr. 19, 2023). Ook ontvangen? Schrijf je dan in voor het magazine en de bijbehorende nieuwsbrief. Volg de Gezinsbond ook op Facebook, Twitter en Instagram om op de hoogte te blijven van nieuwtjes en activiteiten. Lid worden van de Gezinsbond kan hier.
Gepubliceerd op: 11/12/2023, laatste update op: 04/06/2024