Moeten we jeugdschrijver Marc de Bel (69) – zelf nog altijd een beetje een kwajongen – nog voorstellen? Tuurlijk niet. De man is een begrip in onze contreien. We treffen hem op een mooie nazomerse dag aan zijn terrastafel, waar hij vlinders zit te tellen en zich laaft aan een late septemberzon. Hij is een natuurmens pur sang. Het mag niet verbazen dat voor Marc de Bel duurzaam leven een leidmotief is. En dat zullen ook zijn kleinkinderen geweten hebben.
Eeuwige kwajongen
Kwestie van je niet langer te laten branden van nieuwsgierigheid: met tientallen zijn ze, die vlinders, en Marc vindt het een feest.
Of we bang zijn van honden, vraagt hij aan de fotograaf en ondergetekende. ‘Neen’, antwoorden we in koor, waarop de schrijver zijn twee loebassen bevrijdt uit het huis. We worden enthousiast begroet. Zéér enthousiast.
‘Toen ik gisteren hier vlakbij in het Lozerbos ging wandelen met de honden kwam ik drie fietsende kinderen tegen’, vertelt Marc. ‘Onder hen ook een jonger meisje, dat een beetje bang aan de kant ging staan. “Deze hier is een wolf, maar je moet niet bang zijn, want hij heeft net nog Roodkapje opgegeten, dus zijn grootste honger is gestild,” zei ik haar.’
De schrijver schiet in de lach. Ziedaar de eeuwige kwajongen aan het werk. De deugnieterij spat uit zijn ogen. Een deugnieterij die we overigens nog een paar keer de sympathieke kop zullen zien opsteken. Maar goed, over naar het leven van alledag en hoe het duurzaam te slijten.
Biologische tuin
‘Mie, mijn vrouw, heeft nog een auto, maar ik niet meer’, steekt Marc van wal. ‘Ik doe alles met de fiets. En als ik een verre afspraak heb, voert Mie mij erheen. We hebben jaren geleden een zwaar ongeval gehad op de E17 en sindsdien heb ik rij- en verkeersangst. Mij krijg je niet meer achter het stuur. Er is trouwens nog iets heel moderns dat ik niet gebruik: een smartphone. Zo’n ding is niet aan mij besteed.
‘Als ze hun brommertje nemen voor een korte afstand, roep ik mijn kleinkinderen tot de orde’ – Marc de Bel
Veel belangrijker nog is onze levensstijl. We eten zeer weinig vlees, misschien hoop en al drie keer per maand. En áls we dan toch eens voor vlees kiezen, is het van biologische oorsprong. Alle groenten en fruit komen uit onze eigen biologische tuin. We hebben een grote moestuin en een boomgaard.
Ik heb kleinkinderen die resoluut vegetarisch zijn. Ik moedig hen bij herhaling aan elke maand minstens een stukje salami te eten. (glimlacht) Waarom? Omdat ik niet wil dat ze fanatiek worden. We zien in de wereld rondom ons vaak genoeg waartoe fanatisme leidt. Daar moeten ze waakzaam voor zijn, vind ik.’
LEES OOK > 20 kleine groene tips om thuis een duurzaam verschil te maken
Van kringloop tot rommelmarkt
‘Weet je dat ik nooit nieuwe kleren koop? Ik haal alles in de kringloopwinkel.’ (legt zijn voeten ostentatief op tafel) ‘Zelfs mijn schoenen. Kijk, dat zijn toch perfecte sneakers? Ze hebben mij 5 euro gekost. Ze zijn ook twee maten te groot, maar geen kat die dat kan zien, hé!’ (lacht smakelijk)
‘Boeken, dat is nog zoiets. Ik ben pas nog naar de rommelmarkt geweest in Zingem. Ik zie daar dan prachtige exemplaren, over kunst, over geschiedenis, over de Egyptenaren… noem maar op. Prachtig uitgegeven. Nieuw kosten die vlot tachtig euro en ik tik ze dan op de kop voor drie euro. Ik kan ze gewoon niet laten liggen.
Idem met de plaatselijke bibliotheek die een opkuis hield. Voor mij is dat een pretpark. Eén euro per boek! Tja, ik ga dan naar huis met vijftien exemplaren. Daar kan ik zó van genieten.
Ook van het feit dat het een duurzame aankoop is en dat je boeken een tweede of wie weet hoeveelste leven geeft. Ik vroeg aan de bibliothecaris wat er gebeurt met wat overblijft. “Die gaan in de papierversnipperaar”, was het antwoord. Jong, daar heb ik dan oprecht hartzeer van.’
Melk in plastic flessen
Of hij dan nooit eens een ecologisch steekje laat vallen? Toch wel, en dat wringt zelfs bij de Bel. ‘Wij kopen nog altijd melk in plastic flessen. Ze is dan wel 100% biologisch, maar toch. Plastic is een van de grootste problemen in de wereld. De oceanen zijn ervan vergeven. Daar voel ik mij dus wel schuldig over. Maar ik kan geen koe houden, dat is gewoon té veel werk geworden.
Vroeger, toen Mie en ik pas getrouwd waren, hadden we vijf geiten. We maakten kaas van hun melk en verkochten die ook. In die tijd was dat geld nog erg welkom, want ik had een onzeker bestaan in het onderwijs, zeker in die beginjaren, en er waren hier zes monden te voeden.
‘Zelfs mijn schoenen zijn tweedehands: twee maten te groot, maar geen kat die het ziet’ – Marc de Bel
Bon, het is wat het is. Mie en ik hebben allebei graag een beetje melk in onze koffie en dus zondigen we op dat vlak. Voor de rest leven we wel heel bewust en dat proberen we ook door te geven aan ons nageslacht.
Als we met z’n allen bijeenkomen, mogen de kleinkinderen niet van tafel als er ook nog maar één rijstkorrel op hun bord ligt. En dat weten ze deksels goed. Drie van de twaalf kleinkinderen brengen ook al een lief mee en die krijgen van hetzelfde laken een pak.
Ik zeg het elke keer opnieuw: “Wat je op je bord schept, eet je op.” Halverwege de maaltijd doe ik mijn ronde. Ze wéten dat natuurlijk, ondertussen. En dan is het van “Opie is daar, Opie is daar! We moeten zorgen dat ons bord leeg is!”’ (grijnst)
LEES OOK > Warme oproep: steun De Warmste Week en laat kinderen opgroeien zonder zorgen
De orde van de eikenboom
Marc beseft maar al te goed dat het niet goed gaat met onze planeet, met Moeder Aarde en de natuur. Hij verwacht ook dat er ons nog pittige tijden te wachten staan.
‘Wij hebben het verkloot — met wij bedoel ik onze generatie — maar we hebben niet meer de tijd om dat zelf goed te maken. Dat zullen onze kleinkinderen moeten doen. Ik ben geen complete pessimist hoor. Ik denk dat er echt wel een kentering zal komen, maar niet zonder slag of stoot.
De rijke smeerlappen in deze wereld gaan echt over lijken. Kijk maar naar bedrijven als Monsanto. Het zal pas kantelen als dat soort grote concerns rijker kan worden van gezonde dingen dan van ongezonde dingen. Als ze daar een euro meer mee kunnen verdienen, zullen ze de eerste zijn om de smeerlapperij buiten te gooien. Zo cynisch is het.
Ik ben een grote fan van Jane Goodall. Zij heeft mij als enige in de wereld tot Ridder voor Jeugd, Dieren & Natuur in de Orde van de Eikenboom geslagen, voor mijn inzet voor kinderen, dieren en natuur. Daar ben ik ontzettend trots op. Het was Jane die mij zei: “Binnen honderd jaar zullen mensen vol ongeloof terugkijken op deze tijd, zich afvragend hoe het in hemelsnaam mogelijk was dat wij gif spoten op ons eigen voedsel.” Dat is de nagel op de kop. Het zal het voorstellingsvermogen van toekomstige generaties te boven gaan, omdat ze véél beter zullen weten.’
LEES OOK > Opa Marc de Bel: ‘Kinderen zijn hun ouders niets verplicht’
‘Een beetje’ is onzin
Marc en zijn kleinkinderen, dat blijft een beetje plagen op tijd en stond. Als hij de kans krijgt om een liefdevol prikje uit te delen, zal hij niet aarzelen.
‘Af en toe moet ik ze tot de orde roepen. Dan doen ze iets waarvan ik zeg: “Allez, serieus?!” Ze nemen bijvoorbeeld hun brommertje of de auto voor een korte afstand, in plaats van te voet te gaan of de fiets te gebruiken. “Ja, maar voor die ene keer is dat toch niet erg. Zo’n beetje kan geen kwaad”, is dan het adagium.
Ze kennen mijn antwoord ondertussen: “Een beetje, dat is onzin.” Je kan ook niet een beetje zwanger zijn. Of een beetje verliefd. Ik geloof niet in een beetje. Het is zoals met opvoeden: je moet eerlijk én consequent zijn. Dat zijn voor mij de twee essentiële pijlers. En eigenlijk geldt dat ook voor duurzaam leven. Maak jezelf geen blaasjes of fabeltjes wijs, en wees consequent. Maar… niet fanatiek.’ (knipoogt)
Foto’s: Kristof Ghyselinck
MEER WETEN? Op belirium.be lees je meer over Marc de Bel en zijn amusante theatervoorstelling die kinderen stimuleert om te worden wie ze zijn. En die tussendoor duidelijk maakt dat pesten fout is.
Dit artikel verscheen in november 2023 in De Bond, het ledenblad van de Gezinsbond. De Bond kan ook bij jou (gratis!) in de bus vallen. Het enige wat je hoeft te doen, is lid worden. Nieuwtjes en activiteiten van de Gezinsbond meevolgen kan ook via Facebook, Twitter en Instagram.