‘Ouderen vallen vaak uit de boot als het om psychologische hulp gaat’, zegt psycholoog Sien Duquennoy. In haar opleiding kwam die levensfase nagenoeg niet aan bod. Het leven, en wat dat soms aan moeilijke dingen in petto heeft, stopt nochtans niet met het ouder worden. Dat merkt Sien elke dag tijdens haar gesprekken met ouderen.
Sien Duquennoy is psycholoog en werkt in een Gents initiatief voor ouderen. Daar begeleidt ze zowel bewoners van woonzorgcentra als ouderen die nog thuis wonen.
Sien deed haar stage als psycholoog in de ouderenzorg. Niet haar eerste keuze – onbekend maakt onbemind – maar het werd een verrassend boeiende ervaring. Als afgestudeerde aarzelde ze dan ook niet om te solliciteren bij het toen nog jonge Gentse project. Intussen hebben alle woonzorgcentra in Gent minstens een halftijdse psycholoog in dienst en vanuit de elf lokale dienstencentra zijn er zeven psychologen voor thuiswonende ouderen.
Niet zot
Het project, gestart in 2008, bleek meteen een schot in de roos. ‘Ouderen zijn het niet gewoon om naar een psycholoog te gaan’, vertelt Sien. ‘Soms hebben ze nog het idee dat die er alleen is voor wie “zot” is, maar we doen er alles aan om de drempel zo laag mogelijk te maken. En dat werkt.
Ouderen worden voor psychologische hulp vaak over het hoofd gezien. Herinner je het financieringsbeleid van minister Maggie De Block enkele jaren geleden. Dat voorzag terugbetaling van consultaties bij een psycholoog tot vijfenzestig jaar. Hoewel het intussen is bijgestuurd, zegt het toch veel over hoe er gediscrimineerd wordt op basis van leeftijd. Een onrecht dat weinig aandacht krijgt.
Vaak beginnen mensen het gesprek verontschuldigend: “Ik weet niet of het erg genoeg is om daarvoor bij jou te komen.” Terwijl wij er uiteraard niet alleen zijn voor zware problemen. Ik hoop dat een bezoek aan de psycholoog ooit even gewoon wordt als naar de huisdokter gaan, ook voor ouderen.’
Rouw als rode draad
Dé oudere bestaat niet en de waaier aan zaken waarmee mensen bij de psycholoog aankloppen is al even divers. ‘Het gaat om een diversiteit aan persoonlijkheden, die leven in uiteenlopende situaties, met een eigen verleden dat hen maakte tot wie ze nu zijn. Sommigen maken zich zorgen over hun kinderen, of over kleinkinderen die met slechte vrienden optrekken. Of koppels die ineens dag in, dag uit samen thuis zijn – zeker nu met corona – werken elkaar op de zenuwen en krijgen ruzie.’
Toch is er een thema dat bij ouderen meer aan de orde is dan bij de doorsnee bevolking. ‘Rouw in de brede zin van het woord is een rode draad in veel hulpvragen’, merkt Sien op. ‘Geliefden sterven en iemand moet na vijftig of zestig jaar huwelijk alleen verder. Het vertrouwde huis wordt te groot of is niet aangepast en dat betekent verhuizen naar een appartement, serviceflat of woonzorgcentrum.
‘Ik hoop dat een bezoek aan de psycholoog ooit even gewoon wordt als naar de huisdokter gaan’
Maar ook een lichaam dat je steeds meer in de steek laat of een geheugen dat het laat afweten zijn rouwervaringen. Om nog te zwijgen over het (beroeps)actieve leven dat wegvalt en het netwerk dat daarbij hoort. Of de kleinkinderen die toen ze klein waren elke middag kwamen eten, maar nu verder studeren en het druk hebben. Als ze de kleinkinderen nog maar weinig zien, doet dat verdriet.
In al die ingrijpende veranderingen een nieuw evenwicht vinden, is niet simpel. We beseffen in het algemeen te weinig met hoeveel veranderingen en verlies ouderen in het reine moeten komen. Ze hebben ook meer tijd om na te denken en vragen zich af: “Wat kan ik nog betekenen? Is dit nog een zinvol leven? Wie ben ik als ik dat allemaal niet meer kan?”
Ook vragen over levenseinde komen aan bod. En bij een palliatieve diagnose staan wij paraat om te luisteren naar de vragen en angsten. Ik heb ook al enkele mensen begeleid die voor euthanasie kozen.’
LEES OOK > De eerste maanden met pensioen: lonkt het zwarte gat?
De muren oplopen
‘Het wordt vaak als normaal beschouwd dat je als oudere wat depressief bent of pijn hebt. Maar dat is niet normaal, en voor veel zaken is er hulp mogelijk. We kunnen natuurlijk niet alles zomaar oplossen. Maar mogen vertellen waar je mee zit, serieus genomen worden, horen dat ook andere mensen met hetzelfde worstelen … is vaak al een opluchting en geruststelling.
We kunnen mensen ook de weg wijzen in het aanbod waar ze beroep op kunnen doen. Als je thuis de muren oploopt omdat je de hele dag niemand ziet bijvoorbeeld dan kan het al veel betekenen om opgehaald te worden en ’s middags in een dienstencentrum te gaan eten. En voor wie de zorg voor de partner niet meer kan dragen, geeft dagopvang vaak ademruimte. Dan zijn wij er om de zorgende partner aan te moedigen om die stap te zetten. Want velen voelen zich daar schuldig over.’
Een ander mens
Als psycholoog kan je voor ouderen echt een verschil maken, zo merkt Sien. ‘Soms komen er onverwerkte trauma’s naar boven die een leven lang verzwegen werden.
Zo had ik onlangs een vrouw op consultatie die op haar veertiende verkracht werd en dat nog nooit tegen iemand had verteld, ook niet tegen haar intussen al overleden man. Een meisje dat op de radio vertelde dat ze therapie volgde, gaf haar het duwtje om te komen. Ze vertelde aan één stuk door, ik heb vooral geluisterd. Een week later belde ze me op: “Ik ben een ander mens, ik snap niet dat ik daar zestig jaar mee gewacht heb!” Ze had haar verhaal intussen ook aan haar buurvrouw verteld, de drempel was genomen.Triest dat ze er zolang mee gelopen heeft, maar mooi dat het nu wel kon.
Het besef dat de tijd die rest beperkt is, doet mensen soms de stap zetten. Ze willen alsnog in het reine komen met iets. Soms wordt contact dat al jarenlang verbroken is, alsnog hersteld en kunnen wij daar een rol in spelen.
Al lukt dat niet altijd. In het woonzorgcentrum was een man die al dertig jaar geen contact meer had met zijn kinderen. Die wilden hem zien, maar vader weigerde. Hij zag die stress niet zitten. Bovendien waren ze al zolang uit zijn leven dat hij ermee had leren leven. Ook dat moet gerespecteerd worden.’
Blijven piekeren
‘Als ik verdriet heb zegt mijn kleindochter: “Wat doen we verkeerd? We zijn altijd met u bezig.” Maar dat verdriet komt gewoon op … Ik zou het ook liever niet hebben, maar ik kan er niets tegen doen. De eerste keer dat psycholoog Katrien hier kwam, dacht ik: “Ik ga niets zeggen, zij moet dat allemaal niet weten.” Maar ik begon te vertellen en ben blijven vertellen. Na een gesprek bij de psycholoog voel ik me altijd wat ongemakkelijk omdat ik dat allemaal gezegd heb. Het is ook lastig om alles op te rakelen wat je anders aan niemand vertelt. Maar de dag erna voel ik me opgelucht. Ik merk dan dat ik veel bijgeleerd heb en er echt iets aan heb. Vroeger was naar een psycholoog gaan iets voor wie “gek” is. Terwijl je juist “zot” wordt als je in je eentje blijft denken en piekeren over iets.’ — Viviane (75 jaar)
Geen gevoelens wegduwen
‘Mensen zeggen wel eens: “De buurvrouw kan toch ook luisteren, waarom zou ik bij een wildvreemde mijn verhaal doen?” Uiteraard is er niets mis met je hart luchten tegen de buurvrouw, integendeel. Maar je omgeving zal sneller meegaan in jouw verhaal, met het gevaar dat je in cirkelredeneringen belandt die je niet vooruithelpen.
Als professionele hulpverlener kunnen wij de blik verruimen, duidelijk maken dat er ook andere manieren zijn om ernaar te kijken en ermee om te gaan. En we hebben ons beroepsgeheim, dat maakt voor veel mensen het verschil. Bij een kennis weet je nooit zeker of die niet, per ongeluk, je verhaal aan iemand anders vertelt.
Velen willen trouwens hun eigen kinderen niet lastigvallen met hun problemen. En kinderen blokken moeilijke gevoelens soms af omdat het hen te dicht op de huid zit. Omdat het hen zelf ook verdriet doet en ze zich machteloos voelen, zeggen ze misschien: “Je moet niet kwaad zijn!” Of: “Stop met wenen!” Tijdens het gesprek met een psycholoog wordt geen enkel gevoel of emotie weggeduwd. Want emoties vermijden is geen oplossing, integendeel.’
Eenzaamheid
‘Soms zien wij mensen die hun hele leven tussen de mazen van de hulpverlening zijn gevallen. Zo kwam een man bij mij omdat hij eenzaam was en niet wist hoe hij sociale contacten moest leggen. Het werd me vrij snel duidelijk dat hij autisme had. Hij was zestig jaar en had nooit de diagnose gekregen. Wel had hij al verschillende lange periodes in de psychiatrie doorgebracht met een depressie.
Absurd dat hij al die jaren niet was begeleid voor zijn autisme. Hij was bij zijn ouders blijven wonen tot hun dood, had geen broers en zussen of familie. Zijn enige contact was een keer per week de kassierster in de supermarkt.
We hebben hem via de Vlaamse Vereniging Autisme op weg geholpen en voor een buddy gezorgd om samen dingen te doen. Buiten zijn buddy en mij had hij niemand. Echt helemaal niemand. Dat kan je je toch niet voorstellen?’
Grote behoefte
‘Sommige mensen komen één keer en kunnen dan weer voort. Anderen volgen een traject en komen om de vier tot zes weken. Vaker kan niet om wachtlijsten te vermijden. Als er meer gespecialiseerde hulp nodig is, verwijzen we door.’
Tot op vandaag blijft Gent uniek met het aanbod van gratis, laagdrempelige psychologische hulp voor ouderen. ‘Terwijl er echt behoefte aan is. Mensen leven langer en het gaat om een grote groep waar weinig aandacht voor is. Wellicht zal dat veranderen als de volgende generaties, die het wel gewoon zijn om bij een psycholoog langs te gaan, ouder worden. Ik hoop het.’
Meer weten
Kopzorgen verdienen zorg op elke leeftijd. Van een luisterend oor tot psychologische hulp. Zorg op maat is misschien moeilijk te vinden, maar de huisarts kan je zeker verder helpen. De Vlaamse Ouderenraad vraagt om te investeren in geestelijke gezondheidszorg voor ouderen. Lees er meer over op kopzorgen.be.
Illustratie: Stef Rymenants
Dit artikel verscheen eerst in het Magazine voor GROOTouders (nr. 12, 2022). Ook ontvangen? Schrijf je dan in voor het magazine en de bijbehorende nieuwsbrief. Volg de Gezinsbond ook op Facebook, Twitter en Instagram om op de hoogte te blijven van nieuwtjes en activiteiten. Lid worden van de Gezinsbond kan hier.
Gepubliceerd op: 04/04/2022, laatste update op: 23/08/2023