Je kinderen veilig in het verkeer loslaten, het is stressen voor ouders – en voor grootouders. Je wilt ze zo graag behoeden voor alle gevaren op de weg. Maar je kunt ze niet onder een stolp zetten, weet ook oma An. In deze column deelt ze haar gedachten en gevoelens.

Toen onze kinderen klein waren en ik op zaterdagavond sirenes van een ziekenwagen hoorde, was ik blij dat zij veilig in hun bed lagen. Ik besefte dat de tijd zou komen dat zij vaak onderweg zouden zijn zonder ons, en dan met elk ziekenwagengeluid de ongerustheid me om het hart zou slaan.

Zo is het ook gegaan. Niet alleen op zaterdagavond trouwens. Ook op ochtenden als ze de deur uit waren naar school, en elk moment dat ze niet thuis waren. Nog een geluk dat ik in Brussel werkte, en dat een ziekenwagen die daar uitrukte niet voor mijn kroost kon zijn. En dat ik die ziekenwagens in onze thuisstad niet hoorde op de meeste weekdagen. Al ben je ook zonder alarmerende sirenes nooit helemaal gerust, tot ze weer thuis zijn.

Pas op!

column oma an: geen veilige stolpDat er je kind iets ernstigs kan overkomen, het is de schrik van elke ouder. Hetzelfde herhaalt zich met kleinkinderen. Nu zit Cato in de bakfiets of in de buggy. Of ze loopt aan de hand van een volwassene om over te steken. Enkel op verkeersvrije paden en plaatsen mag ze alleen stappen.

Maar ooit zal ook zij de weg op gaan. Nu al wil ze op de zeedijk geen handje geven en loop ik de hele tijd te waarschuwen dat ze dan niet van de ene kant naar de andere kant moet lopen, want: ‘Pas op, fietsen!’ en ‘Pas op, Cato!’

Haar bij de kap van haar jas vasthouden – zoals ik soms onopvallend probeer te doen – is geen succes. ‘Neen, oma!!!’

Een kind dat zich kwaad maakt en probeert los te rukken, het is niet veilig. En ik begrijp die vrijheidsdrang ook wel. Dus blijf ik de dijk voor en achter ons in de gaten houden, en blijf ik haar waarschuwen. En als ik dat nodig acht, grijp ik haar vast.

LEES OOK > Checklist: wanneer kan je je kind naast jou laten fietsen in het verkeer?

Paaltje

Zone 30, fietsstraten en autovrije stadscentra zijn een verademing waar we vroeger alleen van konden dromen. Maar verkeer blijft gevaarlijk. En het idee dat je je kleinkind daarin moet loslaten, is beangstigend.

Als Cato leert fietsen, wil ik niet met haar de weg op voor ze het heel goed kan. De leerfase is me te stresserend. Mijn deel van de angsten heb ik gehad met onze kinderen. Die kelk laat ik nu liever aan mij voorbijgaan.

De jongste redde ik destijds, tijdens het prille fietsen, eens van een duik in de parkvijver door hem bij zijn kap te grijpen. Een andere keer was hij zonder mijn tussenkomst een grote weg op gereden, omdat hij ineens zijn remmen niet onder controle had.

Voor een aanrijding met een paaltje heb ik hem niet behoed. Dat had ik lange tijd wel gedaan, maar toen hij bij de zoveelste waarschuwing geërgerd riep: ‘Dat zie ik ook wel!’, heb ik bij het volgende paaltje gezwegen. Waarop hij er pardoes tegen fietste, viel en voor altijd onthield dat hij moest uitkijken.

Wie niet horen wil, moet voelen. En uit je fouten leer je het best. Maar dat kan je in het verkeer niet laten gebeuren.

Ook Cato zal stap voor stap moeten oefenen. Eerst op veilig terrein. Dan met begeleiding, heel voorzichtig, in het verkeer. Om ooit, fietsvaardig, alleen de weg op te gaan. Hopelijk steeds veilig in het verkeer.

Brr, nog niet aan denken. We kunnen ze niet onder een stolp zetten. Ik zou dat nochtans soms heel hard willen.

LEES OOK > Verkeer op kindermaat maakt de weg veilig voor iedereen

Dit artikel verscheen in het Magazine voor GROOTouders (nr. 17, 2023). Ook ontvangen? Schrijf je dan in voor het magazine en de bijbehorende nieuwsbriefVolg de Gezinsbond ook op FacebookTwitter en Instagram om op de hoogte te blijven van nieuwtjes en activiteiten. Lid worden van de Gezinsbond kan hier.

Gepubliceerd op: 12/07/2023, laatste update op: 30/08/2023