Op 1 september trekken meer dan 1,3 miljoen leerlingen naar de basis- of secundaire school. Een veel kleinere groep opent ook opnieuw de boeken, maar dan thuis. Over (t)huisonderwijs bestaan nog veel vooroordelen, onbekend is onbemind. Een leerling en een ouder vertellen waarom het voor hen werkt en hoe ze het aanpakken.

Aan het woord: Lila (14) besliste twee jaar geleden om thuis haar diploma secundair onderwijs te behalen (huisonderwijs). Mama Veerle geeft al vier jaar les aan haar kinderen.

Waarom kozen jullie voor huisonderwijs?

Lila: ‘In de lagere school sloeg ik twee jaar over, ik verveelde me in de klas. Ik ging nog naar de eerste graad in het secundair, maar ook daar vond ik niet genoeg uitdaging. De school deed wel moeite, en ik mocht deelnemen aan het Plato-project voor leerlingen met een leervoorsprong, maar dat was maar een paar uurtjes per week. Ik zat 32 uur op school en had het gevoel dat ik mijn tijd verspilde. Na school was er nog weinig tijd om die dingen te doen die me echt interesseerden. Ik was ook te volwassen voor de leefwereld van mijn klasgenoten. Samen met de school en mijn ouders zocht ik naar alternatieven en kwam uit bij huisonderwijs.’

Veerle: ‘Wij kozen vooral voor thuisonderwijs om als gezin meer tijd samen door te brengen, op weg te zijn en te leven, waarbij leren een onderdeel is. We kozen zeker niet tégen de school. We waren wel tevreden over de school waar onze kinderen naartoe gingen en waar ik zelf lesgaf. Maar de vele uren op school en voor hobby’s gaven het gevoel dat we de opvoeding steeds meer uit handen gaven. Ook de idee van een veilige leeromgeving speelde mee. Heel wat kinderen voelen zich immers niet goed in hun vel op school of worden gepest.’

LEES OOK > Pesten op school: zo zouden jongeren het aanpakken

Hoe pak je huisonderwijs aan?

Veerle: ‘Elk schooljaar kopen we hand- en werkboeken. Ik volg een vrij strikt dagschema van 8.30u tot 15.30u, zoals een schooldag. We nemen ook geregeld vakantie. Als ouder-leerkracht kan ik geen volledig team van leerkrachten vervangen, maar huisonderwijzers leggen eigen accenten. Zo lukt het om onze kinderen geboeid te laten leren en groeien. Voor techniek en wiskunde roepen we al eens de hulp van papa in.’

Lila: ‘Elk vak heeft een leerstoffiche met wat je moet kennen voor de examencommissie. Op basis daarvan zoek ik geschikt leermateriaal. Ik volg een weekplanning van minstens 14 uur, zo heb ik nog tijd om andere dingen te leren. Ik speel accordeon, schrijf graag, zit in een leesgroep, volg cursussen van Amarant over geschiedenis en filosofie en onlinecursussen van Harvard. Ook studeer ik Jiddisch aan de Universiteit Antwerpen. Soms studeer ik in het weekend en neem een dag in de week vrij.’

Mis je in huisonderwijs niet het contact met leeftijdsgenoten?

Veerle: ‘Sociale vaardigheden zijn zeker geen probleem. Onze kinderen leren constant om rekening te houden met elkaar. Ze zijn lid van een sportclub en om de twee weken plannen we met een vijftiental andere “huisonderwijsgezinnen’ een culturele, sportieve of natuuruitstap. Als je dan ziet hoe een hele bende kinderen van nul tot achttien jaar voor elkaar zorgt en van elkaar leert, weet je dat je goed bezig bent.’

Lila: ‘Over het algemeen heb ik me altijd meer thuis gevoeld bij volwassenen. Je vindt niet alleen vrienden in een klas of school. Ik ontmoet overal boeiende mensen met wie het klikt.’

LEES OOK > Een hobby voor je kind? Zo maak je goede keuzes én hou je het plezant

Vinden jullie ondersteuning bij de organisatie van huisonderwijs?

Lila: ‘Financieel gezien zeker niet. Wie huisonderwijs volgt, moet zelf het schoolmateriaal betalen. Je hebt geen recht op studietoelagen en in de toekomst krijgen we ook geen participatiepremie, in tegenstelling tot alle kinderen in een erkende Vlaamse school. Dat is niet logisch. Er is in ons land geen schoolplicht, en voor een aantal leerlingen heeft ons onderwijssysteem geen passend antwoord. Wij voldoen aan de leerplicht, krijgen inspectie en leggen examens af.’

Veerle: ‘De Vlaamse overheid geeft heel wat informatie en de inspectie is aanspreekbaar. We vinden ook steun bij andere ouders. Ik mis wel een vorm van ondersteuning, zoals die van het CLB, bij specifieke leerproblemen.

De examenregeling voor onze kinderen is ook niet ideaal. In het lager onderwijs moeten ze aansluiten bij de eindexamens van een school in de buurt, voor hen een onbekende omgeving. Ze hebben ook maar één kans per jaar om te slagen, terwijl leerlingen op een lagere school meermaals per jaar toetsen hebben. In het secundair zijn er examens per graad, een stuk zwaarder dan per trimester.’

Wat is voor jullie de meerwaarde van huisonderwijs?

Lila: ‘Ik leer nu omdat ik wil leren, niet omdat het moet, en ik kan tijd vrijmaken voor dingen die er voor mij echt toe doen. Mocht ik jaren geleden een school gevonden hebben die meer met niveaugroepen werkt in plaats van jaarklassystemen, dan zat ik misschien nog op school. Maar huisonderwijs biedt me veel; je bent zelf verantwoordelijk voor je leerproces en als je dan op eigen houtje slaagt voor je examens, geeft dat veel voldoening.’

Veerle: ‘Ik kijk als mama én leerkracht ook naar het kind achter de leerling. Zowel thuis als op groepsuitstappen leren de kinderen in een leeftijdsgemengde groep. Huisonderwijs doorbreekt het strakke schema van handboeken waarin elk kind op een bepaalde leeftijd vastgelegde dingen moet kennen en kunnen. Als leerkracht zag ik vaak dat dit niet voor ieder kind werkt. We ervaren nu minder druk. Onze leuze is: “We leven om te leren en we leren om te leven”.’

Dit artikel verscheen in augustus 2017 in De Bond, het ledenblad van de Gezinsbond. De Bond kan ook bij jou (gratis!) in de bus vallen. Het enige wat je hoeft te doen, is lid worden. Nieuwtjes en activiteiten van de Gezinsbond meevolgen kan ook via FacebookTwitter en Instagram.

Gepubliceerd op: 31/08/2017, laatste update op: 15/08/2023