‘”Meester Brecht”, zo noemen ze mij in de buitenschoolse opvang waar ik als kinderbegeleider werk. Ik doe deze job heel graag, want je krijgt er veel voor terug. Telkens ik op de speelplaats loop, voel ik me net een beroemdheid.’ Brecht Verschuere hield een dagboek bij over zijn werk in de buitenschoolse opvang.
Maandag
Op deze Dag van de Arbeid slaap ik lekker lang uit. Talitha, mijn verloofde, is al wakker. Ik blijf het vreemd vinden om mijn vriendin nu mijn verloofde te noemen. Vorig jaar in juli ging ik aan een watervalletje in het Ierse Glendalough op mijn knieën zitten. ‘Toevallig’ had ik een ring mee. We zijn al vijf jaar samen en het voelt helemaal juist aan.
In de namiddag heb ik improvisatietraining bij het theatergezelschap Compagnie Amai. Ieder optreden is compleet anders, want je verzint alles ter plekke met wat het publiek je voorstelt. Al van kinds af aan sta ik graag op een podium, maar vroeger zorgde dat vaak voor stress. Ik legde mezelf voortdurend druk op om te presteren. Bij impro leer je daarentegen dat het oké is om te falen. Schiet er je even niets te binnen, dan heeft je tegenspeler wel iets om verder op te bouwen. De training vandaag verloopt vlot, we werken samen aan een nieuw concept. Ik mag uiteraard nog niet veel verklappen, maar het wordt iets met sprookjesfiguren en therapie.
Dinsdag
Klaverdries, de buitenschoolse opvang van Stad Gent waar ik werk, bevindt zich in Drongen. De kleuters zijn aan het spelen en begroeten me al heel snel. We delen high fives en knuffels. Wat een mooie dag. Na het middageten spelen we buiten. De allerkleinsten genieten intussen van een dutje. En nadat de slapertjes opnieuw naar de klas zijn, is de schooltijd gauw voorbij. Het vieruurtje in de avondopvang is dit keer yoghurt. Omdat er veel zoetebekjes tussen zitten, meng ik er wat honing bij. Ook na het vieruurtje spelen de kinderen verder buiten, want de zon blijft schijnen. Er wordt voetbal en zelfs bowling gespeeld.
Woensdag
Elke werkdag sta ik om zeven uur op, ook al heb ik een late shift op het werk. Talitha begint om acht uur te werken. Om de huishoudelijke taken wat te verdelen, besteed ik mijn voormiddag aan boodschappen doen, de afwas en het eten bereiden. Ik maak het gezellig en draai wat plaatjes. Liefst een goede rock- of metalplaat, dan gaat de afwas snel vooruit. Geen zorgen, er is nog geen glas of bord gesneuveld. Terwijl ik dit aan het schrijven ben, zegt Talitha dat ik lieg… Allez, er zijn nog niet véél borden of glazen gesneuveld.
Woensdag is een rustige dag in de buitenschoolse opvang. Normaal gezien hebben we drie eetgroepen voor het middageten, vandaag is er maar één. Na het middagmaal halen we de fietsen uit het tuinhuis. Fietsen in allerlei maten en – voor kinderen niet onbelangrijk – kleuren. Hier kijken ze altijd enorm naar uit. Een papa die zijn kind komt ophalen, stelt verrast vast dat zijn kleuter al helemaal alleen kan fietsen. Gezien bij de andere kinderen én besloten om het zelf te proberen. Geweldig! Ik doe de schoolpoort op slot en haast me naar huis. Vanavond ga ik naar ‘Verslaafd’, een theatershow van Erik Van Looy. Ik kijk ernaar uit.
Donderdag
In de voormiddag hebben we een vergadering over inclusie in de kinderopvang. Een boeiend thema dat me na aan het hart ligt, want ik heb zelf ADHD. Toen ik nog op school zat, was daar amper kennis over. Ik werd bestempeld als een lastig kind en een moeilijke student. De reden? Daar werd niet naar gezocht. Het doet deugd om te zien dat Stad Gent daar nu wel mee bezig is. We bekijken elk kind als een individu met zijn eigen noden. Ik vraag me al een tijdje af of er geen uitgebreidere cursus bestaat over thema’s als autisme en ADHD. Blijkbaar wel, maar mijn leidinggevende waarschuwt mij voor de valkuil dat je dan misschien té snel zegt dat een kind waarschijnlijk ADHD of autisme heeft. Zo riskeer je meer naar de diagnose te kijken en minder naar hoe je een kind kan helpen. Een goede opmerking.
Toch helpt het om wat achtergrondinfo te krijgen voordat kinderen bij ons in de opvang starten. Daarom voeren we intakegesprekken met de ouders. Als team volgen we goed op dat een kind zich in de opvang thuis voelt. Dit is voor mij het allerbelangrijkste in deze job: het welbevinden van het kind. Als een kind aan zijn ouders zegt dat het nog niet naar huis wil na een lange namiddag in de buitenschoolse opvang, is dat een goed teken.
LEES OOK > Orthopedagoog Beno Schraepen: ‘Inclusie moet een keuze zijn, geen toeval’
Vrijdag
Vandaag heb ik een afspraak bij de kapper. Dat is voor mij altijd een beetje wellness. Ik ga al een paar jaar naar een kleine barbierszaak aan het Rabot in Gent. Terwijl ze mijn haar en baard met precisiewerk knippen en trimmen, draait er op de achtergrond soul- of bluesmuziek. De barbier vraagt me om toch even te duiden dat de foto’s bij dit dagboek de dag vóór mijn kappersafspraak zijn gemaakt. Na het knip- en trimwerk spring ik snel op de fiets, want er zitten in de opvang al hongerige kinderen te wachten die aan hun boterhammetjes willen beginnen. En dat gaat niet lukken als ‘meester Brecht’ nog geen ‘smakelijk’ heeft gezegd.
Foto’s: Kristof Ghyselinck
Dit artikel verscheen in juni 2023 in De Bond, het ledenblad van de Gezinsbond. De Bond kan ook bij jou (gratis!) in de bus vallen. Het enige wat je hoeft te doen, is lid worden. Nieuwtjes en activiteiten van de Gezinsbond meevolgen kan ook via Facebook, Twitter en Instagram.
Gepubliceerd op: 05/06/2023