Bij het begin van het nieuwe schooljaar fietsen weer veel leerlingen, alleen of samen met een ouder, naar school. Ouders laten hun kinderen soms met een bang hart vertrekken. Het aantal verkeersslachtoffers daalt wel, maar blijft onaanvaardbaar hoog. Sommige ouders kiezen dan ook bewust voor de auto, zelfs al is de school dichtbij. Alle kinderen zouden nochtans vanaf een bepaalde leeftijd veilig zelfstandig moeten kunnen deelnemen aan het verkeer.

Mobiliteitsorganisatie Touring vroeg ouders hoe hun kind naar school werd gebracht. Bijna zeven op de tien ouders brengen hun kinderen met de auto naar school. Voor een kwart van hen is de belangrijkste reden hiervoor dat de route naar school te gevaarlijk is om hun kinderen te laten fietsen of stappen.

Kinderen naar school brengen met de auto zorgt wel voor meer files, vervuiling en drukte aan de schoolpoort. Ondertussen krijgen jongeren niet de kans om geleidelijk te leren hoe ze zich zelfstandig in het verkeer gedragen. Hoe kunnen we dat patroon doorbreken? Hoe maken we het verkeer veiliger? Hoe maken we een verkeersbeleid op kindermaat?

Kindnorm verkeer

Niet door de ouders met de vinger te wijzen, wel door te vertrekken van een kindnorm in het verkeersbeleid. Zo’n kindnorm betekent dat het verkeersbeleid rekening houdt met de mogelijkheden én beperkingen van kinderen en jongeren.

Op het vlak van verkeersveiligheid zijn net deze groepen extra kwetsbaar. Structurele ingrepen die het voor kinderen veilig maken, zijn bovendien goed voor iedereen.

Evolutie

Je veilig in het verkeer begeven, is kwestie van evolutie: een kind van acht kan nog niet hetzelfde als een tiener van veertien. Kinderen zijn in volle ontwikkeling. In de eerste plaats groeien ze fysiek. Wanneer een kind van tien bijvoorbeeld 145 centimeter groot is en de hoogte van de geparkeerde wagen 155 centimeter bedraagt, dan is het duidelijk dat zijn zicht op het verkeer belemmerd is.

Ook mentaal en motorisch maken kinderen een hele evolutie door. Kinderen moeten de snelheid van een naderend voertuig nog leren inschatten: tot tien jaar wordt die gemakkelijk overschat, terwijl kinderen tussen tien en veertien jaar ze eerder onderschatten. Complexe situaties met meerdere verkeersdeelnemers goed kunnen inschatten, lukt pas geleidelijk aan.

Leerproces

Een verkeersbeleid op kindermaat is nodig omdat het van kinderen een heel leerproces vergt om zich zelfstandig in het verkeer te begeven. Voortdurende sensibilisering en begeleiding door ouders en school spelen hier een belangrijke rol. De verkeersopvoeding kan niet vroeg genoeg beginnen: bij kleuters al! Ook is het belangrijk kinderen (6-12j) onder de vleugels te nemen zolang het kan, zodat ze een aantal basisprincipes meekrijgen.

Scholen zetten hier onder andere op in met verkeerslessen, die hun vruchten afwerpen zo blijkt uit de verkeerstoetsen die worden afgenomen.

Dat leerproces blijft nog verder gaan wanneer de jongeren volwassen worden en met de auto leren rijden. Zelfs volwassenen kunnen nog elke dag bijleren om zich beter en veiliger te gedragen op de weg.

Kinderbril kan levens redden

Maar oefenen alleen is onvoldoende. Ook de infrastructuur moet veilig zijn in het verkeersbeleid op kindermaat. De Gezinsbond juicht de investeringen in goede fietsinfrastructuur van de afgelopen jaren toe. Tegelijk beseffen we dat er nog veel achterstand in te halen valt en pleiten wij voor bijkomende middelen voor aanleg en onderhoud van fiets- en voetpaden.

Een kinderbril opzetten bij het ontwerpen van wegen en pleinen kan levens redden. Het gaat dan over:

– eenvoudige en leesbare weginrichting

– kruispunten & oversteekplaatsen veiliger maken (manoeuvreerruimte of voorsorteervakken voor fietsers, lichten op ooghoogte, conflictvrije kruispunten, maximaal afgescheiden fietspaden, enzovoort)

Woensdag fietsdag

Het is belangrijk dat kinderen op jonge leeftijd goed leren fietsen. Dat is een vaardigheid voor de rest van hun leven. Daarom ondersteunt de Gezinsbond de campagne Woensdag Fietsdag van Mobiel21 en Cera. Die campagne wil alle Vlamingen aanzetten om meer de fiets te nemen, want uit een grootschalig onderzoek blijkt dat meer dan de helft van de Vlamingen (bijna) nooit fietst. Eén dag per week is al een goed begin en maakt een groot verschil.

Elke Valgaeren werkt als dienstchef Studiedienst bij de Gezinsbond. Dit artikel verscheen in het mobiliteitsnummer van De Bond (8 september 2017), de gratis gezinskrant voor leden van de Gezinsbond. #goedopweg is het thema van de Week van de Mobiliteit 2017, bekijk hier alle initiatieven.

Blijf op de hoogte: 

  1. Volg ons via Facebook of Twitter
  2. Updates ontvangen via nieuwsbrief
  3. Lid worden
Gepubliceerd op: 15/09/2017, laatste update op: 08/11/2021

Tags: , , , ,