Er waren eens een studente en een Herman ‘Marcske’ Verbruggen die afspraken in de buurt van café De Komedie. Het zou zo het begin van een flauwe mop kunnen zijn, maar het is gewoon de aanzet voor een fijn gesprek over humor.
Auto’s & imago’s
Laten we luchtig beginnen. Wie of wat brengt jou aan het lachen?
Herman Verbruggen: ‘Ik vind de mens die probeert om zich een imago aan te meten tussen de anderen heel erg geestig. Ik kan echt genieten van iemand die gewoon op straat wandelt maar van wie ik voel: “Ah ja, dit is dus wat jij nu wil uitstralen.” Die mensen zijn voor een stuk natuurlijk zichzelf, maar ze doen er nog een schepje bovenop. Denk bijvoorbeeld aan dames in gigantische auto’s met bijna even gigantische zonnebrillen. Zulke mensen zijn eigenlijk de bronnen waarop wij ons baseren in ons werk. Een personage in een stuk is ook altijd wat aangedikt.
Waar ik ook hard moet om lachen zijn komieken die andere humor maken dan wat ik mij kan permitteren. Ik moet geen grappen vertellen over seks of over minderheidsgroepen, ik kan het woord lul of foef niet gebruiken. Dat plaatje klopt niet. Iemand als Raf Coppens kan dat wel. Mijn vrouw Petra en ik zijn fan van hem. Als wij naar Raf gaan kijken, besterven we het gewoon. Hij durft echt die grens opzoeken en ze zelfs overschrijden.
Hier thuis, met Petra en onze tienerdochters Roos en Billie, gaat de humor er ook soms wat over. Maar wij doen dat bewust. Ik vind het in de opvoeding belangrijk dat kinderen zelf aangeven wat ze grappig vinden en wat niet én dat ze ook zelf kunnen uitleggen waarom iets niet door de beugel kan.’
‘Ik kan het woord lul of foef niet gebruiken.’
Zowel in je privéleven als in je job ben je veel met humor bezig. Was je er als kind ook al door gefascineerd?
Herman Verbruggen: ‘Tussen je twaalf en je achttien jaar ben je vooral zoekende, je tracht je stempel op iets te drukken. Je vertelt wie je bent door uit te blinken in een sport, veel van muziek te kennen of massa’s liefjes te hebben. Bij mij werkte dat allemaal niet. Mensen entertainen, voor de geestige noot zorgen… zo kon ik mezelf bewijzen en wat succes oogsten. Ik was pas twaalf toen ik op de speelplaats ineens het licht zag en besefte: “Amai, misschien kan ik dit later doen als beroep.”’
LEES OOK > Stand-upcomedian Jeron Dewulf over het vaderschap: ‘Een kind is een serieuze spiegel’
Moppen tappen
Vinden je dochters je grappig?
Herman Verbruggen: ‘Soms wel, maar niet overdreven. Die denken niet: “Oh eindelijk, school is gedaan, ik mag weer naar huis bij mijn grappige papa!” Maar wij lachen hier thuis wel wat af. Al zijn we eigenlijk alle vier geen specialisten in moppen vertellen. Waarschijnlijk omdat het ons aan intelligentie ontbreekt om ze te onthouden. (lacht)’
Over moppen tappen gesproken, denk je dat die traditie er een beetje uitgaat? Moet die misschien plaats ruimen voor memes, TikToks en dergelijke?
Herman Verbruggen: ‘Goh… interessante stelling. Als je hier op de hoek naar Café De Komedie gaat – zo heet het daar echt – zal je zeker nog mensen tegenkomen die moppen tappen. Voornamelijk oudere mannen dan.
Mja, je hebt een punt, denk ik. De klassieke grap zal iets typisch zijn voor een vroegere generatie. We zitten nu inderdaad in een snelle beeldcultuur, de veelheid aan informatie die ons dagelijks overstelpt is waanzinnig. Een mop is een verhaal en om een verhaal te vertellen heb je tijd nodig. Tijd die er op sociale media niet is. Als je online geestig wil zijn, hou je het beter bondig.
Denk maar aan het kanaal van Sociaal Incapabele Michiel met al die korte fotoreeksen en filmpjes. Dat zijn eigenlijk ook moppen, hé? De beelden hebben een klassieke structuur en een spanningsopbouw, maar de vorm is veranderd. Pas op, in bepaalde tv-programma’s of voorstellingen kunnen die langere moppen of verhalen wel, online werkt het gewoon niet zo goed.’
Allah & Aalst
Is humor ook nog op andere vlakken geëvolueerd?
Herman Verbruggen: ‘Ik denk dat de veranderingen niet sensationeel zijn, maar in sommige periodes kan je bepaalde zaken beter mijden. Toen ik jong was, bestond er nog een groot taboe rond seksualiteit, daar werd gewoon niet over gepraat. Vandaag gaan moppen daarover soms heel ver. Zo ver dat zelfs ík even moet slikken.
Vroeger maakten The Strangers moppen in de trant van: “Allah is groot, maar de ziekenkas is groter.” Hoewel iedereen dat toen heel grappig vond, zouden we die mop vandaag niet meer maken. Die mensen maken nu helemaal deel uit van onze wereld, dus we zijn daar voorzichtiger geworden. We willen hen niet kwetsen.
Ik vind het wél heel belangrijk dat we verschillen blijven zien en dat we daar ook durven mee lachen. Dat gaat ons net dichter bij elkaar brengen. Maar uiteraard moet het met respect gebeuren. Ik heb zelf lang in de joodse wijk gewoond en voel enorm veel sympathie voor deze mensen, maar tegelijk vind ik ook dat ze er grappig uitzien. Dat moet kunnen, ik mag dat grappig vinden. Zolang mijn intentie juist zit en ik hen niet in hun gezicht sta uit te lachen om hun uiterlijk, is er geen probleem. Het is maar wat je ermee doet.’
‘Het is belangrijk dat we verschillen blijven zien en daar durven mee lachen.’
Vind je dat er grenzen zijn aan wat je ‘om te lachen’ kan zeggen?
Herman Verbruggen: ‘We hebben het altijd over grenzen en we spreken veel te weinig uit wat er wél mag. Als je rekening houdt met de context en met de intentie, dan worden er volgens mij heel weinig grenzen overschreden.
Ik kan bijvoorbeeld perfect met Petra een mop maken over de Marokkaan die hier rechtover aan het bidden is. Zij weet namelijk hoe goed ik die persoon ken en hoeveel respect ik voor hem heb. Zo’n grap is geen enkel probleem, want mijn intentie zit niet fout. Hij mag dan ook met mij lachen als ik een roze designzetel binnendraag en mijn living wil herinrichten.
Een heel goed voorbeeld van die context is Aalst Carnaval. Dat is een feest achter gesloten stadsmuren waar inwoners, soms letterlijk, hun broek afsteken naar alles wat boven hen staat. De humor is daar fantastisch. Als je hier doet wat ze daar uitsteken, vlieg je in de bak. Maar daar mag dat, en terecht. Het probleem is dat er vandaag allemaal camera’s en smartphones gericht zijn op dat Aalsters feest. Plots is hier geen sprake meer van een beschermde en afgesloten “thuissituatie”. Want zeg nu zelf, zouden ze bij jou thuis alles mogen filmen?’
LEES OOK > 9x ouderschapsboeken met humor die echt de moeite waard zijn
Context & intentie
Herman Verbruggen: ‘Hoe meer ik over humor en de grenzen ervan nadenk, hoe meer ik overtuigd ben van mijn idee dat er geen leven zonder pijn bestaat. Elke mens heeft zijn pijn en zal ooit aangevallen, getaxeerd of bekritiseerd worden. We moeten dus ook niet proberen om alle mogelijke pijntjes weg te filteren. De situatie die we dan zouden krijgen, is absurd. “Oh my god, verwijder snel alle stopcontacten want er zitten twee mensen in de zaal die ooit geëlektrocuteerd zijn geweest!”
Ik overdrijf misschien een beetje, maar dan kan je echt niks meer zeggen. Nog eens, alles hangt af van de context en de intentie. Als die goed zitten, mag je best ver gaan. Heerlijk vind ik dat. Zolang de mop goed zit uiteraard.’
‘Als je rekening houdt met de context en met de intentie worden er weinig grenzen overschreden.’
Wat is voor jou dan een echt goede mop?
Herman Verbruggen: ‘Ik denk dat een goede mop slim en origineel is, zo een die je niet meteen ziet aankomen. Met FC De Kampioenen maakten wij mainstream grappen. We moesten dan ook een breed publiek bereiken. Wat ik zelf hilarisch vond en vind, is de scène waarin Amadeo, een zwarte speler van de ploeg, als enige het volkslied perfect en uit volle borst kon meezingen. Super, toch? (lacht) Dat blijft grappig. Echt waar, als de mop goed is, mag je met de zwaarste spast in een rolstoel lachen.’
LEES OOK> Marcske van FC De Kampioenen als papa
Tekst: Amber Blommaert
Foto’s: Kristof Ghyselinck
Volg de Gezinsbond ook op Facebook, Twitter en Instagram om op de hoogte te blijven van nieuwtjes en activiteiten. Lid worden van de Gezinsbond kan hier.
Gepubliceerd op: 07/06/2023, laatste update op: 11/06/2023